Weetjes over ‘wie schrijft, die blijft’


Een deel van mijn aantekeningen (interview met Ad Grooten). Nee, daar kun je geen kaas van maken. Ook geen chocola trouwens.

Inmiddels staan er zeven interviews in de serie ‘wie schrijft, die blijft’ op mijn blog over mensen wiens beroep op de één of andere manier met schrijven te maken heeft. Er komt er sowieso nog één aan en daarna weet ik het nog niet. Dat ligt namelijk aan hoe mijn indeling er na de zomer uitziet. Ik heb college en moet daarnaast ook werken (als iemand nog een leuk bijbaantje in Oegstgeest/Leiden weet, let me know!), dus ik weet niet of ik tijd overhoud voor het interviewen. Ik hoop het natuurlijk wel en als het wel past, ga ik er ook zeker mee door! Ik vind het namelijk één van de leukste dingen om te doen voor mijn blog en ik leer er veel van.

Goed, dan nu de weetjes!

– Dit zijn de blogjes waar ik de meeste tijd aan besteed. Echt mensen, het is bijna niet normaal. Allereerst moet ik mensen die ik wil interviewen mailen. Als ze bereid zijn geïnterviewd te worden, moet er gemaild worden over de afspraak: wanneer en waar? Daarna bedenk ik de vragen (ik heb wel veel vragen die ik iedereen stel, maar het is natuurlijk wel aangepast aan het beroep). Vervolgens ga ik naar de afspraak. Op de één of andere manier is het nooit dichtbij. Het meest dichtbij was in Den Haag en dat is anderhalf uur reizen. Het meest ver weg was in een dorpje boven Hoorn en volgens mij heb ik verdrongen hoelang reizen dat was. De meeste interviews vonden echter plaats in Amsterdam en ook dat is niet dichtbij. Maar dat heb ik ervoor over!
Oké, dan vindt het echte interview plaats. Meestal duurt dit een uurtje. Daarna weer terug naar huis en dan begint het: het uitwerken. Eerst typ ik het interview letterlijk, dus woord voor woord, uit, omdat ik mezelf nog niet genoeg vertrouw om een goed interview uit te schrijven als ik dat niet doe. Daarna maak ik er het echte interview van zoals je die op mijn blog ziet.

– Ik neem het interview op met een voicerecorder én ik schrijf mee in een schrift. Dit, omdat ik bang ben dat het mis gaat. En terecht, want het is één keer mis gegaan (het laatste interview op mijn blog). Ik weet niet precies hoe het kwam, maar er was helemaal niets opgenomen en daarom moest ik het van mijn aantekeningen hebben. Uiteindelijk wel gelukt, godzijdank.

– Er is niks mis met interviews via e-mail en telefoon, maar ik wil het graag face to face en ik doe het dus ook alleen maar face to face. Ik ben hiermee begonnen, omdat ik ervan wil leren en ervaring op wil doen. Dat gaat het beste face to face. Bovendien is dat ook het beste voor het interview. Je vormt zo een beter beeld van de geïnterviewd en dat neem je ook mee in je stuk. Oh en wat is er nou leuker dan nieuwe mensen ontmoeten? :)

– Deze serie heeft voor leuke dingen gezorgd. Zo heb ik nieuwe mensen leren kennen, veel geleerd over schrijven, ben ik naar nieuwe plaatsen gegaan (zo zit de studio van Ad Grooten in een voormalig mortuarium!) en is er een column over mij geschreven.

Wat ik vermoedde, klopt ook daadwerkelijk: ik vind interviewen heel leuk om te doen (dan mag ik eindelijk eens onbeschaamd nieuwsgierig zijn) en ik zal er ook zeker niet mee stoppen!

De matrassenman

Verhuizen is niet makkelijk, zeker niet als je ouders’ huis zo’n zeventig kilometer van je nieuwe kamer is verwijderd. Want hoe doe je dat met meubels? En wat te denken van het matras?

