(Groot)ouders: u of jij?

Ik heb het er al eerder over gehad over u/jij zeggen tegen oudere mensen. Maar hoe zit dat met je (groot)ouders?

Allereerst over Mutti en Vati. Zelf zeg ik ‘je’ tegen mijn ouders. Natuurlijk omdat me dat zo geleerd is, maar ik sta er ook zelf achter. Als je ‘u’ zegt tegen je ouders, dan schept dat een bepaald soort afstand en dat is iets wat je (lijkt mij) niet wil hebben bij de mensen die het dichtst bij je staan! Om dezelfde reden zeg ik ook gewoon ‘mam’ of ‘pap’ in plaats van mijn ouders voornamen (oké, dat doe ik wel eens, maar dat is dan voor de grap of in een winkel wanneer ze niet reageren op ‘mama’ of ‘papa’).

Maar de generatie boven mij (dus mijn ouders) zeggen tegen hun ouders wel ‘u’. Ik denk dat dat met een generatieverschil te maken heeft. Vroeger was het erg belangrijk om respect voor je ouders te hebben en daar hoort het ‘u’ zeggen bij. Ik denk dat tegenwoordig juist het dicht bij elkaar zijn/het contact belangrijker is en dat mijn generatie dus ‘je’ zegt. Dat wil niet zeggen dat we geen respect voor onze ouders hebben, maar de verhouding ligt wel ietsje anders (vroeger kon je het eigenlijk niet maken om tegen je ouders in te gaan, dat is tegenwoordig wel wat anders haha).

En dan de grootouders. Tegen mijn oma zeg ik ‘u’ en ik heb ook nooit iets anders gezegd. Ik vind het hier eigenlijk anders liggen dan met mijn ouders. Je grootouders staan toch wat verder van je af en ik denk dat daar respect wel belangrijk(er) is. Ik kan het eigenlijk niet zo goed uitleggen. Het heeft voor een gedeelte ook met leeftijd te maken, denk ik. Ik bedoel, mijn oma is meer dan zestig jaar ouder dan ik.
Onderscheid tussen de verschillende opa’s en oma’s werd bij ons (alleen mijn oma leeft nog) gemaakt door achternaam, maar bij anderen gebeurt dat bijvoorbeeld door plaatsnaam.

Nu ben ik wel benieuwd wat jullie vinden en doen. Zeggen jullie ‘je’ tegen je ouders? Wat zeggen jullie tegen je grootouders en hoe noemen jullie ze? Zeg ik echt dikke onzin of ben je het met me eens?

Laura’s brieven: nog een keer Flow Magazine


Ook hierop kunt u klikken om het groter te maken.

Een paar dagen geleden had ik geschreven over het antwoord dat ik van Flow Magazine gekregen had. Blijkbaar heeft het tijdschrift dat gelezen, want gisteren zat er iets bij de post!

Hierboven kunnen jullie het kaartje zien waarin Flow Magazine excuses maakt voor het standaard antwoord. Daarnaast heb ik een flink aantal leuke spulletjes gekregen! Een notitieboekje, een knipkunstposter, een ikweetniet (dat zwarte, weet iemand waar het voor dient?), cadeaustickers en de laatste Flow Magazine. Enorm veel dus!

Ik vind het heel erg leuk om te krijgen, maar ik moet ook kritisch zijn. Want ik heb alsnog geen antwoord op mijn vragen gekregen.

Dus mijn mening is als volgt: wat ik goed vind, is dat Flow Magazine goed in de gaten houdt waar en wat er over hen geschreven wordt. Ik heb meerdere antwoorden van bedrijven online gezet die niet zo leuk waren, maar daar heeft nog nooit iemand op gereageerd. Máár: het antwoord hoort natuurlijk in eerste instantie al gewoon goed te zijn. Bovendien is hij in tweede instantie ook niet helemaal goed, omdat ik alsnog geen antwoorden krijg.
Maar dat gezegd: ze hadden het ook zo kunnen laten. Ze hadden al die dingen niet op hoeven sturen. En ze hebben excuses gemaakt.

Ik ben dus geneigd om het door de vingers te zien, maar wel met het eerste antwoord en het niet beantwoorden van de vragen in mijn achterhoofd houdend.

Wat vinden jullie ervan?

