Sommige dingen in je leven gebeuren in slowmotion

Ik liep de trap op naar mijn verdieping (de hoogste). In mijn hand bevond zich een tasje met daarin een kerstcadeautje. Een fotoboek van de vakantie in Engeland met als hoogtepunt de laatste foto: een foto waarop mijn ouders zich duidelijk verveelden en als tekst eronder ‘De vakantie was heel gezellig’. Ik luisterde naar ‘Everybody hurts’ van REM op mijn telefoon. Nou, ze hadden niet meer gelijk kunnen hebben.

Sommige dingen in je leven gebeuren in slowmotion. Dit ook.

Mijn telefoon viel uit mijn zak, die iets te klein voor dat ding is. De oordopjes maakten zich van hem los. Hij viel op één trede, stuiterde en begaf zich een weg tussen die treden naar beneden. Mijn mobiel sprong uit zijn hoesje, die op de eerste verdieping bleef liggen. De telefoon zelf ging echter helemaal naar beneden, langs alle tachtigduizend trappen, en viel uit elkaar op de harde grond.

Mijn schreeuw was ook in slowmotion: ‘Neeeeeeeeeeeee!’

Ik rende als een gek naar beneden, pakte eerst het hoesje en sloot daarna mijn lieve mobieltje in mijn armen. Het achterkantje klikte ik vast en ik deed hem aan.

Het waren de spannendste minuten van mijn leven.

Ik moest huilen van blijdschap toen bleek dat hij niet dood was. Ik kon nog gewoon whatsappen, meedoen aan Dionne’s Omnibloggersunited-challenge en bellen, ook wel handig.

En het is niet eens een Nokia 3310.

Zijn papa en mama tegenwoordig nog helden?

‘Hoe lang bestaat de aarde, papa?’
Ongeduldig kijkt het jongetje in de trein zijn vader aan.
‘Hmm, ik denk 65 miljoen.’
Het jongetje is er niet mee eens.
‘Neeeee, ik denk 100 miljoen miljard.’
‘Zal ik het opzoeken?’
De vader typt geconcentreerd iets in op zijn smartphone. Het blijkt zo’n 4,6 miljard te zijn. En ja hoor, daar komt de volgende vraag al.
‘Waarom zijn dinosauriërs uitgestorven?’
‘Papa moet even mailen, schatje.’
‘Alweer?’
‘Ja, mensen willen antwoord hebben.’
Het jongetje klimt op de stoelen, kijkt uit het raam, sjort aan zijn vaders arm. Nog meer vragen.
‘Wanneer beginnen de landen? Wanneer bestonden huizen? Wanneer waren er dinosauriërs?’
‘Dat weet ik niet, schatje. Ik zal het even opzoeken. Maar eerst even deze mensen antwoorden.’
Dit gebeurde tijdens een treinreis het afgelopen weekend. Uiteindelijk stapten ze uit, de vader driftig typend en zijn zoon nog steeds sjorrend aan zijn arm.

Vroeger was de moeder of vader een soort alwetende instantie. Je vuurde er allerlei vragen op af en steeds wisten ze een antwoord (of het klopte, maakte niet uit). Maar tegenwoordig weet papa of mama het niet, maar de telefoon of de computer wel. Voordat je een antwoord krijgt, gaan zij het eerst even opzoeken. Jammer.

Papa en mama weten niet meer alles. En dat doet toch een beetje afbreuk aan het idee van ouders als helden.

(Later kom je er natuurlijk sowieso achter dat ze niet alles weten, maar ik zou deze fantasie graag zo lang mogelijk in stand willen houden)

Ik heb mijn principes opzij gegooid en nu kloppen een paar blogjes niet meer

Ik zal het maar meteen bekennen: ik heb een smartphone. En niet eens zomaar een smartphone, ik schijn de hipste op dit moment te hebben (van Samsung dan, want ik ben dan natuurlijk weer niet net zo hip dat ik een iPhone heb): een Samsung Galaxy S Advance. Iemand op Twitter vroeg of je daarvoor hoogopgeleid (advanced) moet zijn en dat denk ik wel, al hoefde ik mijn diploma niet te laten zien.

Zoveel mensen hebben een smartphone. Daar is niets geks aan. Maar ik heb mooi wel een probleem. Want nu kloppen een paar blogjes niet.

Ooit schreef ik dat ik enorm blij was dat ik geen WhatsApp had. WhatsApp was stom. Op WhatsApp kon je namelijk zien of iemand je berichtje had gelezen (die functie heeft Facebook nu helaas ook). Mensen worden boos als ze zien dat je het gelezen hebt, maar niet reageert. Mensen communiceren niet meer zoals we al jaren doen (door te praten, weten jullie nog wat dat is, praten?), maar ze appen. Op WhatsApp gebeurt heel veel. Relaties worden opgebouwd, relaties worden vooral afgebouwd (No way dat je iemand nu gaat sms’en dat het uit is, nee, kom op zeg, dat kost geld, doe maar liever via WhatsApp) en ruzies worden uitgevochten. Oftewel: ik vond WhatsApp superduperstom. Zelfs nog stommer dan MSN en dat is zo’n beetje onmogelijk.

