Everybody in their own imagination decides what scary is

Heel veel dingen zijn eng. De achtbaan die over de kop gaat, over je gevoelens praten of: nieuwe mensen ontmoeten.

Ben ik wel leuk genoeg? Wat als hij of zij me niet aardig vindt? En waar moeten we in hemelsnaam over gaan praten? Dat soort vragen schieten je dan door het hoofd. En dat kan je ervan weerhouden om nieuwe mensen te leren kennen.

Dat is zonde. Want het is leuk om aan de vaste club mensen met wie je om gaat een nieuw persoon toe te voegen. En nieuwe mensen brengen ook weer nieuwe ideeën en onderwerpen. Wie weet word je wel vrienden.

Zelf vind ik nieuwe mensen ontmoeten ook eng. Dat is één van de redenen dat ik ben begonnen met Laura beroept zich. Hierdoor dwong ik mezelf om met mensen te spreken die ik nog nooit eerder had gezien en ik moet je zeggen: tot nu toe zijn ze allemaal heel aardig! En wat ik ook merk: hoe meer ik het doe, hoe minder eng het wordt.

Dus maak eens een praatje met iemand die je niet kent of spreek af met die internetvriend (mits betrouwbaar en natuurlijk wel op een plek waar veel mensen zijn, voor de zekerheid). Ja, het is eng, maar: het is ook ontzettend leuk.

Ontmoet jij vaak nieuwe mensen? En hoe dan?

Ik heb een tv


Ik heb een tv. (‘Gefeliciteerd, Laura.’ ‘Dankjewel.’) Dit is echter geen normale tv. Ik wil wedden dat jullie allemaal een LCD tv hebben met een plat scherm, waarop je 3D kunt kijken (zonder bril) en je zelfs in de tv kunt springen (a la Sjakie en de Chocoladefabriek). Ikzelf ben niet gezegend met zo’n televisie-apparaat.

Ik weet eigenlijk niet eens hoe oud hij is. Ik gok minstens tien jaar. Mijn tv is zo oud dat er nog videobanden in kunnen. Hij is alles behalve plat, hij heeft wel iets weg van de buik van vulhierdenaamvaneenrandommanmetdikkebuikin. Mijn afstandsbediening doet het al jaren niet meer. En hij is grijs, niet zwart zoals alle hippe modellen.

Maar het maakt niet uit. Ik accepteer mijn tv zoals hij is. Ik vind hem erg lief, want hij kan opnemen (ook al doe ik dat niet zo vaak) en hij functioneert nog naar behoren.

Dat ik hem (bijna) nooit aanzet, is een klein detail.

Bloggen en de omgeving


Ik ben niet de enige die hierover blogt, maar toch wil ik het even aan de orde brengen. In het begin toen ik deze blog begon, had ik mijn ouders erover verteld, mijn vriend/het vriendje en een paar vrienden. Meer mensen niet, want ik wist niet zeker wat ze ervan zouden vinden. Toen kwam opeens het Nico Dijkshoorn-gedoe en dat vond ik zo leuk dat ik het aan iedereen vertelde. Sindsdien zijn er maar weinig mensen die het niet weten (ik zet mijn updates ook op Facebook en Hyves) en is mijn blog geen geheim (wat het sowieso al niet was).

Maar dat is niet bij iedere blogger zo. Sommige mensen vertellen het liever niet aan iedereen, omdat ze een persoonlijke blog hebben. En anderen schamen zich er misschien voor. Maar voor de andere bloggers: waarom vertel je het eigenlijk niet aan je vrienden? Waarschijnlijk vinden ze het heel leuk (mijn vrienden in ieder geval wel) en reageren ze er enthousiast op. En door die reacties krijg jij weer meer plezier in het bloggen.

Wie weten allemaal van jouw blog en wie niet (en waarom die specifieke personen dan niet)?

Zomaar een vrijdag

Bron

Vandaag, op een maandag,  ga ik geen typische vrijdag uit het leven van Laura beschrijven, simpelweg omdat dat niet zo boeiend is. Nee, dit gaat over een niet zo typische vrijdag uit het leven van Laura.

Allereerst stond ik vroeg op. Nu moet je weten dat voor een student negen uur al vroeg is, kun je je voorstellen hoe vroeg dit was. Waarom ik dat deed? Ik had een sollicitatiegesprek voor een niet nader te noemen bedrijf, in de horeca.  Het gesprek ging goed. Er kwamen vragen langs als: als je vrienden vijf karaktereigenschappen moesten geven over jou, wat zou het dan zijn? (probeer dan maar even iets te bedenken, bovendien moet je minstens één negatief iets doen, maar natuurlijk weer niet al te negatief) Met wat voor soort mensen kun je niet zo goed omgaan? (mensen zoals Geert Wilders) (nee, dat heb ik niet gezegd)
Ik gaf intelligente antwoorden, al zeg ik het zelf. Ik kwam op haar over als ‘communicatief vaardig’. Merci. Er is altijd een maar: ze twijfelde. Waarom? Ze wist niet of ik wel een bubbly personality had.

