Wat ze je niet vertellen over hardlopen

– Mannen toeteren en kijken vaker naar je als je rood bezweet in één of ander apenpakje met schoenen lelijker dan Uggs aan het rennen bent dan als je helemaal opgetut in je jurkje loopt.
– Je ontkomt niet aan roze kleding als je hardloopspullen gaat kopen (misschien wel als je een man bent).
– Oordopjes vallen constant uit je oor.
– Als beginnende hardloper kijk je angstig naar de grond als je andere hardlopers tegenkomt, omdat je rent als een slome slak.
– Korte broekjes kruipen constant omhoog, alsof ze willen zeggen: ‘Stop met deze onzin!’
– Honden blaffen naar je en poesjes lopen weg.
– Als Evy ‘lopen’ zegt, bedoelt ze rennen. Zotte Belg.
– Je valt er geen kilo’s per week mee af, maar je krijgt wel meer trek in chocoladekruidnootjes.
– Je haar springt alle kanten op, behalve de goede.
– Evy laat je luisteren naar liedjes waarin ze ‘Eet mijn katje’ zingen (maar dan in het Engels, maar dat ga ik niet op mijn blog zetten, ik krijg al genoeg engerds als bezoekers).
– Je krijgt altijd steentjes in je schoenen op het moment dat Evy zegt dat je weer moet gaan rennen.
– Het water spat er gewoon af, zulke zweethandjes krijg je.

(ja, ik doe het nog steeds, ik ben als jullie dit lezen bezig met les 21 van Evy’s start to run!)

‘Algemene Cultuurwetenschappen, wat kun je daarmee dan?’

‘Dus jij studeert Algemene Cultuurwetenschappen.’
‘Ja.’
‘Wat kun je daarmee dan?’

Deze vraag krijg ik ongeveer tachtigduizend keer in de week (ruim geschat). Nee, ik maak mensen niet beter. Nee, ik los geen rechtszaken op. Nee, ik zal het antwoord op dat wiskundeprobleem niet vinden. Het ligt allemaal complexer. Mensen begrijpen dat niet en gaan er vervolgens vanuit dat mijn studie zinloos is. Want wat is het nut voor de economie, wat levert het op? Ik word er een beter mens van, ik leer kritisch nadenken en ik hoop dat ook over te dragen op mijn omgeving en verder, maar dat is niet genoeg. Keiharde euro’s willen we zien.

Natuurlijk zijn er heel veel mensen die studeren, omdat ze iets leuk vinden en er voor de rest geen idee bij hebben. Maar neem niet klakkeloos aan dat ik ook zo ben. Ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan naast mijn studie, mezelf ontwikkeld, met mensen gesproken, uitdagingen gezocht, gevonden en overwonnen. Ik kan geen bedrijf leiden, maar ik kan wel schrijven en daardoor mensen laten glimlachen of aan het denken zetten. Betekent dat dan niets? Zijn dat soort mensen dan ook niet nodig? Als jij thuis komt van je serieuze baan als manager of verpleegster of leraar en toe bent aan ontspanning, dan ben ik er voor jou. Ik zal meneer Rutte niet blij maken, maar jouw hersenen misschien wel.

Dat is blijkbaar niets waard.

Wat is dan wel wat waard? Minimaal 12 uur college hebben in de week, een vak leren, een échte studie volgen zoals geneeskunde, want als mensen niet snappen wat je doet, dan is het blijkbaar niet nodig. En ik ben het echt zat dat mensen zo denken. Want probeer je maar eens een wereld voor te stellen zonder kunsten, zonder journalisten, zonder ontspanning. Dan kan de economie het nog zo goed doen, maar erg gelukkig word je daar ook niet van.

Dus sorry, ik ga geen geneeskunde studeren. En ik spreek iedereen die mij bovenstaande vraag stelt over tien jaar wel weer.