Update: inmiddels heeft Flow Magazine zelf gereageerd op mijn blog en daarbij antwoord op mijn vragen gegeven (zie de reactie van Jocelyn) :)

Paul is dead

Paul McCartney is dood.
‘He, maar dat heb nog niet gelezen in de krant/op internet?’
Nee, dat klopt. Het is namelijk al een flink aantal jaartjes geleden gebeurd.
‘Maar hoe kan dat nou, hij heeft toch laatst een concert in Nederland gegeven?’
Nee, lieve mensen, dat was niet de echte Paul McCartney. Dat is degene die al sinds 1966 zijn invaller speelt: William Campbell.

Wat is er gebeurd? In 1966 is Paul McCartney bij een auto-ongeluk om het leven gekomen. Dat was natuurlijk niet zulk gunstig nieuws voor de Beatles. Want hoe moest het verder met de band? Gelukkig was daar William Campbell, ook wel ‘Faul’ genoemd, zodat de band gewoon kon blijven bestaan.

Maar hoe zijn mensen deze vreselijke gebeurtenis dan toch te weten gekomen? Door allerlei hints natuurlijk! Het ongeluk gebeurde om vijf uur ’s ochtends. In het liedje ‘She’ leaving home’ wordt Wednesday morning at five o’clock as the day begins gezongen. En in ‘Good Morning, Good Morning’ wéér: People running around, it’s five o’clock (dat zijn de getuigen van het ongeluk).

Zo zijn er nog talloze voorbeelden. He blew his mind out in a car, he didn’t notice that the lights had changed uit ‘A Life in a Day’ bijvoorbeeld. En op de albumhoes van Abbey Road loopt ‘Paul McCartney’ op blote voeten (de dode), John Lennon is in het wit en dus de priester, de in het zwart geklede Ringo Starr is de begrafenisondernemer en George Harrison, in zijn spijkerpak, is natuurlijk de grafdelver. En als je het liedje ‘Strawberry Fields Forever’ achterstevoren luistert (want het is echt niet raar om liedjes achterstevoren te luisteren), dan hoor je de woorden Please guess he’s dead.

En dit is nog niet eens de helft van de aanwijzingen. Voor meer kun je ook deze documentaire kijken.

Het spijt me dat ik jullie niet in de waan heb gelaten dat Paul McCartney nog leefde, maar ik wilde graag dat men de waarheid eens wist. Het zal ongetwijfeld als een schok komen, sorry…

Die Diederik


Zo’n koffertje heeft Diederik, maar dan in het bruin.

Op een dag was ik mijn notitieboekje aan het doorlezen op zoek naar inspiratie. Opeens zag ik iets staan. Wanneer en waarom ik het opgeschreven had, wist ik niet meer en daarom verzon ik onderstaand verhaal erbij:

Diederik had het allemaal volgens het boekje gedaan. Zijn havo afgerond, een hbo-studie communicatie gedaan en nu eindelijk zijn droombaan (en dat in tijden als deze!) gevonden: junior-adviseur bij een niet nader te noemen reclamebureau (waarschijnlijk met een naam als Koetjes en Kalfjes of Reclame Radar).
Dit is wat Diederik aan had op zijn eerste dag: nette bruine schoenen (met zelfs een kleine hak) en een donkerblauw pak met een lichtblauw overhemd. Hij had een lekker luchtje op en zijn gezicht was voorzien van een laagje dure dagcrème. Je kon een liniaal recht langs de scheiding in zijn haar leggen. In zijn bruin-leren koffertje (je moet je tas altijd matchen met je schoenen was hem geleerd) zaten de door zijn vriendin gesmeerde boterhammetjes. Kortom: hij was er klaar voor.

Hij werd voorgesteld aan Pieter-Jan, Jan-Peter en Hendrik-Jan, zijn collega’s.
‘Haha, je zal je naam moeten veranderen, kerel!’ bulderden ze.
Diederik vond het niet zo grappig.
De dag begon met een kop koffie (van Nespresso, what else?) en een paar grappen over vrouwen, die ik hier niet zal herhalen. Daarna moest Diederik een stapel papieren doorwerken, die voor zijn gevoel niet echt nuttig waren.
‘Voor de vergadering natuurlijk!’ was het antwoord toen hij vroeg waarom.
Misschien was dat de uitgelezen mogelijkheid voor Diederik om zijn kwaliteiten te laten zien. Als praeses van zijn studentenvereniging had hij altijd het hoogste woord gehad en hier verwachtte hij niets anders.

