Awkward: vijf situaties

Bron

De Engelsen hebben er een perfect woord voor: awkward. Van die situaties die wel heel erg ongemakkelijk zijn en je het liefst uit de weg gaat. Ik noem er een paar:

1. Gezellig, een avondje tv kijken met je ouders om jullie band te versterken. Elke week kijken jullie samen Grey’s Anatomy (om maar even een serie te noemen, wel een leuke serie overigens). Meestal komt het onverwachts. Je hebt net een handje chips genomen als het opeens into your face verschijnt: de seks-scene. Je doet net alsof je het niet ziet en kijkt zogenaamd geïnteresseerd naar dat vogeltje in de trein. Maar ondertussen wil je het liefst verder zappen.
Een tip voor allen: kijk Black Swan niet met je ouders. Of je vriendje. Of vriendinnen. Eigenlijk moet je Black Swan gewoon in je eentje of helemaal niet kijken. Ik zal hier geen verdere details over geven. Neem het gewoon maar van me aan.

2. Je bent met je beste vriendin aan het roddelen praten.
‘Birkenstocks zijn echt lelijk. Wie trekt die stomme schoenen nou aan?’ zeg je.
Je krijgt geen respons. Je blik dwaalt af naar de voeten van je beste vriendin. Oeps.

3. Er is een feestje en je hebt er helemaal zin in. Eindelijk een kans om dat leuke jurkje aan te doen, die nieuwe make-up op te doen en die blingblingsieraden te dragen. De voorpret is al top, hoe leuk moet het feestje dan wel niet worden?
Je belt aan en de gastheer/vrouw kijkt je al een beetje raar aan, maar misschien heb je gewoon tandpasta op je wang. Dan stap je binnen. Iedereen heeft een spijkerbroek aan. Het is duidelijk: je bent overdressed.
(overigens is underdressed zijn ook heel erg gênant).

4. Alles wat met je ex(en) te maken heeft. Dit heeft geen verdere uitleg nodig, neem ik aan.

5. Je staat met een groepje coole mensen. Je hoort er helemaal bij, alles gaat goed.
‘Nou, dat de 3 J’s laatste waren geworden, had ik van tevoren al voorspeld. Daar hoef je geeneens helderziend voor te zijn, haha!’
Je lacht keihard om je eigen grapje. Het groepje coole mensen is stil en kijkt je raar aan. Je begint maar snel over een nieuw onderwerp.

Helaas kun je niet door de grond zakken. Anders had ik dat al heel vaak gedaan.

 

Een mooi moment

Zes jaar lang. Normaalverdeling, de stelling van Pythagoras, kansberekening. Ik weet werkelijk niet hoe ik het overleefd heb: wiskunde. Elke dag sta ik er even bij stil dat ik voor altijd van dit rotvak af ben. Dat ik nooit meer een schrift met hokjes zal bezitten. Dat ik mijn grafische rekenmachine nimmer meer hoef te aanschouwen. Dat ik voor altijd verlost ben van vervelende wiskundeleraren (je kan ook niet anders dan vervelend zijn als je in zo’n vak les geeft). Echt waar, het is een zegen.

Ik zit nu al een jaar op de universiteit (studie: literatuurwetenschap) en op een aantal simpele rekensommetjes na (iets wat ik al geleerd heb op de basisschool) heb ik niets van bovenstaande hoeven te gebruiken. Mijn leven is mooier nu, dat begrijp je wel. Soms staar ik verwonderd naar mijn boekenkast en vraag ik me af waar mijn wiskundeboeken zijn. Ik zoek naar mijn passer, maar ik kan hem niet vinden. Zelfs mijn liniaal is kwijt.

En oh, dat is zo’n mooi moment.
‘Oh ja.’ denk ik dan. ‘Ik heb geen wiskunde meer!’
En dan doe ik even mijn ogen dicht en geniet ik.

 

Het gelukkigste meisje op aarde

Vorige week was ik het gelukkigste meisje op aarde. Waarom? Omdat we twee potten Ben & Jerry’s hadden gewonnen bij de Postcodeloterij. Twee potten, die zich nu in mijn maag bevinden (nee, niet de potten zelf, de inhoud natuurlijk).

Elk vrouwelijk wezen op aarde (en heel veel mannelijke wezens) kennen dit goddelijke goedje wel. Want nee, dit is niet zomaar ijs. Dit ijs is heilig. Na één hapje hiervan wil je nooit meer een Magnum of een Raketje. Dit is een levenslange verslaving.

