Laura’s liefdesletteren: eenhoorns

hartjeopmijnhandomdathetkan

Blogonderwerp bedacht door: Dionne.

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Het eerste knuffeltje was van hem. Urenlang had hij in de winkel gestaan. Geen beer, geen aap, geen konijn. Zijn kleinkind zou iets bijzonders krijgen. Pas op het einde had hij hem gezien. Paarse manen, roze lijfje en een zilveren hoorn. De verkoopster had het zorgvuldig ingepakt in vloeipapier en geglimlacht.
Van de andere opa en oma had ze een pop gekregen. Wat moest een baby nou met zoiets? Als ze sliep, hield ze het eenhoorntje stevig vast, alsof ze bang was dat iemand het zou afpakken. Naar de pop keek ze niet om.

Later moest de eenhoorn altijd mee, ook als ze bleef logeren. Hij stopte haar in, gaf haar een kus op het voorhoofd.
‘Kroel ook.’
Ook Kroel gaf hij een kusje, net naast het hoorntje.
‘Welterusten.’
‘Welterusten, opa.’
Hij had de deur net dicht gedaan, toen hij weer open ging. Ze trok aan zijn shirt en hij ging op zijn knieën zitten. Ze sloeg haar armen om hem heen. Haar haren roken naar lavendel.
‘Ik hou van jou.’ fluisterde ze in zijn oor. ‘Ik wil je nooit meer kwijt.’
Hij kon niets uitbrengen, terwijl hij zoveel wilde zeggen, maar ze was al terug geslopen naar bed.

Hij kijkt naar het water. De eendjes zwemmen onder de brug. Hij heeft geen brood bij zich. In je eentje is er niets aan. In mei wordt ze vijftien. Zou ze nog steeds van eenhoorns houden? Nee, kleine meisjes worden groot. Kroel ligt vast bij het vuilnis. Net als de rest van zijn cadeaus en kaarten die hij steevast blijft sturen. Zijn tranen maken kringen in het water. De tijd van eenhoorns is voorbij.