Dag Leiden

Leiden

Drie jaar studeerde ik in Leiden. Literatuurwetenschap, want dat allitereert allemaal zo lekker met Laura. In het derde jaar daarvan ging ik op kamers, in Oegstgeest (of all places). Want dat is zo literair (terug naar Oegstgeest). Toen kwam de liefde, en nog meer liefde en nog meer, totdat we van gekkigheid maar gingen samenwonen in Voorschoten, waarbij alliteratie niet mogelijk is.

Ik heb altijd in dorpen gewoond, maar de laatste drie jaar bevond ik me op fietsafstand van Leiden. Ach Leiden, met haar singels, haar oude gebouwen, een dorp met het gezicht van een stad. Oh, ik heb haar ook vervloekt. Het onoverzichtelijke kruispunt bij Noordeinde, de lallende studenten, het gebrek aan woonruimte, de overdaad aan snorfietsen. Maar ze bleef me lief. En nu zeg ik haar gedag.

Oh nee, dit is geen vaarwel. Ik zal me er vaak genoeg bevinden. Maar het is anders, als je na je afspraak in een kwartier terug fietst naar huis, als haar aanwezigheid altijd dichtbij is. Voortaan neem ik afscheid op het station, nadat ik eerst langs de vele kebabzaken op de Stationsweg heb gelopen. Terug naar Rotterdam.

Ik zal je niet vergeten, maar ik ruil je wel in. Voor een echte stad. Dag Leiden, je was fijn.

In het Rotterdamse: een eigen huis!

IMG_20150812_122855

20150812_10214820150812_102214 20150812_102227 20150812_103359

Na wat ongeluk (verbroken relatie, moeten verhuizen) kreeg ik opeens heel veel geluk op mijn dak. En terecht.

Goed, het zit zo: ik dacht dat ik niet meer ingeschreven stond bij Woningnet Rijnmond (voor sociale huurwoningen in de regio Rotterdam). Maar wat bleek: mijn inschrijving van 2011 (!!!) was nog steeds geldig. Een huis vinden in Rotterdam is niet zo moeilijk als in Leiden, wat betekende dat ik best wel kans maakte. Ik reageerde op het eerste huis, stond derde en bleef derde: u mag komen kijken voor een bezichtiging, mevrouw!

Bloednerveus was ik. Want het klonk nogal perfect. In een gebouw uit de jaren 30 (ik heb een zwak voor oude gebouwen) met glas in lood-ramen. Een goede wijk. En dan had ik de studio nog niet gezien.

De bezichtiging was om tien uur. Om kwart voor tien stond er nog niemand. Mijn hart begon harder te bonken, maar om vijf voor tien kwam er een auto aanrijden. Ja hoor, nog een twintigennogwat-meisje met haar moeder. Kutzooi.

We gingen naar boven. De studio was perfecto. Vloer lag er al in, er hoefde niet geverfd te worden, de tegels in de badkamer waren blauw (één van mijn eerste vereisten, dat snap je wel), ramen waren groot, het was veertig vierkante meter en het belangrijkste: binnenkatten toegestaan.

Het gaat altijd hetzelfde met perfecto dingen: je krijgt ze niet.
‘Ben je geïnteresseerd in de woning?’ vroeg de woningmevrouw aan het meisje.
‘Ja!’ riep ze meteen.
Poef, daar ging mijn hoop.
‘En jij?’
De woningmevrouw keek me aan. Ik knikte.
‘Je staat derde toch?’
Dat bevestigde ik. En ik zag het meisje en haar moeder naar elkaar te kijken, maar ik wilde hun triomfantelijke blik in hun ogen niet zien.
‘Wat is je telefoonnummer?’
Het meisje gaf haar telefoonnummer. Voor het geval dat. Wacht, voor het geval dat… ik de woning niet aannam? Betekende dit? Maar echt?
‘We wachten nog tien minuten of nummer 1 of 2 komt en anders kun je bevestigen dat je de woning wil.’
Nummer 1 en 2 kwamen niet. Sukkels. Perfecto bestaat dus wel: het huis is vanaf vandaag officieel van mij.

Voor het eerst ga ik helemaal in mijn eentje wonen. Oké, met Dikkie, maar die is niet (volledig) menselijk. Geen broer(tje) met keiharde boemboemmuziek, geen huisgenootje die het dopje van de afwasmiddel openlaat (IK.BEN.GEEN.NEUROOT.HOOR.), geen vriendje. Over twee weken verhuis ik en ben ik een Rotterdammert. En ik kan je vertellen: ik heb er zin an.

