Ik fiets terug naar Oegstgeest. Van en afspraak, een film, een etentje, wat zal het zijn? De lucht is donker, maar ik kan het blauwe er nog steeds uithalen. Het enige wat ik hoor, is het draaien van mijn wielen, een zuchtje wind. Mede-fietsers kom ik zelden tegen, want dit is Oegstgeest: de straat immer onbewoond na achten.
Ik neem expres de lange weg. Langs de oude huizen, het bos van Wijckerslooth, de slootjes. Vanuit de huizen straalt licht me tegemoet. Ik zie gezinnen rond een tafel, woonkamers met de tv aan, maar zonder mensen erin. Wat voor levens zouden zich daar afspelen? Voor wie zendt de televisie uit als er niemand in de kamer aanwezig is?
Ondertussen fiets ik mijn leven en huis tegemoet. Ik weet niet wat de toekomst me gaat brengen, wat ik zal vinden aan de andere kant van de tijd. Maar ik weet dat mijn benen me over de weg leiden en dat dat ontzettend fijn is.