Na een paar uur werd hij door Pieter-Jan (of was het toch Jan-Peter?) opgehaald om naar de vergaderzaal te gaan.
‘Wat voor broodje wil jij?’ vroeg Pieter-Jan/Jan-Peter.
‘Oh, ik heb mijn eigen lunch bij me.’ antwoordde Diederik.
Pieter-Jan/Jan-Peter keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.
‘Maar het is op kosten van de zaak!’
Diederik wees op de boterhamzakjes die hij uit zijn koffertje had gehaald. Er zat een briefje bij: ‘Veel succes op je eerste dag, kroelbeertje. Hou van je. X tijger.’
Hij wilde het in zijn zak stoppen, maar Hendrik-Jan kreeg het te pakken. Hij las het hardop vol en allen bulderden ze van het lachen. Behalve Diederik.
Blozend griste hij het papiertje uit de handen van Hendrik-Jan en stopte het in de zak van zijn nieuwe pak.
Nadat de opmerking ‘Eet jij maar lekker de bammetjes van Tijger op hoor, Died!’ was gemaakt, ging de vergadering dan toch echt van start.
‘We moeten meer feeling krijgen bij de klant.’ begon Jan-Peter.
‘Ik denk dat we voor het communicatieplan light moeten gaan.’ zei Pieter-Jan. ‘En dan even Jan-Jaap contacteren.’
‘Ik zal het in de reminder zetten.’ was Hendrik-Jans antwoord daarop.
De ogen waren op Diederik gericht. Het was zijn beurt om een belachelijke uitspraak te doen.
‘Eh, ehm, ik eh moet even naar de wc.’ zei hij en rende naar het herentoilet.
Eenmaal daar barstte hij in tranen uit. Hoe ging hij deze onzin in godsnaam overleven?
Uit de verte hoorde hij nog Jan-Peters stem (‘Maar doe je dan niet mee met de borrel?’) en toen werd alles donker…

Goed, dat was het verhaal van de arme Diederik. Ik weet niet hoe het er precies op reclamebureau’s aan toe gaat, maar ik heb wel zo’n idee (vol met vooroordelen :P). Nu willen jullie natuurlijk weten wat er in mijn notitieboekje stond. Inmiddels weet ik trouwens weer hoe ik hierbij ben gekomen. Ik zat in de trein en daar zaten nou ja, twee mannen die waarschijnlijk Hendrik-Jan of Jan-Peter heten en ze maakten gebruik van deze uitspraken, die ik dus opgeschreven heb: ‘in de reminder zetten’ en ‘communicatieplan light’.

Het is echt, tja, verbazingwekkend dat mensen zulke dingen kunnen verzinnen. Ik weet in ieder geval één ding zeker: ik ga niet bij een reclamebureau werken.

Kennen jullie nog meer van dit soort uitspraken?

Zenuwwappig

Twee weken geleden had ik een presentatie. Ik houd niet van presentaties. Het gaat steeds beter, maar vroeger dacht ik een week van tevoren al: help! Maar daar heb ik het al eerder over gehad. Het gaat vandaag over het zenuwachtig zijn zelf.

Als er iets vervelend is, dan is het wel zenuwachtig zijn. Want je kan er niet zoveel tegen doen. Je kan niet stil zitten, je handen zweten en je buik doet raar (en nee, het zijn geen vlinders). Je kan alleen maar denken aan dat sollicatiegesprek/die presentatie/de date. De rest van de wereld bestaat even niet.

En het is stom, vooral omdat het vaak zinloos is. Je wéét dat het over gaat, zodra je je (hopelijk) toekomstige baas de hand hebt geschud en gaat zitten of als de eerste woorden gezegd zijn. Maar denken de zenuwen die door je lijf gieren: oh weet je wat? We stoppen wel met gieren, want het heeft toch geen zin en het komt wel goed. Niet dus. Ze gaan gewoon lekker door.

Er is maar één ding dat helpt tegen de zenuwen: datgene waar je zenuwachtig voor bent vaker doen. Ik had het zelf bijvoorbeeld met het ontmoeten van nieuwe mensen en inmiddels heb ik het al zo vaak gedaan dat het geen big deal meer is.

Dat was de wijze Laura-raad van vandaag. Morgen zijn we er weer met nog een tip van tante Laura. Nog een fijne dag gewenst!

Waar ben jij zenuwachtig voor (geweest)?

Leunstoelliefde

Vandaag ga ik het over de liefde hebben en hierbij wil ik vertellen dat ik dit (helaas) niet zelf bedacht heb, maar dat dit uit een lezing van Jan Drost komt tijdens de Soul Masqué. En om even onbetaalde sluikreclame erdoor heen te gooien: het staat waarschijnlijk ook in zijn boek Het Romantisch Misverstand (die ik overigens niet gelezen heb, maar een ieder die het mij cadeau wil doen: ik houd je niet tegen).