Allereerst kwamen de mannen van de Ikea de meubels brengen. Ze zouden tussen negen en één uur komen. Toen ik dat hoorde, gooide ik er een aantal scheldwoorden uit, want: ‘Dan moet ik hartstikke vroeg weg en je zult zien dat ze pas om één uur komen.’ (het is namelijk twee uur reizen voor mij met het openbaar vervoer) Maar het wonder geschiedde: ze kwamen om negen uur. Ik heb de Ikea dus in mijn hart gesloten (ook al begint het wel te vervelen als je er in drie keer in een maand bent geweest).

Maar ja, wel leuk hoor, die meubels, bank, tafel, bed. Maar wat is een bed zonder matras? Daar heb je eigenlijk niks aan, ligt niet zo lekker, alleen een lattenbodem. Dus moest er een matras komen.

Een matras van 140 bij 200 centimeter vervoer je niet zomaar even. Gelukkig bestaat er zoiets als een matrassenman. Deze meneer komt in zijn vrachtwagen naar je toe en sleept je matras zelfs nog die tachtigduizend trappen op.

Een paar dagen geleden zou hij komen, de matrassenman. Tussen acht (!!!!!!) en twaalf uur. Mensen op Twitter hadden me al gewaarschuwd: ‘Die komt om half één.’ Oké oké, het was niet zo geweldig als met de Ikea, maar hij kwam. Om half tien. In de tussentijd vermaakte ik me met afwassen (van mijn nieuwe servies, niks laten vallen!), het kapot maken van het touwtje van de lamellen (ik word ook wel eens handige Harry genoemd) en creatieve foto’s van mijn lamp maken, zoals je hierboven ziet.

Ik rende naar beneden toen ik hoorde dat de matrassenman er was. Ik vloog bijna, zo hard rende ik. Ik kon zijn vrachtwagen al zien. Met één arm leunde hij op het halfopen raampje. Diezelfde arm was versierd met een tatoeage. Ik houd niet zo van tatoeages, maar bij hem maakte het me niet uit.

Want mijn god, wat was de matrassenman knap.

Hij bracht mijn matras naar boven, die tachtigduizend trappen op (oooh, hij is nog sterk ook!), legde het matras op de lattenbodem, nam het geld aan en… ging ervandoor.

Ik vertelde erover op Twitter en ik weet niet wat voor reputatie heb, maar iedereen vroeg gelijk of ik het matras samen met hem heb uitgeprobeerd.

Sorry, ik heb mijn reputatie geen eer aangedaan.

Nu maar hopen dat de postbode in Oegstgeest een knappe jongen is.

Je moet Laura nog even krabbelen


Een deel van mijn Hyvesprofiel. Ja, ik heb hem nog. Nee, ik kijk er nooit op (alleen voor dit blogje nu dan even). Ik ben sinds 11 november 2010 nog wel naar meer concerten geweest. En nee, na twaalf seizoenen kijk ik ook geen America’s Next Top Model meer. Die fase is voorbij. 

Vroegah, toen was er nog geen Facebook (oké, eigenlijk wel, maar dat is niet leuk voor het verhaal). Zelfs Twitter (‘Zelfs Twitter?!’) bestond nog niet. Nee, wij, lieve kijkbuiskindertjes, wij hadden Hyves.

Nu moet u weten, ik zou noooooit Hyves nemen. Nee, Hyves was voor stomme breezermensen en het ging er toch alleen maar om hoeveel ‘vrienden’ je had. Maar ja, toen had een jongen uit mijn klas de foto’s van de Romereis op Hyves gezet en moest ik wel Hyves aanmaken om die te zien.

Op Hyves stuurde je geen berichtjes naar elkaar, nee, ben je gek. Je ‘krabbelt’ iemand. Ja inderdaad. Dus dan zeg je niet: ‘Je moet Laura nog even een berichtje sturen.’ Haha grapjas. Nee, dat wordt dan: ‘Je moet Laura nog even krabbelen’. Converseren wordt dan heel apart.

Op Hyves like je geen foto. Nee, er viel helemaal niks te liken daar. Je gaf respect. Respect geven vinden ze namelijk erg belangrijk bij Hyves. Het beste kun je natuurlijk én respect geven én reageren. Als je dat heel graag wil, dan moet je onder je profielfoto ‘R+R=back’ zetten. Maar dat is alleen voor insiders.

