Het zonnebrandcrème-stresssyndroom

Tachtig jaar geleden (dus zeg maar ongeveer drie maanden) schreef ik een blogje over de complicaties van het ijs eten. Daarop reageerde ene Martijn (identiteit bekend bij de redactie (sorry, dat vind ik gewoon leuk klinken en het is ook echt zo haha)) of ik ook nog over het zonnebrandcrème-stresssyndroom zou vertellen. En aardig als ik ben, doe ik dat natuurlijk ook.

Want het is namelijk zomer. Jawel, dit komt misschien als een schok, zeker omdat het de laatste tijd wel erg vaak geregend heeft, maar het is echt waar. En bij de zomer hoort de zon. Nu hebben wij in Nederland het voorrecht dat de zon héél af en toe zo hard zijn best doet, dat hij boven de 20 en soms wel boven de 25 graden uitkomt. Dat is fijn, want daar word je bruin van. Maar niet altijd, soms word je er ook rood van. Oplossing: zonnebrandcrème.

Maar ook hieraan zitten complicaties aan verbonden, eigenlijk lijkt het wel een beetje op ijs eten. Je gaat bijvoorbeeld naar het strand, nieuwe bikini/zwembroek aan, vrienden mee, leuk, leuk, leuk. Je smeert alles in: je gezicht, je buik, je armen, je benen. Alleen… je kan niet bij je rug. Dat is ons namelijk fysiek onmogelijk gemaakt, behalve bij slangenmensen dan. En als iets naar is, dan is het wel je rug verbranden (ligt niet lekker he). Maar slim als je bent, weet je een oplossing: je vraagt gewoon aan één van je vrienden of die jou in wil smeren.
Flats. De halve fles zonnebrandcrème komt neer op jouw rug.
‘Doe je niet teveel?’ vraag je nog.
‘Nee hoor!’ klinkt het vrolijk.
Je hebt er namelijk een hekel aan als het wit van de zonnebrandcrème zich op een dusdanige dikke laag op jouw lichaam bevindt dat je eigen huidskleur niet meer te zien is.
Na vijf minuten is de vriendin(in) klaar. Gelukkig maar.
‘Dankjewel he!’ zeg je nog.
Tevreden ga je op je buik liggen op je badlaken. Hmm, lekker die zon. Oh wacht, je kan beter andersom gaan liggen, dan wordt je buik ook bruin.
Je draait je om.
In slow motion.
Je had al zo’n vermoeden, maar als je rug het badlaken raakt, is het al te laat.
Het plakt.
Met het badlaken nog aan je rug vastgeplakt (zoveel zonnebrandcrème zat er op je rug) ren je gillend van de stress naar je vriend(in).

Zo. Dat is hem dus. Het zonnebrandcrème-stresssyndroom. Helaas zijn er in Nederland hier geen therapieën voor, maar het wordt een steeds hardnekkiger probleem. Voor meer informatie, kijk op www.zbcss.nl

Jeugdsentiment: Kinderen voor Kinderen

Ik had er heel veel cd’s van, die ik dan ook vaak luisterde. Ik had niet door dat de kindertjes van Kinderen voor Kinderen met een enorm kakkerig accent zongen. Nee, ik zong gewoon mee!
Op een blauwe maandag had ik besloten om auditie te gaan doen. Mijn moeder raadde het me af. Nu weet ik dat dat maar beter ook is voor deze wereld. We hoeven niet allemaal doof te worden.

Toch heb ik wel eens een kinderenvoorkinderenliedje (leuk galgjewoord en Word keurt het ook gewoon goed!) voor publiek gezongen. Jawel, ik heb op toneel gezeten (theater Hofplein). We gingen niet alleen toneelspelen, maar ook zingen en dansen. Laten die laatste twee nou niet bepaald mijn talenten zijn (vooral zingen niet). Maar goed, ik ontkwam er niet aan. Iedereen moest een liedje zingen voor de groep, dus ik ook. Ik weet niet meer zeker welk liedje ik heb gezongen ‘Ik en mijn beessie’ of ‘Beestenboel’, maar ik had in ieder geval dierenknuffels meegenomen om het wat aan te kleden en wonder boven wonder: ik werd niet uitgelachen.
En ik ben geeneens een dierenliefhebber.
Later heb ik ook nog ‘Ha fijn een onvoldoende!’ gezongen. Waarom? Dat moet je niet aan mij vragen (kan hem nog steeds voor een deel meezingen, dat wel).

Als middelste kind  – ik heb een broertje en een broer – heb je het soms niet makkelijk. Ik kon me dan ook goed identificeren met het liedje ‘Sandwichkind’. Ja, ik was toen al melodramatisch.
Naar ‘Het Tietenlied’ (gezongen door Elize, kennen jullie haar nog?) durfde ik nooit zo goed te luisteren. Wat als mijn ouders het hoorden? Hoe beschamend is dat!
En zo heb ik bij andere liedjes ook weer herinneringen. Ik zou er weken over kunnen bloggen!

Langzaam maar zeker verdween mijn liefde voor Kinderen voor Kinderen. Ik werd ouder en enorm volwassen, dan krijg je dat.
Maar ik moet toegeven, terwijl ik bezig ben met dit blogje: ik ben weer aan het luisteren. Ach, jeugdsentiment… (zei de oude dame).