Ik denk dan ook dat niemand zoveel vrienden heeft als Ben en Jerry. Deze twee Amerikanen hebben elkaar ontmoet tijdens de gymles (hoe ironisch, calorieën verbranden in plaats van opnemen!) en zijn de grootste genieën die momenteel op aarde rondlopen. Ik vraag me serieus af waarom ze nog niet heilig verklaard zijn door de paus. En waarom hebben ze nog geen Nobelprijs gewonnen?

Toch heb ik nog een aantal eisen. Waarom is Ben & Jerry’s zo duur (iets van vijf euro voor een grote pot, twee euro voor een kleine)? En what’s up met dat houten lepeltje bij een kleine pot? Dat eet niet lekker en ik ben bang voor splinters in mijn tong. En dan vooral dit: waarom zijn er niet meer Ben & Jerry’s winkels? Er was er één op de lijnbaan in Rotterdam, maar die is weggehaald. Ja mensen, weggehaald. Hoe kan zo’n winkel nou weggehaald worden? Doe dan eens één van die tientallen H&M’s dicht.

Maar één hapje doet me dit alles vergeten. Ik waan me dan in de hemel en dromenland tegelijk. Dus hierbij, lieve Ben en Jerry: heel erg bedankt!

 

Mijn angst: de catastrofale omslag

Ik heb een angst en die komt soms uit een donker hoekje gekropen als ik bezig ben met een blog. Deze angst gaat zo: op een dag word ik wakker. Het zonnetje schijnt, de vogeltjes fluiten, er lijkt niets aan de hand te zijn. Ik stap mijn bed uit en ja, ik ben zelfs vrolijk. Het eerste wat ik doe, is de computer starten. Ik ben namelijk wakker geworden met een leuk idee voor een blogje. Word opent zich. Een wit vlak verschijnt op mijn beeldscherm. Ik wil gaan typen, maar mijn vingers blokkeren. Wat moet ik eigenlijk zeggen? Met welk woord moet ik beginnen? Ik typ een paar woorden, maar het slaat nergens op. Ik druk op de backspace-knop. Ook de pogingen daarna mislukken.
En dan, met een klap, besef ik het: ik ben de woorden kwijt. Van de één op de andere dag kan ik niet meer schrijven. Ik heb opeens net zoveel schrijftalent als de buurman. En dat is niet zoveel, dat kan ik je wel vertellen.

Mijn dromen zijn weg, want er is geen enkele kans meer dat ik ze kan vervullen. Ik stop met mijn studie en ga bij de Albert Heijn werken. Vijfenveertig jaar lang denk ik aan wat er van mij had kunnen worden als deze catastrofale omslag mij niet had getroffen. Met elke piep van de scanner voel ik een steek in mijn hart. Na mijn pensioen kijk ik veel televisie. Kruiswoordpuzzels durf ik niet aan. Ik doe niet aan boodschappenlijstjes, want ik ben bang voor de pen op het papier. Elke dag als ik opsta, hoop ik dat ik weer de oude ben. Maar dat zal nooit gebeuren…

Gelukkig kan aanleg/talent nooit op de één of andere dag verdwijnen. Het is dus geen realistische angst, maar toch ben ik er soms bang voor.

Welke angst heb jij die eigenlijk niet realistisch is?

Het sms-mysterie: arme Frans

Afgelopen weekend zat ik in Antwerpen. Dat was, zoals je misschien al wel vermoedt, heel leuk. Antwerpen vormt de achtergrond van dit verhaal. Beeld je eens in: ik, Laura, zit samen met het vriendje bij restaurant-café ‘Het Brandijzer’ op een mooie lente-avond. Terwijl we wachten op het eten staren we diep in elkaars ogen, geven we smakkende kusjes aan de ander, oftewel; we doen wat alle kleffe stelletjes doen. Ik had net mijn lippen getuit, toen het vriendje een smsje kreeg. Nu is dit niet heel bijzonder, want iedereen krijgt wel eens een smsje, dus hij ook. Hij liet het smsje aan mij lezen:

Hoi Marcella komende week ff bellen voor een lunchdate! :-) grtz Frans

We hadden allebei het gevoel dat dit smsje niet voor hem was bedoeld, al was het maar omdat hij geen Marcella heet. De vraag is: wat is het verhaal achter dit smsje? Het vriendje en ik zaten nog steeds op het eten te wachten, dus hadden we wel tijd voor een discussie. Ik had bedacht dat Frans Marcella de vorige avond (op donderdag, studentenavond) had ontmoet tijdens het uitgaan. Ze zijn allebei student, ergens in de twintig. Frans sprak Marcella aan en ze hadden een leuk gesprekje.
‘Misschien moeten we een keer afspreken.’ had Frans gezegd.
Marcella had er – dacht hij – enthousiast op gereageerd en zei dat ze een lunchdate wel leuk vond. Dapper vroeg Frans haar telefoonnummer en die had ze voor hem op een bierviltje geschreven. Toen moest Marcella er helaas plotseling zo snel vandoor dat Frans geeneens de kans had gekregen om haar te kussen. Hij nam nog een biertje, maar zonder Marcella was er eigenlijk maar weinig aan. Hij vertrok naar huis.
De volgende dag probeerde hij moed bij elkaar te zamelen. Toen het al een beetje begon te schemeren, dacht hij: nu moet ik wel smsen, anders duurt het wel erg lang. Na tien verschillende teksten te hebben overwogen, typte hij bovenstaand smsje en drukte met ingehouden spanning op ‘verzenden’.
Nu maar afwachten.
Wist Frans veel dat Marcella zomaar een nummer had neergekrabbeld, in ieder geval niet de hare. Ze vond hem eigenlijk niet zo leuk en hij stonk uit zijn mond. Nee, Marcella wilde geen lunchdate. Dan moest ze zeker weer naar die neusharen van hem kijken.

Arme Frans. Wij weten dat die lunchdate er nooit zal komen.

Wat het echte verhaal is, weten we niet. Door een technisch mankement kan het vriendje niet smsen (wat heel erg irritant is by the way) en om Frans nou op te bellen en hem dan duidelijk te maken dat hij bedrogen is door Marcella… Dat gaat zelfs ons te ver.

Wat denk dat het verhaal is achter het smsje?

Fotoleed

Ik kijk in de spiegel en ik zie het meteen: dit is een goede dag. En goede dagen zijn zeldzaam, dat weet jij misschien ook wel. Daar moet je van gebruik maken, dus pak ik mijn camera en zet mijn mooiste glimlach op. Vol spanning druk ik op het knopje, zodat ik kan zien hoe de foto is geworden.
Van schrik laat ik de camera bijna uit mijn handen vallen. Zie ik er echt zo uit? Maar hoe kan dat, in de spiegel leek ik niet op Shrek.

Gelukkig zijn er ook nog de jeugdfoto’s. Alle kinderen zijn schattig, dus ik ook, toch? Vol afschuw bekijk ik de foto-albums. Ik heb de meest debiele kleding aan, wat hebben mijn ouders me aangedaan? En waren er echt geen betere foto’s te vinden, waar ik bijvoorbeeld níet onder de ijs zat?
Er zitten ook een aantal klassenfoto’s tussen. De schoolfotograaf lijkt er een gave voor te hebben om op précies het verkeerde moment te klikken. Dat is een talent, jongens en meisjes. Maar niet het juiste. Het vervelende van schoolfoto’s is ook dat op het moment dat je moet lachen je kaken lijken te verkrampen. Ze kunnen geen kant meer op en al helemaal niet in glimlach-stand. Als je dan na de flits opstaat en terug naar het lokaal gaat, merk je dat ze weer soepeltjes zijn als nooit tevoren. Te laat.
Maar deze foto’s zijn niets, en dan bedoel ik ook echt niets, vergeleken met pasfoto’s. En dan heb ik het over het pasfotobeleid van de laatste paar jaren. Dit is samengevat het beleid:

– NIET lachen. Wat je ook doet, lach niet! Foto’s van chagrijnige mensen zijn namelijk veel leuker.
– Je hebt oren, ja toch? Dan moet je ze laten zien ook! Dus doe dat haar erachter en laat die elvenoortjes van jou zien!

Ik ken niemand – en oh, wat kan ik veel mensen, wel minstens tien miljoen – die door dit beleid een leuke pasfoto heeft. En dat doet me verdriet.

Ik sla het foto-album dicht en bekijk de pasgemaakte foto nog een keer. Hmm, eigenlijk nog niet zo heel slecht.