Op Hyves had je geen tijdlijn. Hyves had heel veel vragen, namelijk: wie, wat, waar ook wel www genoemd. Ga je een spelletje spelen? Laat het Hyves even weten. Ben je superduperverliefd op je kalverliefde? Ook dat moet Hyves weten natuurlijk.

Dus nu weten jullie wat Hyves is. Helaas is Hyves niet meer, of nou ja, op sterven na dood. Ik zou hier graag een moment stilte voor willen hebben.

Zo en dan ga ik nu even mijn Facebook checken.

‘Wat een leuk t-shirt heb je aan!’ en andere complimenten

httpv://www.youtube.com/watch?v=83-9d9d8L9o&feature=youtu.be
Credits: Robin.
Allereerst: ik vind het superdupereng om een filmpje te laten zien waarin ik voorkom. Het is een verslag van de middag. De tweede keer dat ik op mensen af stap, loop ik weer terug, omdat ik ‘Hallo!’ zei, maar ze me gewoon negeerden :( En op het laatst konden we de briefjes niet meer echt kwijt (het was etenstijd), dus hebben we er een paar in brievenbussen gemikt.  Ik ben benieuwd wat die mensen dachten toen ze dat in hun brievenbus vonden haha. 

Er was een plan van een kleine blogmeeting (niet van mij overigens) in de zomer. Uiteindelijk werd het wel erg klein, want afgelopen zondag kwamen alleen Rosalie, Robin, Irving en ik opdagen op Utrecht Centraal. Na een terrasje was het natuurlijk weer tijd voor een gekke actie.

Situatie nummer 1: het viertal bevond bij het pleintje bij de Dom van Utrecht. Om ons heen talloze toeristen en af en toe een verdwaalde non. De benodigdheden waren gekleurde briefjes en een marker. En slachtoffers. Want wat gingen wij doen? Complimenten op briefjes schrijven en aan mensen geven (niet willekeurig, want het moet wel gemeend zijn).

Dit, lieve mensen, is makkelijker gezegd dan gedaan. Robin begon. Hij zag een meisje met felgekleurd rood haar en wilde een briefje met ‘Ik vind je haar cool!’ geven. Daar is niks mis mee. Het probleem was alleen dat ze niet Nederlands was. Gelukkig kan Robin nog wel een beetje Engels en kon hij de boodschap nog wel overbrengen, maar ja, wat moet je dan met dat briefje?

Daarna deden Rosalie en ik een poging. Een compliment is toch moeilijk te verzinnen en hoe zorg je ervoor dat je geen toerist te pakken hebt? (nee, niet omdat toeristen geen complimentjes mogen krijgen, maar hoe weet je of het een toerist is of een Nederlander). Ik zag een oud omaatje bij de bushalte en die leek wel wat vrolijks te kunnen gebruiken. In plaats van een compliment schreef ik (iets van): ‘Fijne dag!’
We liepen op haar af en ik wenste haar een fijne dag. Eerst keek ze me verbaasd aan (‘He? Jongeren die aardig doen, wat is dit?’), maar daarna glimlachte ze. Toen ik terugliep, zag ik dat ze het briefje meerdere malen herlas.

Bij de Dom zou het niet goed lukken. Dit moest anders.

Situatie 2: we gingen op een paar bankjes zitten bij een bruggetje over één van de vele grachten. Er werd bedacht dat we eerst dingen op briefjes moesten schrijven (niet per se complimenten) en dan kijken naar de mensen die langs lopen en als het past, het ze geven. Dat waren dingen als: ‘Eet smakelijk!’, ‘Wat heb je een leuk t-shirt aan!’ en ‘Wat lach je leuk!’ (die laatste, zodat Robin nog wat meisjes kon versieren). Ieder kreeg iets van vijf briefjes.
Ik had drie keer ‘eet smakelijk’.