Ik heb jullie al eerder het verhaal van de bolvormige wezens verteld, maar voor de mensen die te lui zijn om te klikken even in het kort: het verhaal ging dat mensen vroeger bolvormige wezens waren met vier armen, vier benen en twee geslachtsdelen (soms dezelfde geslachtsdelen, soms niet). Maar op een gegeven moment werd Zeus, de oppergod, boos en spleet de wezens in tweeën. Sindsdien zijn de wezens op zoek naar hun wederhelft, want zonder hen zijn ze niet compleet.

Er is dus een romantisch misverstand gebaseerd op dit verhaal en dat is: liefde is jagen naar het hele. Zonder de ander ben je niet compleet. We willen samensmelten met hem of haar. Ja, we zijn alleen geboren en we gaan ook alleen weer dood, maar in de tussentijd horen we toch met iemand samen te zijn? Want vrijgezel zijn, dat hoort toch niet? Kijk alleen al naar de maatschappij die de voorkeur geeft aan stelletjes.

Maar, zegt Jan Drost, als er sprake is van samensmelting: wie heb ik dan om van te houden? Het is een eenheid, er is niemand om van te houden. Je kan de twee personen niet los van elkaar zien.

Relatietherapeuten zeggen dat de meeste problemen in huwelijken voortkomen uit het willen zijn van een eenheid.  Mensen denken dat je het altijd met elkaar eens moet zijn. En als dat dan een keer niet zo is, zit je met de gebakken peren.

En dat is juist wat je niet moet doen. Het is eigenlijk heel raar om te denken dat je één kunt zijn met iemand anders, dat je precies dezelfde ideeën en gevoelens en opvattingen kunt hebben als een ander. Dat jullie een eenheid zijn. Je kunt beter van een tweeheid uitgaan, die niet per se hetzelfde hoeft te zijn. De voorwaarde voor een liefdesrelatie is dat je met zijn tweeën bent (er schijnt een vrouw getrouwd met zichzelf te zijn, maar dat kan dus eigenlijk niet he). Je moet dus niet alleen vanuit jezelf denken.

Dat zou ook betekenen dat er niet zoals als de ware is. Want die tweeheid, die kun je niet per se alleen met Harry vormen. Misschien lukt het ook wel met Gerrit.

En als de ware niet bestaat, dan bestaat leunstoelliefde (geweldig woord trouwens), wachten op de ware, ook niet. Maar wat is volgens Jan Drost het belangrijkste? De films en de boeken die je goed vindt, zeggen iets over jou en wat je zoekt in de liefde. Ga geen romantische komedies kijken, want die zijn niet realistisch. Kijk góede films (hij noemde Revolutionary Road, die heb ik niet gezien, maar ik vind Blue Valentine een goed voorbeeld) en gooi de chicklits weg.

Al kan ik het zwijmelen zelf nog niet helemaal opgeven.

Wat mijn tags over mij en mijn blog zeggen

Ik heb tags. Ja heus, geloof me maar! En niet een stuk of twee, nee eerder ehm ja, een stuk of 1050 (eigenlijk meer). Dit, lieve lezer, kan natuurlijk echt niet. Tags zijn goed (Google is er dol op), maar 1050? Is dat niet iets teveel van het goede? En wat is eigenlijk je niche, Laura? Waarom heb je een blog als het over van alles en nog wat gaat en je niet één overkoepelend onderwerp hebt zoals: opgezette honden, deurknoppen of desnoods haarelastiekjes? Dan zou je ook niet zoveel tags hebben.

Goed, dat was wel weer genoeg kritiek voor vandaag. Laten we maar naar de tags zelf kijken. Want dat is me toch wat. Ik ben blij dat ze in ieder geval relevanter zijn dan de zoektermen die ik krijg. Maar ja, ík ben dan ook degene die deze voortreffelijke tags (‘Ahum, Laura.’) verzint.

Wat meteen opvalt, is dat ik van dingen met de letter L houd, maar hoe kan dat ook anders als je Laura heet? Het meest voorkomende onderwerp op mijn blog is de brief Nu kan dat wel kloppen, want ik heb de afgelopen tijd iets van zestig brieven ofzo geschreven. En ik mag dan wel op de universiteit zitten, maar blijkbaar geeft de middelbare school (die goede, oude tijd, snik) me meer inspiratie.