Het raadsel voor mannen: de lange rijen voor het damestoilet

Mannen snappen er niets van: de lange rijen voor het damestoilet. Ik snap het wel en dat wil ik natuurlijk niet voor mezelf houden. Er zijn twee oorzaken:

1. Vrouwen moeten vaak naar de wc.
Misschien heeft deze betere sekse (knipoog voor de feministen onder ons ;)) een kleinere blaas dan mannen of zit het gewoon tussen de oren? Maar bij vrouwen is het toiletbezoek natuurlijk ook een sociaal gebeuren. De laatste roddels bespreken met je vriendinnen, terwijl je je haar en make-up goed doet.  Twee vliegen in één klap wordt dat ook wel eens genoemd. Bovendien kunnen de mannen niet afluisteren en dat is erg handig als je het over de laatste love interest van je beste vriendin hebt.

2. Vrouwen zitten lang op het toilet.
Dit snap ik niet. Soms duurt het wel vijf minuten, voordat mensen van het toilet komen. En dit is niet af en toe, maar heel vaak. Waarom doen ze er zo lang over, zijn ze spontaan met zijn allen ongesteld geworden? Wat doen vrouwen in godsnaam op het toilet? Smsen, het plafond bekijken, hun nagels lakken? Wat het ook is, in godsnaam: stop ermee! Alvast hartelijk bedankt.

Er zitten nog meer nadelen aan het (openbare) toilet. Denk aan onprettige geurtjes, wc-papier dat op is en oh, wat heb ik er een hekel aan: mensen die aan de deurkruk gaan trekken, als de wc heel erg duidelijk OP SLOT is. Je schrikt je kapot, wat een hartverzakking ten gevolge heeft, en het is gewoon heel erg dom. Tenzij je blind bent, mag je dat nooit, maar dan ook nooit meer doen.

Dus mannen (en enkele vrouwen?), hopelijk snappen jullie het nu. Totdat iemand op het ingenieuze idee komt om twee keer zoveel vrouwenwc’s te nemen als mannenwc’s zal dit probleem tot in de eeuwigheid voortduren. Ik ga maar alvast in de rij staan.

Drama in de trein

Ik zit vier dagen per week elke dag één tot anderhalf uur in de trein. Veel? De bus en de metro kosten me dagelijks ook nog twee uur. Op zich vind ik het geen probleem, want voor mijn studie moet ik veel lezen en dat kan ik mooi doen, terwijl ik aan het reizen ben. Tot zover de positieve kant van het reizen.
Helaas heb je wel eens van die mensen en dan voornamelijk in de trein. Zo was er ooit een man die aan één stuk door schreeuwde en de jongen (ja, een jongen) die heel de treincoupé liet meegenieten van de laatste GTST-aflevering. Dat is al vervelend. Maar het irritantst vind ik kinderen. Kinderen op zichzelf niet. Ze kunnen heel aandoenlijk zijn en grappige opmerkingen maken. Maar laatst…
Ik zat in de trein, had het artikel wat ik moest lezen al gepakt, was volledig geïnstalleerd. Laat de pret maar beginnen. Ik had misschien één of twee zinnen gelezen, toen het schelle geluid van babygehuil mijn oren vulden.
‘Die houdt zo wel op.’ dacht ik.
Wat een goed vertrouwen in de mensheid heb ik toch. Ik deed verwoede pogingen om verder te lezen, maar had ondertussen hoofdpijn van het gekrijs.
‘Den Haag, Holland Spoor.’ riep de luidspreker na een kwartier.
Mooi. Ik hoopte dat de moeder en het kind eruit gingen bij Den Haag Holland Spoor, iedereen ging er altijd uit bij Den Haag Holland Spoor. Dat klopte. Alleen zij niet.
Eerlijk gezegd weet ik niet hoe het me gelukt is om nog iets van drie pagina’s van het artikel te lezen. Het is een wonder, mag ik toch wel zeggen. Uiteindelijk werd ‘Leiden Centraal, Leiden Centraal!’ omgeroepen. Opgelucht stapte ik de trein uit, maar niet voordat ik de moeder tegen het kind had horen zeggen:
‘Doe toch niet zo dramatisch!’

Bijles: Laura’s manier om de wereld een betere plek te maken

Al een aantal jaar maak ik de wereld een stukje beter door bijles te geven. Dit doe ik, omdat ik een goed mens ben en mijn steentje bij wil dragen (nee, dat ik er veel euro’tjes aan verdien heeft er natuurlijk níets mee te maken). Helaas wordt dit niet altijd gewaardeerd.