Laura’s liefdesletteren: een ochtend

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Elke ochtend om 7.01 uur precies (ik heb het meerdere malen gecheckt) vliegt Minoes op mijn voeten af. Nog in mijn halfslaap beweeg ik ze van boven naar onder, van links naar rechts, en speel het spelletje mee. Als ze dat merkt, springt ze van het bed af en miauwt klaaglijk bij de deur: baasje, het is tijd om op te staan.
Deze keer komt ze echter bij me liggen, in het warme holletje dat ik tijdens mijn slaap heb gecreëerd. Ik krab achter haar oortje en vraag me af waar ik dit aan verdiend heb. Maar na vijf minuten is het toch echt tijd om te douchen. Ze loopt met me mee naar de badkamer, blijft er dralen, totdat de stralen water mij overspoelen. Met haar grote, groene ogen staart ze me aan, alsof ze mijn gedachten kan lezen. Was het maar zondag. Op zondagen lees ik een boek op de bank, terwijl zij naast mij ligt te slapen. Als ze het zat is, gaat ze op mijn schoot liggen en knuffelen we extra lang.
Maar nu is er geen tijd om te knuffelen, want ik moet over een kwartier al op mijn werk zijn.
Samen ontbijten we, zij met haar brokjes, ik met mijn yoghurt. De krant mag ik van haar niet lezen vandaag, ze kreukt hem met haar pootjes.
‘Nou Minoes,’ zucht ik tegen haar. ‘De week is weer begonnen.’
Ze kijkt me aan en miauwt zachtjes. Weer een week vol slapen, geaaid worden en achter vliegen jagen. Wat een leven. Snel ruim ik op en rammel met mijn fietssleutels. Minoes rent op me af en geeft me kopjes. Samen lopen we de deur uit.
‘Doei Minoes, tot vanavond!’
Ze is al weg, voordat ik op de fiets ben gestapt. Ik heb wind tegen en ben aan de late kant, dus trap ik stevig door. Maar bij het kruispunt kom ik niet verder. In het midden, waar de vier wegen elkaar kruisen, staan mensen in een kring. Een vrouw druk pratend aan de telefoon, een kind dat huilt en gewijs, heel veel gewijs. Geïrriteerd stap ik van mijn fiets. Moet dit nou echt op déze ochtend? Tussen de mensen zie ik iets op de grond liggen. Een grijs lijfje met donkere strepen.
De tranen vallen tegelijkertijd met mijn fiets.

Series kijken is helemaal niet leuk

‘Jeetje Laura, waar slaat dát nou weer op? Kijk je geen series ofzo?’
Nou, beste lezer, dat doe ik wel. Een aantal zelfs. Dat gaat van het elitaire Downton Abbey tot het wat minder elitaire Grey’s Anatomy en tot de absoluut niet elitaire sitcom How I Met Your Mother. Elke keer als er een nieuwe aflevering is, kijk ik er met veel plezier naar uit, maar of ik er ook met veel plezier naar kijk? Nee, het is verschrikkelijk.

Je hebt namelijk seizoenen in series. En die moeten spannend aflopen, anders wil je niet meer na het volgende seizoen kijken, dat pas na tachtig jaar weer komt. Dus doen ze de verschrikkelijkste dingen in series. Schietpartijen, aanrijdingen, vliegtuigongelukken, noem het maar op, of het gebeurt (vooral in Grey’s Anatomy).

Meestal kijk ik met mijn moeder en ons commentaar bestaat meestal uit: ‘Jeetje!’ (mijn moeder) ‘Verdomme!’ (ik) en ‘Wat een kloteserie.’ (allebei). We raken namelijk emotioneel gehecht aan personages en dus moeten ze niet doodgaan of relaties verbreken of baby’s verliezen (vooral in Grey’s Anatomy). En vooral niet aan het einde van een seizoen.

Maar ja, ik ben een nieuwsgierig mens, dus elke keer trap ik er weer in. Gelukkig is How I Met Your Mother begonnen aan het laatste seizoen.

(of niet gelukkig natuurlijk, want wat moet ik anders doen met mijn leven?)

Ik ben nog steeds heel stoer hoor

Op 3 oktober viert Leiden dat de Spanjaarden opgerot zijn. Dit betekent dat de stad al vanaf 29 september overgenomen wordt door kermisattracties en ander ongein. Maar, als echte niet-Leidenaar, moest ik er wel naar toe, met mijn echte wel-Leidenaar als vriendje. Ik zal je uitleggen hoe dat ging.

