1. Mensen leunen op je. Niet oké (‘Oh, normaal leunen mensen altijd op mij, nu kan ik eens op iemand leunen!’)
2. Mensen zeggen: ‘Ooooooh wat ben je toch schattig!’ en knijpen soms zelfs in je wang (au).
3. Op random momenten tillen mensen je op.
4. Als er meerdere mensen in de auto zitten, moet jij op de achterbank in het midden gaan zitten of op iemands schoot.
5. Even lief glimlachen, je schattigste gezicht opzetten en mensen doen opeens heel veel voor je.
6. Als je een t-shirt draagt (Hello Kitty hoeft er niet eens op te staan), word je nóg jonger geschat (12 in plaats van 16 en je echte leeftijd is dus 22).
7. Mensen doen alsof ze je over het hoofd zien. Of ze zien je gewoon echt over het hoofd.
8. Als je een jas of vest van iemand anders leent, dan lijkt het net een jurkje waar je drie keer in past.
9. Mensen schrikken als je een bitcherige opmerking maakt, want dat verwachten ze niet.
10. Het maakt niet uit wat je aantrekt, je blijft schattig. Zelfs in een vuilniszak. (oké, ik weet niet of dat echt waar is, want ik heb nog nooit een vuilniszak aangehad)