Afgelopen jaar, juni 2010, heb ik op de PvdA gestemd. Jawel, die partij met enorm zetelverlies en een partijleider die niet helemaal geschikt is voor deze baan (Job Cohen lijkt me overigens een hele sympathieke man, maar hij is te lief voor de Tweede Kamer, vind ik). En zoals het een echte PvdA’er betaamt (ik moet toegeven, tijdens de gemeenteraadverkiezingen heb ik op GroenLinks gestemd), ben ik fel tegen de Partij Voor de Vrijheid en zijn geblondeerde voorman.
Ik kan er wel uren over doorgaan wat er fout is aan deze partij. Maar dat ga ik niet doen. Nee, ik ga het eens van de positieve kant bekijken. Jawel, ik ga onmogelijke der onmogelijke doen. Wish me luck.
1. We hebben iets om over te klagen.
Klagen doen wij veel en graag. Over het weer, de buren. En over de PVV. Dit is zelfs één van mijn favoriete bezigheden. Zonder deze club van idioten zou ik toch heel wat minder gespreksstof hebben.
2. Het laat de diversiteit van onze maatschappij zien.
Ja. Helaas. In ons land zijn er mensen met een IQ van 50 (dat is dus minder dan een aap, want die heeft een IQ van 70), die vaak uit Limburg schijnen te komen (goh, welke geblondeerde man komt daar ook vandaan?) en een bord voor hun kop hebben die de PVV steunen. Ach, wat zal ik zeggen. Naast dit soort apen (oh nee, geen apen, want die zijn slimmer) lijken wij alleen maar intelligenter, toch?
3. Het biedt werk voor journalisten, striptekenaars, columnisten en andere creatievelingen.
De PVV wordt overspoeld met schandaal na schandaal. De journalisten hoeven er geeneens diep voor te graven, het ligt allemaal op straat. De kranten moeten vol, nou, de PVV zorgt voor genoeg materiaal!
Zo. Het is me maar mooi gelukt. Ik heb het positieve in de PVV gevonden. Vanaf nu mag ik mezelf een echte rasoptimist noemen.