In het liedje Eleanor Rigby van de Beatles wordt het verhaal van twee eenzame mensen verteld. Allereerst Eleanor Rigby, die een weduwe is (?) (vanwege de zin: ‘picks up the rice in the church where her wedding has been’). En Father McKenzie, die een preek schrijft die niemand zal horen. Allebei eenzame mensen.
All the lonely people, where do they all come from? Eenzaamheid is iets wat vaak niet opgemerkt wordt. Dit klinkt misschien logisch: ‘Als je eenzaam bent, zie je niet veel mensen, dus kunnen ook niet veel mensen weten dat je eenzaam bent.’ Maar dat is het niet. Al heb je tachtigduizend vrienden en familie, dan nog kun je eenzaam zijn.
Met de definitie van mijn woordenboek (eenzaamheid v het alleenzijn) ben ik het dus niet eens. Al sta je in een ruimte met enorm veel mensen (die dan ook nog eens vriendelijk tegen je praten), dan nog kun je eenzaam zijn. En andersom (dit argument is waarschijnlijk niet geldig, want ik draai het antecedent en consequent om, voor de mensen die iets van filosofie en logica weten) ook: alleen zijn hoeft niet per se eenzaamheid tot gevolg hebben.
Het is een lastig gegeven (gegeven is niet het goede woord, maar ik kan het juiste woord momenteel niet bedenken), eenzaamheid. Want hoe kom je er in hemelsnaam ooit achter of iemand eenzaam is? Misschien is je buurvrouw het wel. Die ene aardige docent. Of een familielid. Het is niet bepaald iets waar veel over gepraat wordt in onze samenleving, misschien is het zelfs wel een taboe te noemen.
En wat is er tegen te doen? Meer contacten is niet altijd de oplossing. Misschien wel de verdieping van de contacten die je het hebt. Ik weet het eigenlijk niet. Weten jullie het?