En toen liep mijn abonnement af. Ik behoorde tot de selecte (die zichzelf erg elitair bevond) groep die geen smartphone had. Maar ja, dan moet je toch kiezen en denk je: goh, best handig zo’n smartphone. Ik bedoel, er zit niet voor niets het woord ‘smart’ in. Ik ben zelf ook wel ‘smart’. Eén plus één is twee en dan heb je hem opeens.

Het eerste wat ik deed, was WhatsApp installeren. Sterker nog: ik heb het zelfs al gebruikt.

Dus het spijt me heel erg dat dat blogje nu niet klopt en om te voorkomen dat het blogje van een paar dagen terug (over mensen die alleen maar met hun telefoon bezig zijn) ook niet klopt, zal ik een lijstje maken van dingen die ik (hopelijk) niet ga doen nu ik een smartphone heb.

Wat ik hoop niet te doen:
– Boos/nee, kwaad/nee, woest/nee, teleurgesteld zijn als ik zie dat iemand mijn WhatsAppberichtje heeft gelezen (ik ben nog steeds in verwarring of dat nou wel of niet kan, maar laten we even uitgaan van wel), maar toch niet reageert. Zelfs niet als een leuke jongen is.
– Levendiger gesprekken met mijn WhatsAppvriendjes voeren dan met mijn real life gesprekpartners.
– In paniek raken als mijn mobiel: op de grond valt/leeg is/kwijt is, maar één minuut later op een volkomen logische plek blijft te zijn/vies is/duidelijk aangeeft dat ik een smsje dan wel WhatsAppje van iemand heb gekregen, maar ik die op het moment niet kan bekijken door iets totaal onbelangrijks als een werkcollege of iets dergelijks.
– Een Instagramaccount aanmaken en dan foto’s maken van mijn eten, mijn hond die ik niet heb, mijn drinken, weilanden, mijn snacks, outfits of mijn eyeliner of the day. Uiteraard met een mooi effectje erover. En dan beweren dat ik Instagram al heeeeel lang kende, hipster dat ik ben, maar dat ik het eigenlijk niet meer zo leuk vind nu het mainstream is. En dan toch gebruiken.
– Duizend apps gebruiken en dan vooral spelletjes a la Wordfeud en Rumble.

Wens me succes. Ik zal het nodig hebben.

Ik ben heel volwassen, dat zal wel blijken uit dit blogje

httpv://www.youtube.com/watch?v=_wdI5EsdDIo

Het was een paar jaar geleden. Ik was waarschijnlijk zestien, zeventien, zoiets. Eindelijk had ik een semi-moderne telefoon (ik loop altijd een beetje achter op dat gebied, vandaar dat het semi is, want het was wel moderner dan mijn vorige telefoon: een Nokia 3310). Alleen jeetje, wat een stomme ringtones had die. Oké, beter dan die Nokia (weet je wel, je had nog niet echte muziek, maar van die tonen, ik kan het niet uitleggen), maar toch.

Redder in nood was een vriendin. Zij had een ringtone die ik erg leuk vond. Het eindliedje van Spongebob. Hoewel Spongebob van oorsprong een kinderprogramma is, vonden wij het erg leuk. Met behulp van Bluetooth (zo modern!) kreeg ik hem.

Nu ben ik bijna 21 en heel volwassen. Ik studeer en binnenkort ga ik op mezelf wonen. Ik denk na over het leven, heb mijn rijbewijs, sla niet meer met de deuren als ik boos ben. Ja, het is echt waar, ik behoor nu (figuurlijk) tot de grote mensen.

Maar die ringtone heb ik nog steeds. Mensen kijken me raar aan in de bus  of moeten lachen als ik gebeld word, maar mij maakt het niet uit. Ik word er blij van. Want wat zeggen ze vaak? Koester het kind in jezelf. Dus dat ga ik doen ook.

En ik beloof het je: op mijn 50e heb ik nog steeds deze ringtone.

Waarom ik blij ben dat ik geen WhatsApp heb


Dit is dus geen BlackBerry, want zo hip ben ik niet. En er staat Samsung op, dus je had het ook wel kunnen raden.

Ik heb geen WhatsApp. Dat is nogal shocking tegenwoordig (‘Oh mijn godddd, loser! Iedereen heeft toch WhatsApp?’). Reden hiervoor is dat ik geen smartphone heb (‘Dubble loser!’). Ik mag dan pas twintig jaar zijn, maar ik ben nu al hopeloos ouderwets.

Soms sms ik. Ik heb geen idee wanneer de ander mij terug smst of wanneer ze het gelezen hebben. En ik kan daar prima mee leven (‘Wat knap van je!’).

