This is my crib

Vandaag laat ik jullie mijn kamer zien. Gewoon, omdat het kan. Ja, ik heb alleen maar Ikea-meubels met namen als Billy (boekenkast) en Johan (bureau). Máár: ik heb wel groene en blauwe muren.
Hierboven zien jullie mijn deur. Mijn deur is groen en dat vind ik stiekem heel cool. Op mijn deur bevindt zich een poster uit Italië met allemaal ramen erop. Daarnaast ziet u de helft van mijn supercoole Arabische/oosterse spiegel. En eronder, geloof het of niet, een gitaar. Waar ik misschien tien keer op gespeeld heb een poging op heb gedaan om gitaar te spelen, omdat ik te kleine handjes heb.

Dan gaan we nu over naar the master bed (die je half op de foto ziet, ja, dat is het bed dat elk meisje in Nederland heeft en nee, ik weet niet hoe die heet, Jakob, gok ik) where all the magic (slapen) happens.  Het lijkt hier net alsof mijn plafond groen is, maar dat is (helaas?) niet zo. Daarnaast ziet u een poster (dat plaatje had ik op mijn vorige blog), een slinger van zelfgedode glittervlinders (grapje) en een Beatles-canvasding. Een vriendin heeft die speciaal voor mij in Spanje gekocht en de hele busreis vanuit Spanje naar Nederland met haar leven bewaakt, waarvoor nogmaals dank! Ook nog speciaal aandacht voor het stopcontact: ik dank je hartelijk voor je aanwezigheid, want zonder jou zou ik niet tegelijkertijd mijn mobiel op kunnen laden en mijn haar föhnen en computeren.

Dit is mijn plafond. Nu kun je wel zien dat hij wit is. Ook zie je hier mijn lamp. Ik mag dan wel twintig zijn, maar hij komt gewoon van de Ikea-kinderafdeling. En ja, nogmaals, ik mag dan wel twintig zijn, maar ik heb van die lichtgevende sterren op mijn plafond (nog van vroeger). Ze geven alleen geen licht meer.
Ook zie je een dromenvanger en rechts onderaan (dat witte) is de kont van een berenknuffel van de Pandadroom in de Efteling. Jawel, ik heb gewoon het lef om een derrière op mijn blog te zetten!

Zie hier, Johan. Johan, dit zijn mijn lezers, lezers, dit is Johan. Ik wil jullie er ook even op wijzen hoe opgeruimd Johan is voor mijn doen. Op mijn bureau zie je mijn laptop, vijf vlinders (vind ze allemaal en win geen prijs!) en een ezelpapierbewaarderpapiervasthoudermetzijnmondding. De foto in het blauwe fotolijstje heeft in de NRC Next gestaan en is gemaakt door moi. Het is een gebouw in Florence/Firenze en ga me niet vragen welk gebouw, want dat heb ik geprobeerd uit te zoeken, maar is helaas niet gelukt.

Deze foto is eigenlijk niet boeiend, ik wil alleen maar laten zien dat ik een blauwe kachel heb. En dat is cool. Dus.

Nu jullie deze foto zien, denken jullie vast: ‘Ach god, wat heeft dat arme kind weinig boeken!’ Maar maak je geen zorgen hoor, dit zijn niet de enige boeken die ik heb. Er liggen ook nog boeken in de computerkamer van mijn vader en op zolder. Maar mensen die gratis boeken willen doneren, mogen me altijd mailen.

Dat was het, mensen. Mochten jullie ook nog enorm geïnteresseerd zijn in hoe mijn tv eruit ziet, dan moet je vooral hier klikken.
Ik zou ook graag nog mijn vijftien auto’s willen laten zien (Ferrari’s enzo), maar daar is helaas geen tijd meer voor!

Kedeng kedeng oe oe

Vorig jaar moest ik voor het vak  Realisme & Symbolisme het boek ‘La Bête Humaine’ (het dierlijke in de mens) van Emile Zola lezen. Hoewel het boek niet helemaal klopt (het is onderdeel van een serie en er komen iets teveel moorden in voor dan geloofwaardig is), vond ik het toch een goed boek. Het behoort tot het realisme (één van mijn favoriete stromingen) en wat ik vooral goed vond: de beschrijvingen van de trein.

Eigenlijk wordt de trein in dit boek op twee manieren beschreven.
1. Als een vrouw.
De machinist beschouwt de trein als een vrouw vol passie en lust. Hij kijkt op een liefdevolle manier naar haar.
2. Als een monster.
De trein blaast stoom (het speelt zich af in de negentiende eeuw), maakt vreselijke geluiden, rijdt aan één stuk door zonder rekening te houden met wat op zijn pad komt.