Kom maar op, 2015/2016

In een paar dagen tijd stond mijn leven, boem, op zijn kop. Geen relatie meer, niet meer samenwonen, op zoek naar een ander huis in een andere plaats. Dat is even schrikken. Maar aangezien mijn blog geen ik-stort-hier-al-mijn-verdriet-en-ellende-uit-dagboek is, wil ik me graag op andere dingen focussen. Positiviteit? Nee, ben je gek, daar ben ik nogal allergisch geworden door alle laifstailblawgs.

Ik weet wel dat het komende (college)jaar spannend gaat worden en wel hierom:
– Ik ga verhuizen. Dat is op zich al redelijk stressvol, maar ook nog naar een andere plaats en niet zomaar een plaats, nee, een stad! Voor jou misschien niet shocking, maar ik heb tot nu toe alleen maar in dorpen gewoond. Twee daarvan op fietsafstand van Leiden, maar Leiden is een lief, klein kaboutertje vergeleken met Rotterdam.
– Mijn master Wijsbegeerte gaat in september beginnen. In het eerste semester heb ik twee dagen in de week van 19.15 t/m 22.00 uur college, joepiedepoepie (is ook voor deeltijders namelijk). Het tweede semester ga ik aan mijn scriptie (het woord mag nu weer genoemd worden, maar dat zal over een paar maanden wel veranderen) werken en stage lopen.
– Ik heb een geniaal idee voor een nieuwe interviewreeks, al zeg ik het zelf. Jullie zullen er nog even op moeten wachten, want verhuizen gaat voor.
– Ik heb een paar jaar verschillende soorten vrijwilligerswerk gedaan, maar ben er mee gestopt, omdat ik ENORM ENORM gestrest was. Oké, ik ben ook gewoon een stresskip, maar het was voor iedereen too much geweest. Vrijwilligerswerk zat echter toch altijd nog in mijn hoofd en het hoeft niet veel tijd te kosten. Maar ook dit pas na het verhuizen.

Laat ik het voor de rest niet teveel vastleggen of voorspellen. Het is me deze weken in ieder geval wel duidelijk geworden dat niets zeker is, hoe graag je dat ook zou willen en hoe vaak je ook doet alsof het wel zo is. Maar dat geeft niet, want het komt uiteindelijk wel goed. Soort van. Hoop ik.

In het Rotterdamse: een eigen huis?

Leiden is een mooie stad. Daar kunnen we het wel over eens zijn. Maar er zijn een paar problemen met Leiden (en omgeving) voor mij:
– Ik heb er wel vrienden, maar de meeste dinnies (ieuw) zijn verspreid over de gehele Randstad.
– Dus ik heb er feitelijk niet meer zoveel te zoeken.
– Want ik studeer in Utrecht.
– En mijn familie en een paar vrienden zitten in de omgeving Rotterdam.
– Maar stel dat ik toch in Leiden en omgeving zou willen blijven, dan kan ik niet eens een huis vinden. Want niet te vinden en duur.

Oftewel: ik ga naar Rotterdam, Roffa, 010, de gekste.

Het liefst met Dikkie, maar als dat niet kan, gaat ze naar mijn ouders toe. Jullie moeten niet denken dat ik in een kamer van acht vierkante meter op Zuid ga zitten (voor de mensen die het niet kennen: je wil het ook niet kennen). Ik woon nu drie jaar op mezelf, waarvan twee jaar op kamers met één huisgenootje en één jaar met een ex-lover en een kat. Ik ben dus een verwend rotkind en bovendien niet echt de ideale huisgenoot (chaotisch, rommel, altijd muziek luisteren, een kat, heel veel spullen, kan niet koken, lui, onhandig etc.).

Dat wil ik andere mensen, maar vooral mezelf, niet aandoen en daarom wil ik voor het eerst in mijn leven helemaal in mijn eentje, all by myself Bridget Jones-stijl, gaan wonen. In Rotterdam. Maar niet overal in Rotterdam, want ik heb twee dagen in de week college tot tien uur ’s avonds (kut deeltijders) en het is dan wel de bedoeling dat ik nog thuis kom, levend en al. In principe.

Kortom: ik zoek iets in Rotterdam-Noord/Centrum/Blijdorp. En jullie mogen mij helpen, want zo ben ik ook wel weer. Dus, zie je toevallig een studio/appartement voorbij komen? TELL ME. Okbye.

(En voor de mensen die me al sinds ‘Terug naar Oegstgeest’ volgen, ja, ‘In het Rotterdamse’ wordt een terugkerend thema. Deal with it.)

Oude herinneringen in een nieuw huis

Een nieuw huis kan soms beangstigend zijn, omdat het nog niet als thuis voelt. Maar dan zie je die speciale spulletjes, gesleept van hot naar her en besef je: de herinneringen zijn er nog.