Ik heb dit aan meerdere mensen verteld en ze wisten allemaal niet wat een bubbly personality was. Nu weet ik dat wel, slim als ik ben, namelijk zoiets als: sprankelend, extravert, outgoing. Maar goed, ik wil het graag alsnog verbieden dat mensen deze twee woorden OOIT in hun mond nemen. En dat zeg ik niet, omdat ik zelf blijkbaar geen bubbly personality heb.

Ik geloof niet dat ik word aangenomen.

Maar dat maakt niet uit, want ik heb mijn droomberoep al gevonden. Na het sollicitatiegesprek moest ik namelijk een dagje iets gaan doen voor het bedrijf waar mijn moeder werkt. Hiervoor moest ik naar Tilburg, of all places, naar één of ander industrieterrein (omdat het zo gezellig is). Mijn taak? Dozen vouwen.

Ik heb meer dan een paar hersencellen hiermee verloren.

Eerst is het nog een soort van uitdaging. Hoe moet die doos gevouwen worden? Maar daar ben je snel achter. Daarna: sleur. Ik deed het een paar uur en ik had die sleur al. Geen uitdaging. Het is weer een extra motivatie om verder te studeren.

Nee grapje. Ik vond het hartstikke leuk. Ik smeekte mijn moeder of ik dit elke dag kon doen, maar helaas. Het was alleen voor die ene dag. Mijn droom spatte in duigen. Ik ben radeloos.

Zomaar een vrijdag. Een vrijdag die veel betekende voor me, namelijk het verliezen van de hoop.

Dus alsjeblieft, heb jij nog dozen voor mij die ik kan vouwen?

(Er zijn vast mensen die dit voor hun werk doen en natuurlijk moet iemand het doen, dus het is niet beledigend bedoeld, maar het is duidelijk niet iets voor mij!)

(Dit klinkt net alsof het bedrijf waar mijn moeder werkt een dozenvouwerij is, als dat al een woord is, maar dat is het dus niet. Wat het wel is,  eh tja, dat is een goede vraag.)

De taal der liefde is niet altijd even mooi

De liefde. Wat is het (hij/zij) toch mooi. Helaas zijn de namen die worden gegeven aan degene met wie je samen bent heel wat minder mooi. Hieronder een selectie.

1. ‘Hoe gaat het met de verkering?’
Vooral mensen van mijn ouders’ generatie vinden het leuk om deze term te gebruiken. Maar het punt is: de laatste keer dat ik het woord ‘verkering’ op een serieuze manier gebruikte, was op de basisschool. Ik ben geen meisje van zes meer (zo jong zie ik er nou ook weer niet uit!).

2. ‘Ik kom met mijn partner.’
Een leraar van mij heeft deze zin eens uitgesproken, waardoor wij dachten dat hij homoseksueel was. Niet dus. Ik vind partner echt zo afstandelijk, zo zakelijk. Waar is de romantiek gebleven?

3. ‘Hij is echt mijn wederhelft/soulmate.’
Ik vind soulmate eigenlijk erger, maar wederhelft is toch ook al behoorlijk dat je denkt van ‘die heeft een relatieverslaving’ (zie de eerste aflevering van Café de Liefde van dit seizoen). Ik ben wel behoorlijk romantisch ingesteld, maar of er echt zoiets als een soulmate bestaat? Ik zou het in ieder geval maar niet hardop roepen dat hij/zij je soulmate is, je weet nooit wat er in de toekomst gebeurt…

4. ‘Dit is mijn lover.’
Eerlijk toegeven: ik gebruik het woord ‘lover’ wel eens. Maar meer op de niet-serieuze manier. Ik vind het klinken alsof je een spannende vakantieliefde in Spanje hebt. Een gepassioneerde, maar vluchtige liefde dus.

5. ‘Hubby en ik gaan boodschappen doen.’
Rillingen krijg ik hiervan. Engelse woorden gebruiken mag van mij (lief he?), maar dit gaat me te ver.

Zelf omschrijf ik mijn verkering/partner/wederhelft/soulmate/lover/hubby als het vriendje. Er zijn vast mensen die daar van walgen. Ieder zijn eigen smaak zal ik maar zeggen :)

Van welk woord op dit gebied gruwel jij?

