Liefdeslessen van tante Laura: alvast over Valentijnsdag

De veertiende dag van februari wordt gevreesd door allen: vrij gezellige vrijgezellen, happy singles, not so happy singles/vrij niet gezellige vrijgezellen, stelletjes, mannen, maar vooral door vrouwen.

Het gaat namelijk altijd zo:
‘Ja, Valentijnsdag is echt commerciële onzin,’ zegt vrouw Bezet tegen haar Bezette en Vrij(niet)gezellige vriendinnen. ‘Ik bedoel, je hebt toch niet speciaal een dag nodig om te laten weten dat je van iemand houdt?’
Iedereen, bezet of niet, is het ermee eens. Dikke onzin, die rozen en chocolade. Zo cliché.

Vrouw Bezet komt thuis.
‘Was het gezellig?’ vraagt haar Tijger/Kroeliewoelie/Mannetje.
‘Ja hoor.’
‘Mooi, zeg, ik ga binnenkort met de jongens poolen.’
God, niet weer he?
‘Oh,’ zegt mevrouw Bezet, op een zo nonchalant mogelijke manier, maar het komt er toch behoorlijk venijnig uit. ‘Goh, alweer. Wanneer dan?’
Tijger/Kroeliewoelie/Mannetje zapt er ondertussen op los, terwijl hij antwoord geeft.
‘Eh 14 of 15 februari, moeten we nog even kijken.’
Vrouw Bezet voelt iets in haar opborrelen. Woede, angst, verdriet. Beseft hij dan niet…? 14 februari!
‘Maar je vond het toch commerciële onzin?’ zegt een stemmetje in haar hoofd.
‘Ja, maaaaaar,’ zegt ze tegen het stemmetje. ‘De dag van de liefde! Ik bedoel, het is wél heel romantisch.’
‘Is er iets? Je bent zo stil.’ zegt Kroeliewoelie, die niet gewend is dat zijn Schattepatatje zo lang haar mond houdt.
Terwijl hij zapt, komt er een zoetsappige reclame van Merci op de tv, iets over chocolade en Valentijnsdag.
‘Haha onzin,’ zegt Tijger.
‘Ja, dikke onzin,’ is Schattepatatjes antwoord. ‘Supercliché haha.’

Op 14 februari ligt er niets in de brievenbus van vrouw Bezet. Ze vindt geen lief briefje op de keukentafel, krijgt geen ontbijt op bed, de bonbons zijn nergens te bekennen. Ze opent enigszins nerveus haar mailbox, maar nee, zelfs een slijmerige e-card kon er niet vanaf. Als Kroeliewoelie om zes uur thuis komt, schuift hij snel zijn eten naar binnen.
‘Leuke dag gehad, schattepatat?’
Schattepatat reageert niet.
‘Is er iets?’
‘Nee.’
Ze geeft hem geen afscheidskus wanneer hij met zijn vrienden gaat poolen. Haar zogenaamde happy single-vriendin belt haar gillend op, omdat haar crush haar een serenade heeft gebracht inclusief kaarsjes en een pad van rozenblaadjes.

Om één uur ’s nachts komt Kroeliewoelie naast haar liggen in het koude bed. Ze doet alsof ze slaapt, maar hij heeft het door.
‘Zeg nou wat er is. Het heeft toch niet met Valentijnsdag te maken he?’
‘Nee,’ snauwt ze. ‘Commerciële onzin.’
‘Gelukkig maar.’
Hij draait zich om en valt meteen in slaap. Schattepatatje huilt met het roze hartjesbeertje dat ze voor hem gekocht had in haar armen. Klotedag.

(En dat is, mannen, waarom jullie wél altijd iets moeten kopen voor Valentijnsdag, een kaartje of chocolade is prima. En dat is, vrouwen, waarom jullie niet moeten doen alsof jullie het commerciële onzin vinden, want er is tenminste één dag in het jaar waarop mannen geen excuus hebben om a-romantisch te zijn en je gratis chocolade krijgt).