Koffertje

20140505_184727

 

20140731_204811

In de bijna twee jaar dat we bij elkaar zijn, hebben Jeroen en ik wat afgeschreven. Vele malen kwam ik thuis in mijn kamer om een lief handgeschreven briefje te vinden. Al die briefjes en kaarten en andere herinneringen bewaar ik in dit koffertje. Hij barst inmiddels uit elkaar door al die blikken op het verleden, maar who cares? I love it.

Boekenkast

20140731_205001

Negentig procent van mijn boeken staat bij mijn ouders (ik zou wel tachtigduizend boekenkasten moeten hebben om dat te kunnen stallen) dus hierin staan alleen studieboeken en boeken die ik nog niet gelezen heb. Maar boeken zijn fijn, want het voelt als thuis. Een huis zonder boeken is niet af.

Mandjes

20140731_205055

‘Lekker boeiend,’ zul je misschien denken, maar dan weet je nog niet wat erin zit. Eén van mijn favoriete bezigheden is mensen verrassen met kaartjes, brieven en andere lieve dingen. Deze mandjes liggen dus vooral vol met briefpapier, stickers, stempels en kaarten. De bovenste lade is bestemd voor de brieven en kaarten die ik zelf heb mogen ontvangen.

Boekenlegger

20140731_2049041

 

20140731_204921

Door mijn studie heb ik drie hele lieve meisjes leren kennen (Jeroen noemt ons het vrouwenkwartet). Door de jaren heen zijn we bevriend gebleven (we hebben zelfs een boekje waarin we dingen schrijven die rondgaat). Tijdens de diploma-uitreiking van onze bachelor kreeg ik van één van hen, Jozefien (die ik altijd Joosjepoosje ofwel JP noem), een boekenlegger. Ze heeft mijn naam, de datum van de uitreiking en haar voorletter erin geborduurd. Beste boekenlegger evah.

Deze vier dingen gaan altijd mee. Ook al verhuis ik nog honderd miljoen keer. Ik doe ze niet meer weg.

De eerste dagen samenwonen

IMG-20140722-WA0000
‘Dit is echt een sneak peek van niks, Laura.’ ‘Nou en.’

‘Oh jee,’ dacht ik vaak de afgelopen weken tijdens het bloggen. ‘Schrijf ik wéér een blog over klussen/verhuizen/samenwonen. Arme lezertjes.’
Bleken jullie het gewoon leuk te vinden. Bakken vol complimenten kreeg ik (ja sowieso natuurlijk, want ik ben superfamous en awesome enzo), sommige mensen moesten er zelfs om lachen! (nou, ik vond het verhuizen niet om te lachen hoor).

Oftewel: ik ga er gewoon vrolijk mee door.

Zo, daar zaten we dan. In ONS huis. Alles in het huis was van ONS. Geen keuken en badkamer meer delen met huisgenootjes, geen ouders om te zeggen dat we onze troep op moeten ruimen, geen fietstochten van een half uur naar elkaars huis. Just me and you, babe.

Toegegeven: het is even wennen, maar het is vooral erg leuk. Het voelt als kinderlijke vrijheid, alsof je ouders een week op vakantie zijn je alles mag doen en eten wat je zelf wil. (Totdat je de was moet doen, maar dat is nog niet gebeurd)

Er waren ook ruzies. Gezucht, gestamp en ge-nouhouuuu (nee joh, niet van mijn kant). Maar hé, overwint de liefde niet alles?

(als hij geen kat wil nemen niet nee)

Dus het gaat vooralsnog goed. Maar ik ben erg benieuwd wanneer de echte fundamentele ruzies gaan komen.

(‘DIT IS AL DE DERDE KEER DAT IK DE VUILNISZAK BUITEN HEB GEZET, JIJ STOMME FLAPDROL.’)

Wat ik geleerd heb van verhuizen

kamerrrrrr
Verhuizen zorgt ook voor troep en wazige foto’s.

1. Ik heb geen inzicht whatsoever
Niet rekenkundig, technisch en al helemaal niet ruimtelijk.

2. Laat alle technische dingen doen door vakmensen
Denk niet dat je het zelf wel kan doen en zo x aantal euro’s bespaart. JE KAN HET NIET ZELF.

3. Verhuizen op de warmste dag van het jaar is niet zo slim
Zaterdag was het superduperwarm. Het is een wonder dat we niet zijn weggesmolten.

4. Van de derde verdieping in Oegstgeest verhuizen naar de eerste verdieping, maar mét wenteltrap in Voorschoten is niet zo handig
Je armen krijgen het zwaar te verduren. Voordeel is wel: je hoeft niet meer te trainen de komende tijd.

5. Je kan niets vinden in je nieuwe huis

Niemand weet waar iets ligt met als gevolg dat je alle laatjes overhoop moet halen.