Het is ongelooflijk, maar eigenlijk reageerde iedereen wel leuk! Ik had ‘Have a nice day!’ aan een vrouw gegeven en dat vond ze lief. Veel mensen waren eerst verbaasd (Duh, zou ik ook zijn.), maar moesten daarna wel lachen. Eén van de meest succesvolle acties tot nu toe dus!

En toen viel de dag letterlijk in het water, want de regen deed heeeeel erg zijn best om neer te vallen.

Ondanks dat was het toch een leuke dag :)

Laura de postbezorger

httpv://www.youtube.com/watch?v=cAa8s0yxf0c
Hét liedje dat bij dit bijbaantje hoort.  

Ik heb vakantie. Je moet toch wat, met zo’n vakantie. Bijvoorbeeld een vakantiebaantje. Nu ging het zoeken naar dat desbetreffende baantje niet zo geweldig. Uiteindelijk vond ik er toch één: postbezorger bij een niet nader te noemen postbedrijf.

Dit is wat ze je niet vertellen over de post bezorgen:
– Dat je zo’n brief in de bus gooit en er geen ‘Ik waak hier’-bordje staat en je je dus kapot schrikt van een blaffende hond. En als er wel een ‘Ik waak hier’-bordje staat en je er dus op voorbereid bent, blaffen ze juist niet. Nou ja zeg!
– Dat je vingers op een gewone bezorgdag wel zo’n honderd tot tachtigduizend keer blijven steken in een brievenbus.
– Dat je heel veel spinnenwebben en andere leuke dingen die de natuur ons gegeven heeft tegenkomt.
– Dat ik post moest bezorgen bij een exachtig persoon. Maar niet tegengekomen, jammer hoor!
– Dat de schoudertas en fietstassen die ik te leen heb enorm naar kattenvoer stinken. Ik heb dan ook meerdere katten achter me aangehad. Helaas niet vanwege mijn persoonlijkheid of looks dus.

Dan nu de statistieken:
– Aantal spinnenwebben waar ik in ben gelopen: ontelbaar.
– Aantal kindjes dat voor de deur bleef staan om naar me te kijken (ik ben ook zo interessant!) en terugzwaaide toen ik zwaaide: 1.
– Aantal kindjes dat me gezelschap hield tijdens het post bezorgen: 1. (‘Amy heeft een hele grote hond.’ ‘Oh ja, hoe groot?’ ‘1.80 denk ik.’)
– Aantal katten dat terug praatte wanneer ik een gesprek met ze probeerde aan te knopen: 0.
– Aantal mensen dat me aanstaarde, omdat ze blijkbaar nog nooit een postbezorger hebben gezien: minstens 20.
– Aantal leuke jongens dat ik onderweg ben tegengekomen: een schamele 5.
– Aantal oud-klasgenoten dat me vol medeleven aan keken toen ze me tegen kwamen: 1.

Wisten jullie dat postbezorgers ook nachtmerries hebben? Mijn grootste nachtmerrie was dat ik van plan was om net de laatste brief van een straat te bezorgen, toen ik erachter kwam dat ik bij de verkeerde straat was. Probeer die fout maar eens te herstellen. Gelukkig is het me nooit overkomen.
Een andere nachtmerrie was dat ik mijn fiets uit het oog zou verliezen en hij, inclusief tassen vol brieven, gestolen zou worden. Die kans is klein in een dorp als het mijne, maar toch word je er een beetje een stresskip van (wat ik natuurlijk normaal niet ben).

Wat stiekem wel leuk is? Naar binnen gluren (oooh dat mag niet, Laura), mensen begroeten en de radio luisteren tijdens het bezorgen. Dat was het wel.

En nu is het voorbij. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat ik superrijk ben, maar dat is alleen in mijn dromen zo. Weer een beroep dat ik van mijn lijstje kan afstrepen!

(En nu een bijbaantje in Leiden of Oegstgeest vinden. Tips zijn altijd welkom).

Laura’s brieven: Rosalie en Robin

Negenenveertig mensen wilden graag een brief van mij ontvangen. Die brieven schrijven is dan ook wat ik de komende tijd ga doen! Het zijn niet alleen bloggers, maar ook onbekenden of familie. Ik stel vragen (nieuwsgierig als ik ben) en zij geven antwoord!