Zes maanden

Zes maanden geleden begon ik deze blog. Zes maanden heb ik dagelijks geblogd. Eerlijk gezegd ben ik wel een beetje trots op mezelf dat dat me gelukt is. En ik zal jullie wat verklappen: ik ga er gewoon mee door!

Ik ga proberen hier niet een al te sentimenteel stukje van te maken (dat bewaar ik wel voor als ik één jaar deze blog heb), maar: ik ben ontzettend blij dat ik ermee ben begonnen, het maakt me elke dag weer blij en vooral door jullie. Al die lieve reacties en überhaupt dat jullie het lezen (veel mensen ook dagelijks!), dat is echt heel erg tof. Dus heel erg bedankt daarvoor!

Overigens is dit ook de dag dat ik al twee maanden de bejaarde leeftijd van twintig jaar heb bereikt, maar dat is natuurlijk veel minder interessant.

Ik weet niet of jullie het leuk vinden, maar zo niet, dan hoef je het natuurlijk niet aan te klikken. In ieder geval, hier een selectie van vijf stukjes (in willekeurige volgorde) waarmee ik tevreden ben, waar veel reacties op zijn of die met Nico Dijkshoorn te maken hebben.

1. De baard van Nico
2. Ik wil een volkstuintje
3. Fictief interview: Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden a.ka. Heer Voldemort
4. Red me! Gespreksonderwerpen tijdens verjaardagen
5. Het sms-mysterie: arme Frans

Voor de rest wil ik in dit blogje ruimte geven voor jullie commentaar (hopelijk worden jullie niet al te bot haha). Wat vinden jullie leuk en wat minder leuk? Wat kan er verbeterd worden? Wat wil je vaker zien? En zijn er nog onderwerpen waar ik PER SE over moet bloggen? (ik kan wel wat inspiratie gebruiken)

In ieder geval dus HEEL ERG SUPERDUPERBEDANKT! :D

D.A.N.C.E.

Bron

Ik ga wel eens uit. De laatste tijd niet meer zoveel, dat krijg je met een vriend, vriendinnen die allemaal een andere agenda hebben en geldgebrek. Behalve een wijntje (niet voor iedereen, maar voor de meesten wel) hoort daar ook het dansen bij. Ik kan dit in mijn geval met één woord beschrijven: faal.

Kijk, ik ben niet echt een uitbundig type. Met alcohol gaat dat al wat beter, maar wat het dansen betreft blijft er altijd een rem op zitten. Ik beweeg een beetje heen en weer (‘Laura, waarom dans je niet? Je moet meer met je heupen bewegen!’) en daar blijft het dan ongeveer bij. Ik schud niet met mijn kont, zwiep mijn haren niet heen en weer en ik weet nooit waar ik mijn handen moet laten. Nee, ik ben geen robot en ik heb echt wel ritmegevoel (ik heb op stijldansen gezeten en ik heb goud, dus, puh, helaas krijg je dan niet echt goud, maar is het gewoon een naam). Dus. Ik weet het niet. Pure schaamte.

Totdat ik op mijn kamer ben. Ik zet een leuk nummer op en voordat ik het weet, ga ik los (oké, mijn definitie van los dan, ik ga niet dansen zoals van die vrouwen in boemboem-muziek). Of het goed dansen is, weet ik niet. Maar ik heb er plezier in (niemand die naar me kijkt, geen kanikweldansengedachtes, geen mensen die zeuren dat ik meer moet bewegen) en daar gaat het om.

Dan ga ik nu even verder dansen.

De badkamerblues

Pas op: dit is een overdreven zeikblog. Bedankt voor uw aandacht.

Onze badkamer werd verbouwd. Dit is natuurlijk iets om blij mee te zijn: lang leve de regendouche! Maar voordat het allemaal zover was, moest er nogal wat gebeuren. Dat gingen we niet zelf doen (twee linkerhanden zit bij ons in de genen), maar dat deden de badkamermannen.

Nu moeten jullie weten dat de verbouwing twee weken duurde. Dit waren mijn laatste weken vakantie. In de vakantie hoor je uit te slapen en leuke dingen te doen, óók die laatste twee weken. Mais ce n’est pas possible. Ik moest elke dag vroeg mijn bed uit en aangezien iedereen naar school/werk was, moest ik thuisblijven. Om koffie te zetten.

Ja, ik heb twee weken lang voor koffiemevrouw gespeeld. En het erge is: ik kreeg er niet eens voor betaald. Het enige wat ik eraan heb overgehouden is dat ik weet dat de ene badkamerman koffie met melk en suiker wil en de andere zwart met suiker.