6. Ik hoop dat ik het niet heel vaak nog hoef te doen

Ik weet in ieder geval dat ik geen carrière ambieer in de verhuisbranche.

7. Alles gaat verkeerd

Belangrijke onderdelen van meubels vallen op de grond en verdwijnen, kabeltjes worden niet bijgeleverd en dat weer hè, dat weer.

8. Ruzie is onvermijdelijk
‘WAAR IS DAT SCHROEFJE?’ ‘WAAROM HEB JE DAT NIET MEEGENOMEN?’ ‘FLAPDROL!’ Het is allemaal te horen.

9. Je zult huilen
Tissues moeten stipt op één staan bij je lijstje, want je zult ze nodig hebben.

10. Het resultaat is het waard
Maar als je dan uiteindelijk op je bank zit met je lover in jullie huisje, dan blijkt het het allemaal waard te zijn. 

De laatste keer terug naar Oegstgeest

terugnaaroegstgeest

Ik fiets terug naar Oegstgeest. Het is een mooie, zonnige dag en iedereen is op straat, alsof heel het dorp me uit komt zwaaien. Ik glimlach naar iedereen die ik tegen kom, maar er zit ook een beetje verdriet achter.

Dag zonnebloementuin, zeg ik in stilte.

Dag lievelingshuis.

Dag beeld van de forens dat me ’s nachts nog altijd aan het schrikken maakt.

Dag schommels.

Dag katten.

Dag kamer.

Vanaf nu ben ik niet meer alleen. Oegstgeest ontdekte ik al hardlopend en skatend in mijn eentje, maar in Voorschoten gaan we samen op avontuur.

Ik zal je niet vergeten, het dorp waar ik voor het eerst op mezelf woonde, het dorp met de mooiste huizen van heel Nederland, het dorp van Jan Wolkers.

Ooit ga ik terug. Terug naar Oegstgeest.

Klusdag 19: I’m in heaven

mijnleveniscompleet
Mijn leven is compleet, I’m in heaven. 

Ligt het laminaat er nou al: YESSSSS
En de rest? Houd je mond.
Je hebt toch op zijn minst die kledingkast toch wel in elkaar gezet: nee
Wat heb je dan gedaan: kabelbaan en katten geaaid
Doe dat lekker in je vrije tijd: dit was mijn vrije tijd
Hoe vaak was je bang dat je boven het water stil zou staan bij de kabelbaan: 12 keer
Hoeveel keer heb je gegild, omdat je zo blij was met de kabelbaan/bang was/een kat zag/boos was: 80.000
Wist je al dat je vriend waarschijnlijk allergisch is voor katten: ja
Als je moest kiezen: kat
Weet je vriend dit al: nee
Ik ga het zeggen hoor: nou en
Dat hij nog bij je blijft: hij wil gewoon meeliften op mijn roem
Je bent helemaal niet famous, je bent nog nooit herkend op straat: pff, wat weet jij daar nou van
Ik ben jou: NOU EN
Ik laat je maar in de waan: IK BEN ECHT FAMOUS HOOR, DIKKE DROL

Klusdag 12: ik wens je veel succes

20140705_131726

Ligt het laminaat er nou al helemaal op: nee
Hoe komt dat: te weinig planken
Dombo, je moet altijd meer bestellen dan je nodig hebt: dat hadden we gedaan
Heb je alweer nieuwe planken: ja
Heb je die gestolen: nee, de man van de winkel gaf ze mee en hij wil er een appeltaart voor terug
Kun je een appeltaart bakken dan: nee
Succes: dankje
Aantal ruzies: 3 (geen ruzies bijgekomen dus)
Hoeveel dagen tot je gaat samenwonen: 12
Wanneer wil je lover samenwonen: nu al
Klef gedoe: tja
Waarom doe je dat dan niet: de vloer is te hard om op te slapen
Je kan toch je bed daar neerzetten: nee, geen tijd
Hoeveel tijd heb je voor het verhuizen in de komende 12 dagen: hoogstens 1,5 dag
Succes: dankje
Hoeveel hangjongeren heb je gespot in de buurt: 12
Wat was de gemiddelde leeftijd: 12
Succes: dankje
Hoeveel posters moet je wegdoen, omdat je vriend die niet mooi vindt: 4 plus vlaggetjes van Flow Magazine
Wat is er mis met vlaggetjes: ‘Dan lijkt het net alsof je elke dag jarig bent.’ (quote door Jeroen)
Dat is toch juist leuk: ja weet ik veel, ik snap zijn logica ook niet
Waarom blijf je nog bij die flapdrol: voor de aandacht
Hoe groot is de kans op een relatiebreuk tussen de 1 en 10: 0,5
Ik zei tussen de 1 en de 10: nou en
Succes: houd je mond