Archive for april 13th, 2012

april 13th, 2012

Het was een paar weken geleden


Zo keek ik toen ik erachter kwam…

Het was een paar weken geleden. Ik was alleen thuis.

Je verwacht nu natuurlijk een spannend verhaal in de trant van: opeens hoorde ik een takje breken. Het geluid kwam vanuit de tuin. Voor ik het wist, stond er een man met een bivakmuts naast me. Ik was net te laat met het pakken van de honkbalknuppel (het wapen dat het meest dichtbij stond).
Maar zo’n spannend verhaal is dit niet. Maar één ding is er wel: mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn.

Goed, ik was alleen thuis. Dan doe je dingen. Zoals keihard met de muziek meezingen. Of eten. Heel veel eten. En je halve kledingkast aantrekken (‘Oh, dit is eigenlijk wel leuk, dat moet ik vaker aantrekken.’ Om het vervolgens te vergeten en de kleding nooit meer aan te doen).

Het gebeurde plotseling, voordat ik het in de gaten had. Het ontglipte me gewoon. De hele situatie. Ik stond erbij en ik keek ernaar, dat idee.

Ik was in mezelf aan het praten.

Kijk, mijn moeder doet dat ook. De hele dag door. Ook tijdens haar werk (en wonder boven wonder zijn haar collega’s nog niet gillend weggelopen). En in de supermarkt. En hoewel mijn moeder nog een jonge blom is (als ik iets anders zeg, dan krijg ik klappies), is het voor moeders toch niets raar dat ze tegen zichzelf praten.

Maar ik ben een meisje van twintig. In de bloei van haar leven, nog net (niet) volwassen. Hoe kan mij dit dan overkomen? Is het dat ik zoveel te vertellen heb dat het gewoon niet te bevatten is, dat ik het aan iemand (maakt niet uit wie) kwijt moet en dat ik het dan maar tegen mezelf zeg, omdat er niemand anders is? Nee, dat kan het toch niet zijn. Ik zeg namelijk niet hele boeiende dingen tegen mezelf (‘Oh, niet vergeten een flesje water te pakken.’).

Of… (ik durf het haast niet te zeggen) is dit het begin van het einde? Ga ik ook in de metro tegen mezelf praten, maakt niet uit of er iemand naast me zit. En als ik in een wachtrij sta. Of tijdens een feestje (‘Wie is die rare die voor zich uit zit te lullen?’ ‘Oh, dat is Laura, de dorpsgek.’).

Ik weet het niet. Ik vrees het ergste. Ik doe het zelfs op mijn blog (‘Bedoel je mij?’ ‘Ja, jou bedoel ik.’).

Zo was ik dus tegen mezelf aan het praten, toen mijn broertje thuis kwam. Ik was nog niet klaar, maar ik hield meteen mijn mond. Sindsdien praat ik alleen nog maar tegen anderen. Weet je wat? Misschien komt het toch nog goed met mij.