Rosalie


Klikkerdeklik om het groter te maken.

Rosalie heb ik een paar weken geleden ontmoet met de stoepkrijthappening. Een ontzettend lief meisje dat erg van muziek houdt.



En ze heeft een goede muzieksmaak! De quote die ze noemt, hebben we ook nog heel groot op het schouwburgplein in Rotterdam gestoepkrijt. Overigens zat de brief in een mooie envelop, maar ik weet niet meer waar die is haha.

Robin


Ook hier kunt u op klikken.

Ook Robin deed mee met het stoepkrijten! Naast blogs maakt hij ook filmpjes en podcasts.

De brief is opgevrolijkt met leuke tekeningetjes en echt, het moet gezegd worden: wat een mooi handschrift! Wel een beetje jammer dat hij me een watje noemt, vinden jullie niet?

Zotte en zalige zoektermen (3)

laura ik zie ik zie wat je niet kan zien

Hallo, jij kent het spelletje duidelijk niet goed. Je moet nog zeggen welke kleur het is.

dragen jongens treggings

Ik mag hopen van niet. Hetzelfde geldt voor meisjes trouwens.

wanneer moet je goedemiddag zeggen

Als je ’s middags iemand tegen komt die je kent. Pas op: niet zeggen als het ochtend of avond is!

hebben ze bij de hunkemoller pashokjes

Nee helaas. Je zult de lingerie gewoon midden in de zaak moeten aanpassen.

HELP shirtje staat me niet

Meid, het is een ramp.

hoe heet dat liedje uit twilight als ze in de bomen klimmen

Ik zou me heel erg zorgen maken als ik dat zou weten.

Mannen doen niks in het huishouden

Alleen als je ze niet goed opvoedt.

jij bent mijn alles

Ik weet niet wie je bent, maar dit vind ik een beetje creepy. Want jij bent dus niet mijn alles.

mijn haar staat

Mijn haar ligt.

legging als broek

Nee, nee, NEEEEEEEEE.

moet ik hem whatsappen of niet?

Denk jij dat ik dat zo al kan zeggen? Wie is ‘hij’? Waar kennen jullie elkaar van en hoe lang al? Whatsappt hij jou wel eens uit zichzelf? ZOVEEL VRAGEN.

waar moet je je handen houden bij drie kussen

In de lucht alsof iemand net tegen je heeft gezegd: ‘Je geld of je leven!’

ik vind achtbanen wel leuk, maar niet meer eng

Oké. Bedankt voor deze nuttige informatie.

lauradenkt de enige echt

Dat je dat maar even onthoudt.

Fictief interview met mijn kamer

Na de zomer verhuis ik naar een nieuwe kamer in Oegstgeest. Nu ik hier nog woon, leek het me een goed idee om een keer het gesprek aan te gaan met mijn oude kamer.

Slechte ideeën heb ik toch.

Ik deed de deur van kamer open en zei: ‘Goeeeeeeeeedemorgen!’
‘Hoi.’ klonk het dof.
Ik haalde mijn wenkbrauwen op.
‘Alles goed?’
Mijn kamer keek me niet aan toen hij antwoordde.
‘Ach ja, wat is goed? Met jou gaat het blijkbaar wel goed.’
‘Ja, dat klopt. Vind je dat erg dan?’
Mijn kamer ging met zijn rug naar mij toe zitten.
‘Ja…’ klonk het zacht.
Ik ging naast hem zitten en sloeg mijn arm om hem heen. Gelukkig sloeg hij die niet weg, zoals ik eigenlijk verwacht had.
‘Wat is er dan, lieverd?’
Hij haalde zijn schouders op.
‘Ik vind het niet leuk dat je me in de steek laat.’
Verontwaardigd stond ik op.
‘Wat? Waar heb je het over? Dat ik naar Oegstgeest ga?’
Mijn kamer knikte.
‘Ja. Je hebt een nieuwe kamer gevonden. Je hebt het er de hele tijd over hoeveel groter en leuker hij is dan ik. En hem ga je veel meer zien. Ik voel me achtergesteld.’
Ach, arm kamertje van mij. Ik had er geen idee van dat hij zo verdrietig was.
‘Oh liefje, maar jij blijft toch altijd mijn eerste kamer? Ik woon al mijn hele leven in je, je denkt toch niet dat onze liefde niets meer voor me betekent, alleen maar omdat ik naar een ander ga? En bovendien kom ik terug in het weekend, dan heb ik alle tijd voor je.’
Ik bood hem een glaasje roosvicee aan.
‘Het komt wel goed, schatje.’