Maar stel je eens voor dat je WhatsApp zou hebben (dit is een app waarmee je gratis kunt smsen/chatten) en net een leuke jongen hebt ontmoet.
‘We appen wel!’ had hij gezegd (ik vind overigens het gebruik van het werkwoord appen ook erg verontrustend).
Dat klinkt niet als iets ingewikkelds, maar dat is het dus wel. Want naast het probleem van ‘Zal ik als eerste contact opnemen of wacht ik?’ is er nog iets dat veel irritanter is: je kan zien wanneer iemand online is en je berichtje heeft gelezen.

Stel je gewoon eens even voor dat je dacht (ik ga er nu even vanuit dat je een veertienjarig meisje ben met een BlackBerry en veel make-up op): ‘Jeetje mina, het is al tien minuten geleden dat ik hem mijn nummer heb gegeven en hij heeft nog niets gezegd! Ik ben helemaal niet desperate als ik hem nu app, ik neem gewoon het heft in eigen handen. Hard to get is zo passé.’
Dus je stuurt iets in de trant van ‘Hey, alles goed?’ en gaat verder met het make-upremoverdoekjesritueel of iets dergelijks (het is na het uitgaan).
Eén minuut later kun je jezelf er toch niet van weerhouden. Even kijken. Oh mijn god. Het zal toch weer eens niet waar zijn. Hij is online en heeft het gelezen. Maar hij heeft niets terug gestuurd. Wat een l.. (vul hier zelf een woord in beginnend met een l).
Twee minuten later. Weer niets.
Drie minuten later.  Noppes. Nada. Niks. Je gooit je kostbare BlackBerry op je bed.
Die jongen kan het wel vergeten.

Vijf (!!!) minuten later antwoordt hij pas (‘Hey, gaat goed hoor! Met jou? Ik vond het erg gezelig :)’). No way dat je hem nog terug appt. Hij kan het vergeten.

Als je hem gewoon gesmst had (‘Smsen is voor loserssssss.’), dan zou je niet weten of hij het al gelezen had. En dan zou je binnen vijf minuten een reactie op je sms heel snel gevonden hebben. Dan zou je misschien een date met hem hebben en dan nog één en dan nog één en dan zijn vriendinnetje zijn geworden en dan zijn verloofde en dan zijn vrouw en dan de moeder van zijn kinderen. Weet je wel.

Maar helaas. WhatsApp he. En dan heb ik het nog niets eens over andere mogelijke problemen gehad (ruzie op WhatsApp, break-ups via WhatsApp, met zijn tienen op WhatsApp in een groepsgesprek en jij bent de elfde en kunt er dus niet bij etc. Eigenlijk lijkt WhatsApp wel een beetje op msn, maar dan via de telefoon).

Lang leve de sms (of eigenlijk: lang leve de brief, maar ik wil niet dat jullie oma Laura uitlachen).

Update: iemand heeft me verteld dat je niet kunt zien dat de ander jouw bericht heeft gelezen. Maar je kunt wel soort van zien wanneer iemand online is geweest. Dat zorgt ervoor dat het verhaaltje niet helemaal klopt, maar laten we het erop houden dat het fictie is en dat ik alles mag verzinnen :P

Ik was elf

Dit is mijn telefoon. Hij heet Gerrit. Nee, dat is een grapje. Hij heeft helemaal geen naam. Zielig he?

Ik was elf. De zin die hierna zou moeten komen, is natuurlijk: ‘en kreeg een brief van Zweinstein/Hogwarts.’ Helaas is dat niet waar. Nee, ik was elf en ik kreeg een mobiele telefoon. Een Nokia 3310.

Mijn god, wat was ik stoer! Waarschijnlijk weten de mensen van veertien of jonger het niet, maar toentertijd was een Nokia 3310 zeg maar de iPhone van nu. Waarom? Je kon een leuk plaatje met enorm grote pixels als achtergrond nemen. Je had ringtones die krakerig klonken. Er konden maar liefst zeven (misschien wel acht) smsjes in je inbox. Nee, dat klinkt vast niet aantrekkelijk voor jullie (‘Zat er geen internet op?’), maar het allerleukste was: er zat Snake op. En niet zomaar Snake, nee, Snake II.

‘Ja, maar dat kan ik gewoon downloaden hoor, daar heb je een app voor.’
Zucht. Lieve kindjes, dat is niet hetzelfde. Snap je, in die tijd pakten mensen mijn telefoon af, omdat ze mijn highscore wilden verbeteren. Bovendien: als ze dan boos waren omdat het niet lukte, dan maakte het niet uit als ze mijn mobieltje op de grond gooiden. De Nokia 3310 is niet kapot te krijgen.

En nu? Nu heb ik een smartphone (geloof ik, zoveel verstand heb ik dus van mobieltjes). Ik kan er liedjes op zetten, foto’s mee maken en op het internet. Maar soms… dan mis ik het snaken.

Had jij vroeger ook een Nokia 3310?