Vooral de laatste beschrijving vind ik er goed bij passen. Soms ga ik op het station zitten, omdat het nog een kwartier duurt voordat mijn trein komt en als vanzelfsprekend hoor ik dan de treinen (nee, dat meen je niet!). De treinen razen voorbij, het lijkt alsof het gebouw instort en het maakt zo’n hard geluid dat je er even verdwaasd van raakt. Een monster, enger dan de monsters onder mijn bed.

Maar gelukkig is de trein niet alleen een monster, maar bovenal een vriendelijk voertuig die me (bijna) overal brengt waar ik naar toe wil. Ik ben dan ook erg blij met hem (of zal ik haar zeggen?).
Behalve als er vertraging is.

Welk beeld heb jij van de trein?

Mickey is the man

Wij hebben een telefoon. Twee zelfs (jawel, wat een luxe). De telefoon beneden is, nou ja, een telefoon zoals alle anderen. Hiermee wil ik hem geen minderwaardigheidscomplex aanpraten of zeggen dat hij niet bijzonder is, want echt, hij mag er zijn.

Maar daarnaast hebben we nog een telefoon, boven. Dit is geen gewone telefoon. Ik durf te wedden dat jij hem niet hebt. Nee, het is geen iPhone of zoiets fancy, hij is veel specialer: wij hebben (misschien had je het al geraden door het plaatje, knap hoor!) een Micky Mouse-telefoon.

Eigenlijk weet ik niet hoe we eraan komen (‘Gekocht, gok ik.’ ‘Ja, duh.’), maar dat maakt niet uit. Zolang ik me al kan herinneren, hebben wij hem in huis.

En kom op, hoe cool is dat? Disney en retro, beter kan toch niet? Bovendien is dit niet zomaar een telefoon, nee, dit is een zelfverzekerde telefoon. Kijk hoe stoer Mickey daar staat, geleund op het toestel.
‘Ik ben de relaxheid zelve.’ lijkt hij te zeggen.

Met een telefoon zoals deze durf ik iedereen te bellen. Beetje jammer dat ik niet van bellen houd.

When you judge another, you do not define them, you define yourself

Bron

Voor en na het interview heb ik nog lang met Laura gepraat. Het ging over van alles, werk, politiek, fotografie etc. Op een gegeven moment hadden we het over vooroordelen.

En toen zei Laura dit: we hebben allemaal vooroordelen of denken dat we beter zijn dan anderen. Het verschil zit hem erin dat er mensen zijn die zich daarvan bewust zijn en mensen die dat niet zijn.

Ik ben het met haar eens. Natuurlijk kunnen we proberen om andere mensen minder te veroordelen (en dus niet in vooroordelen naar hen te kijken), maar dat is lastig. Je zal nooit helemaal van je vooroordelen afkomen. Dit komt door je opvoeding, de media, je vrienden, maar natuurlijk ook gewoon door jezelf.

Maar er is wel een verschil. Ik weet dat ik vooroordelen heb en dat dat niet goed is. Ik ben me daarvan bewust. Maar veel mensen zijn dat niet.  En dat kan kwalijke gevolgen hebben. Misschien kun je wel raden waar ik het over heb (het huidige kabinet en vooral een bepaalde partij).

Maar ook in het ‘klein’ heeft het gevolgen. Mensen die uitgescholden worden op straat, omdat ze er anders uit zien en daarom wel gothic/homo/buitenlands/weetikveelwat zullen zijn. Soms leidt het zelfs tot geweld.

Ook belangrijk, zoals het plaatje al zegt: dat jij een vooroordeel hebt over iemand, zegt iets over jou, niet over die persoon. Denk daar maar over na.

We hebben allemaal vooroordelen. In principe maakt dat niet uit (in de zin van: iedereen doet het, als is dat eigenlijk geen goed argument en in de zin dat je er heel moeilijk of misschien wel niet vanaf komt), maar let wel: wees je er van bewust. Kijk naar de vooroordelen die jij hebt over anderen en ga na of het wel helemaal klopt.
Ik weet het antwoord daar al op.

Welke vooroordelen heb jij over bepaalde mensen/groepen? (en wees niet bang, ik zal je niet gaan uitschelden en hopelijk andere lezers niet, want zo laat jij al zien dat je je bewust bent hiervan en dat is juist goed!)

Ik zal zelf ook even een voorbeeld geven: als ik langs een groepje jongeren loop, voel ik me onveilig, omdat ik bang ben dat ze vervelende dingen gaan roepen. Ik ga er dus al automatisch vanuit dat ze zich zo gedragen en dat hoeft natuurlijk niet per se zo te zijn.