En oh, wat is mijn blog zelf-reflectief, eigenlijk is het een meta-blog (een blog over bloggen), want kijk eens hoe groot het woord ‘bloggen’ daar staat! Tevens houd ik van uitdagingen, boeken, films, liefde, liedjes en geef ik enorm veel tips. Ik heb veel vragen en de trein komt ook wel eens langs.

Het enige familielid dat er tussen staat, is mijn broertje en dat is nota bene degene die mijn blog niet leest. En tóch houd ik van hem (dit leest hij ook niet, dus dat kan ik best zeggen).

Goed, nu weten jullie eindelijk waar mijn blog over gaat (pfff en dat na meer dan een jaar!). Toch nog handig, die tags.

Waarom ik blij ben dat ik geen WhatsApp heb


Dit is dus geen BlackBerry, want zo hip ben ik niet. En er staat Samsung op, dus je had het ook wel kunnen raden.

Ik heb geen WhatsApp. Dat is nogal shocking tegenwoordig (‘Oh mijn godddd, loser! Iedereen heeft toch WhatsApp?’). Reden hiervoor is dat ik geen smartphone heb (‘Dubble loser!’). Ik mag dan pas twintig jaar zijn, maar ik ben nu al hopeloos ouderwets.

Soms sms ik. Ik heb geen idee wanneer de ander mij terug smst of wanneer ze het gelezen hebben. En ik kan daar prima mee leven (‘Wat knap van je!’).

Maar stel je eens voor dat je WhatsApp zou hebben (dit is een app waarmee je gratis kunt smsen/chatten) en net een leuke jongen hebt ontmoet.
‘We appen wel!’ had hij gezegd (ik vind overigens het gebruik van het werkwoord appen ook erg verontrustend).
Dat klinkt niet als iets ingewikkelds, maar dat is het dus wel. Want naast het probleem van ‘Zal ik als eerste contact opnemen of wacht ik?’ is er nog iets dat veel irritanter is: je kan zien wanneer iemand online is en je berichtje heeft gelezen.

Stel je gewoon eens even voor dat je dacht (ik ga er nu even vanuit dat je een veertienjarig meisje ben met een BlackBerry en veel make-up op): ‘Jeetje mina, het is al tien minuten geleden dat ik hem mijn nummer heb gegeven en hij heeft nog niets gezegd! Ik ben helemaal niet desperate als ik hem nu app, ik neem gewoon het heft in eigen handen. Hard to get is zo passé.’
Dus je stuurt iets in de trant van ‘Hey, alles goed?’ en gaat verder met het make-upremoverdoekjesritueel of iets dergelijks (het is na het uitgaan).
Eén minuut later kun je jezelf er toch niet van weerhouden. Even kijken. Oh mijn god. Het zal toch weer eens niet waar zijn. Hij is online en heeft het gelezen. Maar hij heeft niets terug gestuurd. Wat een l.. (vul hier zelf een woord in beginnend met een l).
Twee minuten later. Weer niets.
Drie minuten later.  Noppes. Nada. Niks. Je gooit je kostbare BlackBerry op je bed.
Die jongen kan het wel vergeten.

Vijf (!!!) minuten later antwoordt hij pas (‘Hey, gaat goed hoor! Met jou? Ik vond het erg gezelig :)’). No way dat je hem nog terug appt. Hij kan het vergeten.

Als je hem gewoon gesmst had (‘Smsen is voor loserssssss.’), dan zou je niet weten of hij het al gelezen had. En dan zou je binnen vijf minuten een reactie op je sms heel snel gevonden hebben. Dan zou je misschien een date met hem hebben en dan nog één en dan nog één en dan zijn vriendinnetje zijn geworden en dan zijn verloofde en dan zijn vrouw en dan de moeder van zijn kinderen. Weet je wel.

Maar helaas. WhatsApp he. En dan heb ik het nog niets eens over andere mogelijke problemen gehad (ruzie op WhatsApp, break-ups via WhatsApp, met zijn tienen op WhatsApp in een groepsgesprek en jij bent de elfde en kunt er dus niet bij etc. Eigenlijk lijkt WhatsApp wel een beetje op msn, maar dan via de telefoon).

Lang leve de sms (of eigenlijk: lang leve de brief, maar ik wil niet dat jullie oma Laura uitlachen).

