Pre-nostalgia

Ik heb last van een vervelend kwaaltje. Ik ben namelijk op voorhand al nostalgisch. Ik dacht dat ik geweldig origineel was met mijn term ‘pre-nostalgia’, maar ik ging het googlen en: niet dus. Maar oké, vooruit dan maar.

Het is werkelijk waar verschrikkelijk deze kwaal. Want het slaat helemaal nergens op. Ik kan helemaal melancholisch worden als ik bedenk dat ik over anderhalf jaar (waarschijnlijk) niet meer in Oegstgeest woon. Dat mijn stage over een maand afgelopen is. Dat ik met mijn laatste bachelorsemester ben begonnen (boehoeeee) en daarmee ook mijn laatste vak van Literatuurwetenschap (boehoeeeeeee). Dat ik over een paar jaar niet meer elke week naar het Lipsius (het gebouw van de faculteit Geesteswetenschappen) ga.

Maar waarom zou ik daarover nadenken? Ik studeer nog, ik ben jong (oké, niet in vergelijking met twaalfjarige kindjes) en het duurt  wel even, voordat ik echt echt echt for real op mezelf ga wonen (niet in een studentenkamer) en ga werken en superdupervolwassen ga zijn. Ik ben geen negentigjarige vrouw die met een (droevige) glimlach kan terugkijken op een heel leven.

Je kunt het natuurlijk ook anders zien. Goed, studeren doe ik niet heel lang meer, maar daarna ga ik werken en kan ik aan mijn carriere werken. Dat is misschien nog wel leuker! En misschien ga ik over anderhalf jaar wel ergens wonen waar ze nog mooiere, oude huizen hebben dan in Oegstgeest (ik betwijfel het, maar ik blijf hopen). Wie weet woon ik daar dan zelf eens.

Dus stop de pre-nostalgia, nostalgisch zijn doen we wel als we in het bejaardentehuis zitten!