Wat zeg je? Nee, ik ben geen neuroot. Alles behalve. Vraag maar aan iedereen heen. Maar ik kan me ergens wel voorstellen dat je het bent, dus ik zal een paar voorbeelden noemen, gewoon, uit mijn eigen fantasie.
– De laden van de ladekasten moeten dicht zijn en OH WEE als er een stukje kleding tussendoor piept. The horror.
– Knipperende lichtjes, rode lichtjes, lichtjes in je ooghoek, terwijl je aan het werken bent. UIT zeg ik je ALLEMAAL UIT.
– Je weet precies wat je de komende week gaat doen en als je dat niet weet, raak je in paniek.
– Je raakt sowieso nogal vaak in paniek.
– Het woord relax komt niet voor in jouw woordenboek en de zin ‘Doe eens even relax.’ zorgt alleen maar voor het tegendeel.
– Papiertjes van snoepjes en dergelijke moeten keurig opgevouwen worden, zonder kreukels.
– Het dopje van de afwasmiddel moet dicht. Geen commentaar.
– Je wordt nerveus van tikkende klokken en hebt dus ook nog nooit een klok in je eigen kamer/huis gehad.
– Alliteratie is je beste vriend.
– Bij (Sinterklaas)gedichten moeten de lettergrepen van de zinnen die op elkaar rijmen hetzelfde zijn.
Totaal niet herkenbaar voor mij, maar misschien wel voor jullie?