Het is begonnen op de middelbare school. Ik was daar bekend als moeder Theresa en werd daarom gevraagd om bijles te geven (ik kwam erachter dat je veel geld kon verdienen met bijles en ben het daarom gaan doen). Welwillend als ik ben, nam ik deze dankbare taak op me.
Bijles geven is vervelender dan je denkt. De bijleskindjes waren namelijk niet zo welwillend. Ik kreeg twee jongetjes uit 1-vmbo, aan wie ik Engels bijles moest geven. Aan de vele keren dat ze niet op kwamen dagen en het gebrek aan inzet was te merken dat ze hier overduidelijk niet zelf voor hadden gekozen. Wat ouders hun kroost allemaal niet aan doen, het is toch werkelijk verschrikkelijk.
Ook voor mij was het niet één van de makkelijkste klusjes. Geloof me, na tachtig keer vertellen dat ‘but’ ‘maar’ betekent, ben je het ook wel zat. Gelukkig kwam daar het einde van het jaar in zicht.

Ook in de zesde zette ik mijn taak als wereldverbeteraar voort (wel jammer dat de belastingdienst erachter kwam dat het zwart betaald werd en ik opeens drie euro minder ging verdienen per uur). De bijleskindjes van vorig jaar hadden het gebeuren niet overleefd. Sinds de zomervakantie heeft niemand (in ieder geval ik)  meer van hen vernomen. Ik kreeg een aantal nieuwe bijleskindjes. Eén van hen is nooit komen opdagen en ik ben nog altijd op zoek naar hem. Bel me, als je hem gevonden hebt.
De andere bijleskindjes begrepen gelukkig wel dat ‘but’ ‘maar’ betekent, ook al maakt dat niet uit, want ik gaf Duits en geschiedenis bijles. Geschiedenis? Zult u vragen. Ja. Bijles geven in geschiedenis is mogelijk. Ik ben daarvan het levende bewijs.
Het jaar sukkelde voort. Soms sneuvelde een bijleskindje, maar er kwam altijd weer eentje voor in de plaats. Toen ik de laatste punt had gezet op mijn Grieks examenblad, kwam de paniek.
Heeft mijn leven nog wel zin zonder bijles?

Ik vond mijn redding in één van de informatieblaadjes die ik tijdens de EL-CID (introductieweek in Leiden) gekregen had. Studentsplus. Studenten geven bijles aan scholieren.

Sindsdien huil ik mezelf niet meer in slaap. Ik ben gelukkig (mijn bankrekening ook).

Ik zie het overal

Ik zie het overal. Op straat, in college, bij de buurvrouw. Ik heb het niet over te strakke kleding of van die oorbellen met een bloem eraan. Nee. Het is erger. Ik heb het over de: Marlies Dekkers-BH.

Ik heb niets tegen Marlies Dekkers persoonlijk. Ze zal vast heel aardig zijn en sociaal en slim en weet ik veel wat. Maar het punt is wel dat zij de veroorzaker van dit leed is. Dit leed ziet eruit zoals bovenstaand plaatje. Dit zou een normale BH kunnen zijn, ware het niet dat er een lijntjespatroon aan de bovenkant vast is gemaakt. Dat is op zich geen probleem, al vind ik het niet mooi. Nee, het gaat erom dat versiersel aan de bovenkant zichtbaar is als je hem aantrekt onder de kleding.

Ten eerste is het  heel erg onpraktisch. Je kan niet lekker zonnen met een Marlies Dekkers-BH (of de goedkopere variant, Sapph, ja, dat merk van die ordinaire billboards waar halfnaakte vrouwen op staan, die ja), tenzij je zo’n afdruk mooi vindt boven je Harry’s. Moet je wel de hele zomer dezelfde BH aan doen. Bah.

En ik vind het ordinair. Je hoeft het niet met me eens te zijn hoor, maar ik vind van wel. Onderkleding heet niet voor niets onderkleding. Als je zo’n BH in de slaapkamer aantrekt om je man te verleiden, oké, maar dat hoeft voor de rest toch niemand te zien? Wat dit betreft is de Marlies Dekkers-BH de nieuwe Björn Borg-onderbroek (een paar jaar geleden was het hip om aan de hele wereld te laten zien dat je een dure onderbroek hebt). Je onderkleding tonen is hip. Van mij hoeft het niet.

Ik ben benieuwd wat het volgende wordt. Ik gok dat het straks hip wordt om geen schoenen te dragen, zodat iedereen je sokken kan zien.
Ik zie nu al op tegen de penetrante zweetlucht.