Maar toen ik daarna even naar beneden ging, hoorde ik hem toch nog zacht snikken.

Het gebeurt meestal onverwachts

Het gebeurt meestal onverwachts en gaat net zo snel voorbij als het gekomen is.

Misschien schijnt het zonnetje. Maar dat hoeft niet. Misschien ben je samen met al je vrienden en familie. Het gebeurt op een bruiloft. Het komt voor wanneer je een kat of een hond aait.

Meestal zijn het juist op die dagen waarvan je denkt: eigenlijk is er geen enkele reden dat ik me zo moet voelen. Je leven is niet perfect. Er zijn studies om te behalen, rekeningen om te betalen, kinderen om op te voeden.  Je wederhelft/geliefde/halve trouwboek/kroeliewoelie is niet de prins(es) op het witte paard of überhaupt niet in je leven. Er moet nog steeds een paar kilo eraf (of juist erbij). Er is altijd wel wat.

Misschien is het als je in het gras ligt en de warmte van de zon op je huid voelt. Of juist op zo’n dag dat het keihard regent en je bijna overweegt om je winterjas aan te trekken.

Eigenlijk kan het op elke dag.

Het is het besef: ik ben gelukkig.

En voor je erbij stil kan staan, ben je het eigenlijk al vergeten.

Flirt erop los met tante Laura

Ach ja, die jongens. Ze zijn lief hoor, maar flirten? Daar zijn ze niet altijd de beste in.
‘Maar Laura, ik ben een jongen en ik vind een meisje leuk en wat moet ik doen?’
Lieve jongen, tante Laura helpt je met haar adviezen. Overigens komen deze tips ook voor in ‘Flirt erop los met tante Laura’, binnenkort verkrijgbaar in alle boekenwinkels voor maar liefs vijftig euro! (een koopje, al zeg ik het zelf)

1. Kijk haar in de ogen.
Dus niet zo’n dertig centimeter daaronder, hoe laag het truitje ook mag zijn. En ook al doe je het stiekem: we hebben je door.

2. Duik niet meteen bovenop een meisje.
Dat wordt niet gewaardeerd. ‘Maar-‘ Nee, echt niet. Sowieso is het eerst handig om het één en ander van elkaar te weten, bijvoorbeeld haar naam.

3. Schep niet op over je Mercedes (vooral niet als het in werkelijkheid een Ford Ka is).
Ten eerste zijn wij niet geïnteresseerd in auto’s (ik althans niet) en ten tweede houden we niet van opscheppers.

4. Sms/mail/bel eens uit jezelf.
Kijk, je hebt twee handen gekregen (dat hoop ik althans). En je hebt waarschijnlijk ook een mobieltje/computer. Daar kun je hele leuke dingen mee doen, bijvoorbeeld een smsje sturen naar je crush (bij gebrek aan een beter woord) met de vraag of ze wil afspreken. Oh en nog een tip: sms/mail eens terug!

5. Heb lef.
En dan de laatste van slechts vijf gouden tips (in mijn boek staan er welgeteld vijftig, dus dat is één euro voor elke tip, zoals ik al zei: een koopje!). Er gebeurt hoogstwaarschijnlijk niets als jij niets doet. Dus stap op haar af, in godsnaam! Ja, je kan een blauwtje lopen, maar het zou ook zomaar goed kunnen gaan.

En ik heb jullie nog wat leuks te vertellen! Omdat ik dus dit geweldige boek heb geschreven, kom ik binnenkort in de Oprah Winfreyshow. Speciaal voor mij maakt ze nog één aflevering. Is het geen schat?