Zo ziet mijn haar er op het moment uit. Het is een tijdje geleden dat het geverfd is, dus heel rood is het niet meer (je ziet het nog wel als de zon erop schijnt). Op de achtergrond ziet u mijn bed, want ik was toen op de matrassenman aan het wachten en je moet toch wat doen he.
Vroeger, die goede oude tijd, toen had ik blond, bijna wit, haar. Dat werd donkerder en donkerder tot het een onbestemde donkerblonde kleur was.
Nu is er niks mis met donkerblond. Maar mijn eigen donkerblond vond ik niet zo leuk. Dus nam ik blonde plukjes. Heel veel blonde plukjes. Ik was een heus blond meisje.
Maar ja, je komt op de middelbare school. Opeens weet je niet meer wie je bent. Uiterlijk wordt heel erg belangrijk. Wat voor kleding moet ik dragen? Oh nee, ik heb een puistje, ik ga echt niet naar school! Zelfs het merk agenda was belangrijk.
No way dat ik nog blonde plukjes ging nemen. Nee, ik wilde donkerbruinrood haar. En zo geschiedde.
De volgende dag kwam ik op school en zei de jongen die naast me zat bij Frans (we moesten op alfabetische volgorde zitten, dat je niet denkt dat ik vrijwillig naast zo’n debiel ga zitten), waar een gothic-vriendin van me bij zat: ‘Word je ook gothic ofzo?’
Het heeft er niet voor gezorgd dat ik mijn haar weer blondeerde, maar met de jaren is het wel lichter geworden. Als mensen tegenwoordig vragen wat voor haarkleur ik heb, weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen. Lichtbruinblondrood? (ligt er ook aan of het net geverfd is of niet)
Weet je wat grappig is? Mensen die denken dat ik echt rood haar heb van mezelf. Eén tip: kijk altijd naar de wenkbrauwen, dan kom je er wel achter.
En of het waar is wat ze zingen in het liedje? Dat antwoord lijkt me nogal logisch.