De wereld van de grote mensen

Onze ouders zeiden vroeger tegen ons: ‘Dat is iets voor grote mensen.’ Nu ik twintig jaar ben, worden grote mensen volwassenen genoemd. Maar eigenlijk klopt dat niet: ik leef nog steeds in de wereld van de grote mensen.

Het valt vooral op wanneer ik naar een concert ga of een ander evenement met veel mensen. Ik word omringd door reuzen. Het is werkelijk beangstigend. Ik kom nauwelijks tot hun knieën. Hun conversaties versta ik niet, want het is te hoog. En mijn nek doet enorm veel pijn door het omhoog kijken. Help!

Als klein meisje heb je het maar moeilijk in deze wereld. De standaardgrapjes en opmerkingen (‘Jij bent echt klein!’), jurkjes die te lang zijn en handjes zo groot (klein) als die van kindertjes. Wandelen met grote mensen gaat niet, want oh, wat nemen die grote stappen! En wat dacht je dan van mijn leeftijd? Ik word vaak vijf jaar geschat, ze vinden mijn vocabulaire erg uitgebreid. Ze knijpen vaak in mijn wangen en zeggen: ‘Wat ben je al een grote meid!’
Niet dus. I’m a small small girl, in a big big world.

(dit is heel erg duidelijk overdreven en het is maar te hopen dat je het door hebt)

Hoe zit het met jullie, big boys and girls, of worden jullie ook la petite genoemd door jullie vader?

In my life, I love you more

Bron

Ik houd van de Beatles. Ik ben ervan overtuigd dat het de beste band ooit was (sorry voor de mensen van team Rolling Stones). Stom eigenlijk dat ik er nog nooit over geblogd heb, want over de Beatles zou ik wel duizend blogjes kunnen schrijven*.

Maar goed, ik zal jullie eerst vertellen hoe dit zo gekomen is. Hoe komt het dat een meisje die in 1991 geboren is van een band houdt die uit de jaren zestig komt.

Eigenlijk is het heel bizar en ik schaam me er een beetje voor, terwijl het nergens voor nodig is (hoop ik), maar ik ga het toch vertellen. Het kwam door een droom. Ik droomde dat ik in een straat vlakbij mijn basisschool liep en dat Paul McCartney achter het keukenraam van één van die huizen stond. Ik zwaaide en hij zwaaide terug. That’s it.
Nu moeten jullie weten dat ik nooit logische dromen heb, sterker nog, dit is best een logische droom vergeleken met andere dromen. Maar goed, daarna was ik een keer in de zogeheten computerkamer van mijn vader en zag ik daar cd’s van de Beatles.

Ik luisterde ernaar en ik was, zoals ze zeggen, hooked.

Familiekwaal, denk ik. Mijn vader is fan (logisch te verklaren, want de Beatles waren zijn jeugd), mijn broer en ik ook. Ik weet niet hoe vaak ik sindsdien naar de Beatles heb geluisterd, maar geloof me, het was niet weinig.

Nu we de vraag ‘Beatles of de Stones?’ hebben beantwoord, dan de volgende: wie is mijn favoriete Beatle? Hoewel ik de andere drie Beatles vanzelfsprekend ook goed vind, is mijn favoriet Paul McCartney (of Macca, zoals hij door zijn fans wordt genoemd). Waarom? Hij heeft verschillende stijlen in zich (goed in ballads, maar kan bijvoorbeeld ook rocken, bespeelt meerdere instrumenten). En ik weet niet, ik vind zijn solowerk ook echt geweldig.

Dus, lieve mensen, zo is het gekomen. Nu moeten jullie niet denken dat het een obsessie is. Ik zeg niet tegen mensen die Paul heten: ‘Oh mijn god, je heet net zoals Paul McCartney!’, ik weet niet alle tourdata van 1965 uit mijn hoofd en ik heb niet de Beatles-jukebox van 5000 pond die ik in de Beatles Store in Londen zag gekocht (maar als ik het geld had…). Daarentegen weet ik wel de volledige naam van James Paul McCartney (James Paul McCartney dus), heb ik een hekel aan Yoko Ono en wil ik graag naar Liverpool. Dus.

Hoe zit het met jullie? Houden jullie van de Beatles of hebben jullie het lef om een andere band de beste ever te vinden? :P

*No worries, die blogjes ga ik schrijven ook! ;)

Laura beroept zich: Joop de vrachtwagenchauffeur

Laura beroept zich is een serie waarin ik een aantal mensen interview (in real life dus, niet via de mail ofzo) over hun beroep. Dit gaat van machinist tot leraar geschiedenis. Deze keer: Joop de vrachtwagenchauffeur!