Je baant je een weg door de mensenmassa, kermisattracties, snoepkraampjes, Vietnamese loempia’s, banaan met slagroom (ja serieus, hoe vies is dat?). De panterprintjes zijn niet te overzien, want nou ja, het is niet bepaald de elite die erop af komt (behalve ik natuurlijk). Vermakelijk is het wel, want je kunt urenlang op één plek blijven staan en je niet vervelen. Zoveel dronken en aparte mensen, daar is Koninginnedag (Koningsdag) niets bij.

Ik ben een stoere meid. Dat weten jullie. Vorig jaar was ik ook met mijn vriendje in de zweefmolen geweest, dus dat moest nu weer gebeuren.
‘Neeeeee, doe me dat niet aan!’ roept mijn vriendje nog, maar zoals dat hoort in een gezonde relatie luister ik niet naar hem.
Ik kijk naar de zweefmolen, zie staan dat hij zestig meter hoog was en denk: goh, dat is wel een stukkie de lucht in. Mijn vriendje staat ondertussen bibberend naast me (alhoewel dat ook van de kou kon zijn), want die heeft hoogtevrees. Maar voor de liefde doet hij alles.

Na een tijdje wachten gaan we erin. Ik trappel met mijn benen van de kou van enthousiasme. Steeds hoger en hoger gaann we en ja hoor, het is nog net zo leuk als vorig jaar! Ik kijk over de hele stad heen, heb een leuke jongen naast me, dus het is allemaal dikke prima.

Totdat ik me bedenk hoe hoog we zijn en dat we dood zouden zijn als het ding los zou schieten.

Totdat het karretje/dingetje opeens wat meer begint te schommelen.

‘Ik vind het eeeeeeng!’ zeg ik tegen mijn vriendje, die nu opeens de stoerste is.
‘Wat voor eettentjes heb je allemaal al gezien?’ vraagt hij en ik denk: waar heb je het over? Dit ding is eng, ik wil eruit! Maar hij blijft volhouden en leidt me af met gepraat over eten, totdat we weer veilig aan de grond staan.

Ik denk dat ik volgend jaar maar op diezelfde grond blíjf staan.

Mijn ervaring met pilates

Afgelopen maandag had ik college in Amsterdam. Ik snelde me na dat drie uur durende college naar de tram, naar de trein en daarna naar mijn fiets. Eenmaal thuis kleedde ik me om en ging hardlopen. Nadat Evy had gezegd dat ze fier op me was, stouwde ik wat eten naar binnen, zag dat ik als een gek moest fietsen en fietste dus als een gek: naar pilates.

Ach ja, pilates, dacht ik. Even lekker ontspannen na een drukke dag. Daar had ik dat harde fietsen wel voor over. Ik zag de blauwe matjes al liggen. Heerlijk.

We begonnen met een beetje warm maken. Nu had ik het al warm genoeg, maar ach, dat was niet erg. Maar daarna begonnen we met de benen. Mijn benen brandden als een gek. Ik had namelijk amper een uur eerder hardgelopen. Bij elke oefening werd het gevoel dat mijn benen eraf zouden vallen groter. Ik hoorde ze schreeuwen: ‘Doe ons dit niet aan, Laura, alsjeblieft! Hardlopen is al erg genoeg!’ Maar ja, ik was er nu toch al.

Mijn buikspieren waren al een tijdje niet gebruikt, maar ook die werden aan het werk gezet. Dat vonden ze niet zo leuk. Ik kon bijna de lerares niet horen door al die stemmen uit mijn buik en benen.

Gelukkig sloten we af met tien minuten liggen, terwijl er zweverige muziek werd gedraaid. Ik dacht aan de lerares die betaald werd om onder andere tien minuten lang naar mensen te kijken die op matjes liggen, aan wat ik morgen zou eten, aan al die teksten die ik nog moest lezen en samenvatten.

Nee, ontspannen kan ik het niet noemen. ‘Je kunt beter naar yoga gaan,’ zei een meisje tegen me. Vooruit, ik zal het een keer doen. Maar niet meer na het hardlopen.