Weg met de binaire opposities: droom of nachtmerrie?

Voor de mensen die nog niet afgeschrikt zijn door de woorden ‘binaire opposities’ (begrippen die recht tegen over elkaar staan, zoals goed en kwaad): welkom!
Vandaag niet lachen, gieren, brullen, maar iets om over na te denken.

Allereerst: ik heb dit weer (helaas) niet zelf verzonnen. Aanleiding hiertoe is een college van het vak ‘Literatuurbenaderingen’ en de benadering waar we het in dat college over hadden, was het feminisme.

Een ontwikkeling die je bij de feministische benadering goed kan zien, is dat er eerst gekeken wordt naar gelijkheid (bijvoorbeeld: waarom mochten mannen vroeger wel studeren en vrouwen niet?), daarna naar verschil (wat voor kwaliteiten heeft de vrouw?) en vervolgens deconstructie (het overstijgen van zowel mannelijkheid en vrouwelijkheid). Dit heb ik overigens van de literatuurwetenschapper Maaike Meijer (een slimme mevrouw).

Momenteel mogen vrouwen studeren. Ze mogen werken, een huis kopen, een eigen rekening openen; wat mogen ze eigenlijk niet? Maar toch is er nog steeds die binaire oppositie tussen man en vrouw. We leven in een patriarchale samenleving, waarin de man hoger staat dan de vrouw. Mannen verdienen meer. Vrouwen worden regelmatig seksistisch behandeld. Het beste wat je kan zijn in deze wereld, is een blanke, westerse man. Ik zal hier in een ander blogje meer over vertellen.

Misschien denk je nu: BE-LACH-E-LIJK! Waarom is er zo’n hiërarchie, weg ermee! Oké, stel je voor dat dat gebeurt. De vrouw is niet meer minder dan de man, beide seksen worden hetzelfde behandeld. Maar is dat wel zo goed?

Want we hebben binaire opposities nodig. We hebben verschil nodig om onszelf te kunnen definiëren (ik ben een vrouw, omdat ik geen man ben). We kunnen er niet zonder leven. Hetzelfde geldt voor vooroordelen, stel je voor dat je niet iedereen in hokjes stopt, wat voor chaos zou het dan wel niet zijn in je hoofd?

Zijn binaire opposities dan goed? Nee. Wat kunnen we eraan doen? Ik vind dat Foucault (een slimme meneer) wel een goede oplossing heeft bedacht, voor zover die uitvoerbaar is. Hij houdt een pleidooi voor de vermeerdering van mogelijkheden. Dat houdt in dat er meerdere subjectposities (een man of een vrouw is een voorbeeld van een subjectpositie) gecreëerd moeten worden. Zo wordt de ambiguïteit (ambigu = dubbelzinnig) binnen de concepten man en vrouw zichtbaarder. We kunnen de categorieën dus niet verwerpen, omdat we ze nodig hebben. Maar we kunnen ze wel complexer maken, zodat ze minder natuurlijk lijken.

Dus, wat denk jij: droom of nachtmerrie?