***

Joop ken ik al wat langer. Hij is precies zoals ik me een vrachtwagenchauffeur voorstel: een volslank lichaam en enorm veel anekdotes om te vertellen.

Gaan, gaan en blijven gaan

Als jongen van dertien jaar vond Joop alles wat met auto’s te maken had al geweldig. Zijn vader was automonteur en hij ging graag mee naar de sloperij. Na een aantal baantjes te hebben gehad, haalde hij zijn rijbewijzen om vrachtwagenchauffeur te worden. Hij is begonnen met het vervoeren van afval en dat doet hij nu nog steeds. Op een blauwe maandag heeft hij groenten gereden, maar hij ging snel weer terug naar het afval, omdat bij de groenten alles gejaagd ging. Wat Joop sowieso opmerkt, is dat in de 35 jaar dat hij werkt, alles veel sneller en gehaaster is geworden. Een praatje maken is er tegenwoordig niet meer bij. Het is gaan, gaan en blijven gaan.

Lekker vrij zijn

Joop houdt niet zo van files (maar wie wel?). Ook kan hij zich ergeren aan asociaal rijgedrag. Een ander nadeel is dat hij vaak laat thuis is en een onregelmatig leven heeft.
Maar de nadelen wegen niet op tegen de voordelen. Joop vindt het fijn dat hij lekker vrij is en dat hij overal komt. Bovendien is het contact met collega’s ook fijn. Dat is zelfs zo goed dat het inmiddels zijn vrienden zijn geworden.

Te hard rijden

Een groot vooroordeel is dat vrachtwagenchauffeurs te hard rijden. Joop is het daar niet mee eens. Het lijkt alleen maar zo. Omdat vrachtwagenchauffeurs hoger zitten, hebben ze meer overzicht en zien ze dus eerder wat er gebeurt.
Dat er niet zoveel vrouwen in het wereldje zitten, klopt wel. Volgens Joop zijn er een stuk of vijf, meer niet. En die zijn niet, zoals je misschien verwacht, heel erg mannelijk. Maar ze worden gelukkig wel goed in de groep opgenomen.

Op bezoek bij de koningin

Een paar jaar geleden werd paleis Noordeinde in Den Haag verbouwd. Het bedrijf waar Joop werkt, werd ingezet om de troep weg te voeren. Ook Joop moest daar zijn met zijn vrachtwagen. Hij reed naar de voorkant, bij de trappen waar de ministers altijd staan. Hij stapte uit zijn vrachtwagen en liep stiekem naar binnen. Hij besloot om te gaan wandelen in de achtertuin en de keuken te bekijken. Opeens werd hij echter in zijn nekvel gegrepen: betrapt.
‘Jij weet ook wel dat jij hier niet mag komen.’ zei de bewaker.
‘Ja, dat weet ik, maar ik kom hier nooit meer van mijn leven!’ antwoordde Joop.
Gelukkig kon de bewaker er wel om lachen. Of de koningin er ook om lachen, is niet bekend…

Het was leuk om Joop te interviewen en vooral zijn verhaal over paleis Noordeinde vond ik erg grappig!

De blaasperikelen

Ik ben een klein (maar ontzettend volwassen en stoer?) meisje. Ik heb kleine voeten (maat 36) en kleine handen (ik ken niemand die kleinere handen heeft dan ik en ouder is dan 12 jaar). Zoals alles bij mij (behalve mijn verstand natuurlijk *ahum*) is ook mijn blaas klein. Dit heeft als gevolg dat ik elk uur minstens twintig keer moet plassen.

Dit is niet leuk, lieve kijkbuiskindertjes. En al helemaal niet als je van het vrouwelijk geslacht bent. Zoals de hele wereld wel weet, zijn de rijen voor het damestoilet GIGANTISCH. Het lijkt wel een Efteling-attractie. Dus hier een tip voor alle dames: als je moet plassen, maar nog niet heel erg, ga dan alvast in de rij staan, want je moet minstens twee uur wachten.

Wanneer is een kleine blaas hebben ook niet leuk? Als je badkamer verbouwd wordt, tijdens de Romereis (bij de opgravingen van het Forum Romanum is geen toilet gevonden) en tijdens achttienurige busreizen naar Italië.

En oh, wat is het een heerlijk gevoel, vooral als je al tachtig uur moet, om dan te plassen: de opluchting.

Maar misschien moet ik toch maar een luier gaan overwegen.

Kusje van je zusje

Bron

Ik heb een broer, al mijn hele leven lang (jawel!). Drieënhalf jaar heb ik zonder gedaan, maar toen kwam ook hij: het broertje. Ik ben dus een zogeheten sandwichkind.