Wat ook heel leuk is, vooral als je net als ik ongeveer elk uur minimaal tachtig keer moet plassen, is wanneer ze het water eraf doen. Tip: zet vooral geen rustgevende ‘muziek’ in de vorm van watervallen aan.

Bij een badkamer horen ook zaken als een douche, wc, wasbak etc. Na al veel herrie en gesloop kwamen de badkamermannen die brengen. Dat doen ze natuurlijk nét die ene tien minuten dat je moeder even naar de Albert Heijn is en jij nog in je pyjama (relaxbroek + oversized Oasis-bandshirt) rondloopt. Tot zover de illusie van mijn stijl en elegantie.

Dan heb ik het nog niet over het moeten douchen bij andere mensen (‘Daar ben ik weer!’), het stof, de radio (die natuurlijk nooit op een leuke radiozender staat) en het feit dat ik twee weken amper een sociaal leven had (oké, dat is overdreven, MAAR TOCH).

Maar het is voorbij. Thank God! Elke dag kan ik de regendouche verblijden met een bezoekje, ik kan gewoon weer tachtig keer per uur plassen en er is niemand die mijn Oasis-shirt meer ziet.

Dus handjes in de lucht: de badkamerblues is voorbij!

Grenzeloos Verliefd

Grenzeloos Verliefd. Hét Net 5-programma. Ik kijk er graag naar. Het format is dit: hopeloos verliefde vrouw emigreert naar het land waar haar soulmate woont.

In de praktijk gaat dat zo: doodnormale Nederlandse vrouw wordt tijdens een backpacktocht/vakantie/stage/studie in het buitenland verliefd op de local daar. Dit is echter niet een land zoals België of Duitsland, maar één of ander Heel Ver Land. Ze heeft haar lover maximaal één of twee weken gezien, maar toch weet ze het dan al zeker: dit is de liefde van mijn leven en ik wil bij hem zijn.
Nu zou je denken: zij woont in een beschaafd en rijk land als Nederland, laat hem lekker naar haar toe komen! Maar nee, denkt zij, ze is wel in voor wat avontuur: ik ga lekker naar Ghana, Paaseiland of Mexico, kan mij het nou schelen!

Eerst vindt ze het geweldig. De liefde, het eten, de cultuur. Maar langzamerhand komen er scheurtjes. Ze kan geen baan vinden, spreekt de taal niet en de liefde van haar leven? Die is niet bepaald de prins op het witte paard.

Vaak komt het wel goed, maar soms ook niet.

Dus hierbij een boodschap voor mijn soulmate/grote liefde/prins op het witte paard (voor het geval het vriendje dat niet is, maar één of ander ‘exotisch’ geval): je komt maar lekker naar Nederland!

Kijk jij wel eens dit soort programma’s?

Help! Mijn man is een verzamelaar

Sommige mensen snap ik niet. Eigenlijk snap ik heel veel mensen niet, maar daar gaat het niet om. Verzamelaars. Die begrijp ik dus niet. Postzegels, kattenbeeldjes, pincetten, navelpluisjes, kettingsluitinkjes, wimpers, paardenuitwerpselen (zie je hoe ze oplopen van bizar naar bizarder? Die laatste paar heb ik trouwens verzonnen, maar met mensen die dat verzamelen, is iets serieus mis). I don’t get it.

Wat is er nou leuk aan om iets te verzamelen? En al helemaal van dat soort belachelijke dingen. Kijk, ik weet wel leuke dingen om te verzamelen: geld bijvoorbeeld. Doe ik zelf ook graag. Maar pennen? Seriously? Pennen zijn om mee te schrijven!

Natuurlijk kan een goede collectie veel geld opleveren. Maar het punt is: die mensen willen het helemaal niet verkopen. Ze zijn veel te veel gehecht aan hun puntenslijpers/kurkentrekkers/fotolijstjes. Het zijn hun kindjes, weet je wel. Soms zijn ze er zo obsessief mee bezig dat ze niet eens denken aan hun bloedeigen kinderen, van vlees en bloed dus, kun je je voorstellen.

Overigens zou je kunnen stellen dat ik gele post-its verzamel of kleding of tijdschriften, maar dat is gewoon rotzooi in mijn kamer waarvan ik geen zin heb om het op te ruimen.

Dus alsjeblieft, stop met verzamelen. We leven niet meer in de prehistorie.

(stiekem vind ik sommige dingen die mensen verzamelen helemaal niet stom, zoals boeken en elpee’s, maar dat is ons geheimpje, want dan komt bovenstaande weer niet geloofwaardig over)