Vijf dingen die kledingverkoopsters niet moeten doen


We doen even voor de grap alsof dit een pashokje is en niet mijn gordijn.

Kleding kopen is leuk. Of nou ja, het kopen zelf eigenlijk niet (pashokjes met zo’n gordijn ervoor die niet goed sluit, de hele tijd je omkleden, je maat niet kunnen vinden etc.), maar wel als je thuis komt en kijkt naar je pas aangeschafte kleding. Maar voordat je dat moment bereikt hebt, moet je de hel der kledingverkoopsters (het zijn meestal vrouwen) doorstaan.

Ik hoop heel erg dat alle kledingverkoopsters dit lezen. Hier zijn vijf dingen die ze niet zouden moeten doen.

1. Geen gedag zeggen.
De verkoopster is eigenlijk het vistiekaartje van een winkel. Dat begint wanneer je de winkel in komt. Bij een grote winkel kan ik het begrijpen dat er geen gedag wordt gezegd (bijvoorbeeld bij de H&M), maar bij de kleinere winkels vind ik het storend en bovendien onbeleefd als er geen ‘Goedemiddag!’ wordt gezegd. Lang leve de vriendelijkheid.

2. Domme dingen zeggen.
Nee, we zijn niet allemaal even slim, maar van een kledingverkoopster verwacht ik toch wel dat ze verstand van kleding en dergelijke heeft. Als je naar mijn benen (en lengte) kijkt, zou het je misschien kunnen opvallen dat ik niet de langste ben. Als ik vervolgens een broek aan trek en het pashokje uit kom en je ziet dat de pijpen veel te lang zijn, dan hoef je dat van mij niet te melden. Ik ben namelijk niet blind. En probeer me vooral geen broek met een kortere lengtemaat aan te smeren, want dat gaat hem niet worden. Dit is één voorbeeld van een domme opmerking, maar je kunt er zelf nog wel meer bedenken misschien.

3. Ongevraagd advies geven.
Ik winkel nooit alleen, meestal met mijn moeder. Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar ik vind het wel handig, want mijn moeder kan dan zeggen of iets leuk staat of niet (en ze zal niet zeggen dat het leuk staat, wanneer dat niet het geval is). Zeg maar mijn eigen personal shopper. Het is duidelijk dat ik met mijn moeder ben, want ik zeg dingen als ‘Mam, je kunt kijken!’. Eén personal adviser is al genoeg, maar dat schijnen kledingverkoopsters niet door te hebben. Wanneer ik bijvoorbeeld een shirtje aan trek en mezelf in de spiegel bekijk (want in sommige winkels zijn de spiegels alleen buiten het pashokje, ir-ri-tant), krijg ik ongevraagd advies zoals: ‘Oooh, staat je goed zeg!’ (ook als het me niet goed staat) en: ‘Dit jasje staat er mooi bij.’
Als ik advies wil, dan vraag ik er wel om. Laat me met rust.

4. Het pashokje ingaan.
Deze gaat vaak samen met nummer 3. Een paar maanden geleden was ik in de Hunkemöller een BH aan het passen). In een pashokje. Met van die hele dikke gordijnen die wél goed sluiten ter privacy. Met een spiegel ín het pashokje. Mijn moeder zat buiten en ik riep: ‘Ik heb hem aan!’
Mijn moeder kwam het pashokje binnen. Nog geen seconde later werd het gordijn woest open gerukt en kwam er een verkoopster naar binnen. Ongevraagd. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar niet iedereen hoeft mij in mijn BH te zien. En al helemaal niet ongevraagd!
(Ik had ook een keer dat iemand het gordijn open rukte, omdat ze dacht dat het haar pashokje was… Gelukkig was ik aangekleed. Maar dat is een ander verhaal.)

5. Verkleinwoorden gebruiken.
Ik ben dol op verkleinwoorden. Ze maken woorden zo schattig. Maar niet in een kledingwinkel. Als ik ‘Ik zal even een s-je voor je pakken!’ hoor, krijg ik spontaan rillingen.

Heb jij nog meer tips voor kledingverkoopster? Of ben jij misschien zelf zo’n kledingverkoopster en voel je je zwaar beledigd? Zeg ik echt dikke onzin? Laat het me weten!