Update: iemand heeft me verteld dat je niet kunt zien dat de ander jouw bericht heeft gelezen. Maar je kunt wel soort van zien wanneer iemand online is geweest. Dat zorgt ervoor dat het verhaaltje niet helemaal klopt, maar laten we het erop houden dat het fictie is en dat ik alles mag verzinnen :P

Nederland, oh Nederland

httpv://www.youtube.com/watch?v=tryI72ExYaI

Vandaag weer een paar mooie, Nederlandse liedjes. Gewoon, omdat het kan.

1. Boudewijn de Groot – De vondeling van Ameland.
Ik houd niet zo van Boudewijn de Groot. Hij is me te moody en ik weet niet of hij wel in staat is om te lachen. Maar dit vind ik wel een mooi en bijzonder liedje van hem. Als je naar de tekst luistert, dan merk je dat het droevig is, maar toch zit er ook iets moois aan. Goed, luisteren dus!

2. Toon Hermans – Als de liefde niet bestond.
Toon Hermans is een held. Lieve man met lieve liedjes. Zoals deze. Want wat zou de wereld zonder liefde zijn? (Als de liefde niet bestond/Zou de maan niet langer lichten/Geen dichter zou nog dichten/Als de liefde niet bestond etc.)

3. Spinvis – Bagagedrager.
Ja, Gers Pardoel is gewoon een na-aper met zijn ‘Bagagedrager’, want dit liedje bestond al langer. Zoals al vaker gezegd: je houdt van Spinvis of niet.

4. Acda en de Munnik – Kom nog even niet naar hier.
Mijn favoriete Nederlandse duo. Vooral goed in de rustige, ietwat melancholische liedjes zoals deze.

5. Peter de Koning – Het is altijd lente (in de ogen van de tandartsassistente).
Oké, het verdient niet een *vulhiereenawardvoorNederlandsemuziekin*, maar dat maakt niet uit. Want dit liedje maakt me vrolijk. En jullie gaan me vast heel irritant vinden, omdat het de rest van de dag in je hoofd zal zitten haha.

Weten jullie nog leuke, Nederlandse liedjes?

Niet schrikken van mijn superdupergrote make-upstash!

Zoals beloofd zal ik jullie mijn make-upstash laten zien. Ja, het spijt me mensen, maar het begint er toch echt op te laten dat Lauradenkt.nl (ik ga mijn naam trouwens veranderen naar Lauramake-upt.nl) een beautyblog wordt. Een beetje beperkt vind ik dat wel, dus daarom zal ik ook over fashion bloggen. Ik heb namelijk enorm veel verstand van kleding, bovendien ligt mijn kamer er vol mee (neeeeee, dat heeft ab-so-luut niets te maken met het feit dat ik bijna nooit opruim, hoe kom je daar nou bij?). Ik hoop dat jullie het leuk vinden, maar daar ben ik eigenlijk wel zeker van.

Goed, mijn make-upstash. Ik heb heel veel verstand van make-up. Ik kan in één vloeiende lijn een lijntje onder mijn oog zetten (hebben jullie het woordgrapje al opgemerkt?), ik kan mijn gezicht shapen met behulp van foundation en dergelijke. Als ik zin heb, kan ik er zelfs voor zorgen dat ik er als Angelina Jolie uitzie met behulp van make-up (en een pruik). Ja ach, ik ben maar een bescheiden mens, maar mezelf opmaken, dat kan ik wel.

Dat is ook duidelijk af te zien aan mijn make-upstash. Zoals jullie op de foto kunnen zien, bestaat die uit een mascara. En nee, niet zomaar een mascara. Merken als Max Factor en Maybelline zijn te min voor mij. Ik ga voor het high end merk Hema. Waarschijnlijk is dit merk onbekend bij jullie (hij is ook zo duur haha, dat kan niet iedereen betalen), maar ik kan hem jullie aanraden. Bovendien heeft de Hema niet alleen een gewone variant van deze mascara, maar ook een waterproof. Dat is erg handig voor een huilebalk met lenzen, kan ik je wel vertellen.

Omdat ik enorm lui ben Omdat deze mascara me nogal veel geld heeft gekost, gebruik ik hem niet zoveel. Ik ben erg zuinig op mijn spulletjes!

Goed, sorry voor het lange verslag (dat krijg je als je zoveel spullen hebt), maar dit was dan mijn make-upstash. Ik weet dat jullie allemaal erg onder de indruk zijn, maar weet je: met wat tijd, moeite en geld kom jij er ook wel. Ooit. Op een dag.

Volgende keer een OOTD*, waarbij ik jullie zal verpletteren met mijn gevoel voor stijl!

(*Outfit Of The Day)