Als enige meisje tussen de jongens (ik heb natuurlijk ook een moeder, maar het gaat nu even over de kindertjes he) is het niet altijd makkelijk. Jongens houden van computerspelletjes, voetbal en dergelijke (ik niet dus), ze slaan je zonder reden en negen van de tien keer kun je geen normaal gesprek met ze voeren (dit is overdreven, maar mensen met broer(tje)s snappen mij wel).

Bovendien is er één ding waar ik me enorm aan erger. Kijk, ik ben een meisje van 20, maar door mijn bolle wangetjes en lengte word ik meestal  altijd jonger geschat. Mijn geliefde broertje is zestien en langer dan ik en vaak denken mensen dat hij ouder is. Nu is dit op zich al irritant, maar het erge is dat mijn ouders er nog aan meewerken ook. Ze zeggen dingen als: ‘Wil jij je broer even roepen?’ Mijn antwoord? ‘BroerTJE!’

Maar goed, ik leef nog en soms kunnen ze best lief zijn. Soms. Eén ding wat ik heel leuk vind om te doen in een mailtje of smsje is dit: rijmen. Verklaar me voor gek (ben ik ook), maar ik vind het zo leuk om onder een mailtje te zetten: ‘Kusje van je zusje’.

Want hoe oud we ook worden, ik blijf altijd het zusje voor mijn broer en de zus voor mijn broerTJE (note voor mijn moeder: ALTIJD, al wordt hij drie meter lang!).

Kus(je) van je zus(je).

(Misschien denken jullie nu: waarom heb je in hemelsnaam een plaatje van Shrek gedaan? Nou, dat zal ik je even uitleggen, het gaat niet om Shrek an sich, maar om het feit dat het een familie is. En dat het een groene familie is, maakt niet uit, dat moet je gewoon respecteren!)

All the single girls (and boys)

Bron

This one is for all the single boys and girls! Zoals jullie weten, ben ik geen vrijgezel, maar ik kan me die tijd nog heel goed herinneren. Mensen die vragen hoe het gesteld is met je liefdesleven (slecht) of wéér een jongen die een ongelooflijke l blijkt te zijn (jullie weten wel dat ik met l niet lolbroek bedoel he?). Dus deze blog is voor jullie. Een aantal redenen waarom het wél leuk is om single te zijn. Deze zijn ook te gebruiken voor verjaardagen als antwoord op: ‘Heb je al een vriend(in)?’

1. Je hebt zeeën van tijd.
Leuk hoor, zo’n liefde. Maar je hebt opeens wel veel minder tijd. Je wilt elkaar minstens één keer in de week zien en dan natuurlijk niet een half uurtje. Hoe ga je dat in godsnaam inplannen naast school, sociale contacten en me-time?

2. Je hebt meer geld om aan jezelf te besteden.
Zoveel maanden bij elkaar, schoonfamilie die jarig is en wat te denken van kerst? Dubbel zoveel cadeautjes kopen! Nee hoor, daar heb jij geen last van. Kom maar op met die bakken vol geld!

3.  Je kan je gedragen zoals je wil.
Ben je chagrijnig? Lekker boeiend, niemand die er last van heeft (behalve de mensen die in hetzelfde huis als jij wonen, maar ach). Je hoeft niet per se lief te doen, je kan ruzie maken met je familie (die gaan toch niet bij je weg). En mocht je dan toch in een goede bui zijn, dan willen je vrienden vast wel een knuffel van je.

4. Geen vervelende schoonfamilie of vrienden.
Jouw vriend(in) is heel leuk, maar die familie? Een stelletje Tokkies zijn het! En wat dacht je van zijn/haar vrienden? (geldt overigens niet in mijn situatie, zowel de schoonfamilie als vrienden zijn aardig) Nee, daar heb jij niets mee te maken. Jij kunt lekker je eigen vrienden uitzoeken.

5.  Alles kan.
Je kunt naar alle leuke jongens of meisjes kijken, flirten wat je wil. En mocht Joseph Gordon-Levitt (je kunt hier ook een andere naam van een leuke en knappe beroemdheid invullen) nou toevallig in de buurt zijn: jij bent niet bezet, dus je kunt volledig je gang met hem gaan!

Natuurlijk zitten er heel veel voordelen aan het niet-vrijgezelzijn. Maar daar ga ik het nu niet over hebben. Probeer deze vijf dingen vooral in gedachten te hebben als er wéér iemand naar je liefdesleven vraagt. Vooral de laatste.

Weten jullie nog meer voordelen?