Nagellakreview: rode nagellak van Miss Sporty

bestenagellakevah

Blogonderwerp bedacht door: James.

Nagels lakken is een skill die niet iedereen onder de knie heeft. Gelukkig ben ik er, dertienjarig beautybloggertje L@uRaLiiCi0uSsSssS, voor al uw tutorials en reviews en looks of the day. Vandaag een tutorial, review en naillook of the day in één.

Allereerst is het handig als je nagellak koopt. Niet van een ordinair merk als OPI, maar liever een exclusief nagellakje van de Etos (wel het huismerk pakken dan he). Koop GEEN basic- of topcoat, want we willen er niet teveel geld aan uitgeven en het is ook nergens voor nodig. Niets mooiers dan gele en broze nagels als je je nagellak eraf gehaald hebt, toch?

Goed, voor deze review haalde ik de ene nagellak die ik nog had uit een stoffig hoekje bekeek ik kritisch mijn stash en besloot uiteindelijk voor dit speciale rode lakje van Miss Sporty te gaan.

Ik begon met lakken. Ik had pas twee vingers gedaan, toen ik merkte dat ik moest plassen. Mijn linkerhand was klaar toen ik het niet meer op kon houden. Ik ging naar de wc. Nu zit mijn gouden legging onder de rode nagellak, maar gelukkig gaat dat er heel makkelijk af. Ik bekeek mijn linkerhand en zag dat het er alleen maar mooier op was geworden.

ohwatbenikgoedinnagellakken

Goed, waar je op moet letten bij het nagellakken is dat je, net zoals op de basisschool, buiten de lijntjes kleurt. Je moet buiten je nagels lakken, want zo lijken ze langer. Dit kun je goed op bovenstaande foto zien. Daarna lakte ik mijn rechterhand met mijn linkerhand en hoewel ik rechts ben, is het toch mooi geworden (maar dat kunnen jullie niet zien, want stiekem was ik te lui om mijn rechterhand ook te doen).

Goed, wat vind ik van deze nagellak:
Geur: heerlijk.
Smaak: zou het zo bij de yoghurt gooien.
Kleur: jammer dat het geen roze met glitters is.

Het is dus een lekkere nagellak, maar ja, niets kan op tegen roze met glitters (behalve dan vampier Edward hihihi, maar die glinstert zelf dan ook, al ziet hij wel een beetje witjes). Daarom krijgt dit nagellakje van mij drie van de vijf hartjes: ♥♥♥

Wiskunde is een onwijs gaaf vak

Blogonderwerp bedacht door: Erik, die ik ken via mijn studententoneelvereniging en, je raadt het al, Wiskunde studeert.

Die Erik. Dacht dat hij me even te pakken had met dit blogonderwerp. Maar ik wist meteen iets. Want ondanks mijn intense hekel aan kansberekeningen en normaalverdelingen, kan ik toch ook beweren dat de laatste twee jaren van de middelbare school wiskunde een onwijs gaaf vak was. En wel hierom:

Ik deed wiskunde C, ook wel kneusjeswiskunde geheten. Dat is voor de kneusjes op het vwo die het profiel cultuur & maatschappij hebben gekozen. Het moet natuurlijk niet teveel op een pretpakket lijken, dus hebben ze wiskunde C bedacht. We kregen een docent, die ik voor het gemak meneer Te Groot Zwart T-Shirt (TGZTS) zal noemen, omdat, nou ja, dat kun je vast wel raden. De klas bestond uit zeven meisjes en één jongen. Arme, arme jongen.

De lessen zagen er ongeveer zo uit:
Meneer TGZTS: ‘Jongens, maak de eerste vijf sommen van hoofdstuk zeven en dan bespreken we die over een half uur.’
We deden een poging.
We faalden.
‘Pfff, ik snap hier echt niets van.’
‘Nee, echt he? Weet je waar ik trouwens ook niets van snap: dat Marietje en Diederik wat met elkaar hebben?’
‘WAAAAT neeeee, dat meen je niet! Maar Marietje vond Pietje toch leuk?’
‘Nee joh, allang niet meer, vorige week stond ze nog te zoenen met Gerard-Jan-Kees.’
Meneer TGZTS zuchtte en daardoor verschoof de aandacht weer naar hem.
‘Meneeeeeeer, wilt u stroopwafels halen?’
Hij lachte, ongemakkelijk, want hij wist dat hij er niet onderuit kon komen.
‘Ik heb vorige week al stroopwafels gehaald.’
‘Maar we vergaan echt van de honger.’
‘Jullie hebben net pauze gehad!’
‘Awww toeeeee, meneeeeeer.’
We zetten een aanval met behulp van onze puppy-oogjes in en al snel ging meneer ervandoor, maar ‘Alleen als jullie de eerste vijf sommen hebben gemaakt als ik terugkom!’
Hij kwam terug. Een enkeling was tot som twee gekomen. Terwijl we smikkelden van onze stroopwafels, begonnen we het vragenvuur.
‘Meneer, hoe heeft u uw vrouw eigenlijk ontmoet?’
Hij zuchtte.
‘Ga nou maar wiskunde maken.’
‘Maar liefde is ook chemie!’
‘Ja en dus geen wiskunde.’
‘Nou en, chemie en wiskunde is allebei bèta. Ah toeeee, vertel.’

Die twee jaren was wiskunde een onwijs gaaf vak. Ik gaf een presentatie over logica met voorbeelden over stroopwafels, want dan kon gewoon en haalde zo mijn cijfer een beetje op. We roddelden. We lachten. We ondervroegen meneer TGZTS over zijn liefdesleven. We aten stroopwafels, heel veel stroopwafels. En het mooiste van alles: we deden vooral heel weinig aan wiskunde.