Diepzinnige gespreksonderwerpen bij het wachten op de bus

Sommige mensen hebben zo’n hoofd. Zo’n hoofd dat zegt (het staat nog net niet op het voorhoofd geschreven): ik ben spontaan, spreek me aan. Dat soort mensen hebben dan ook altijd en overal gesprekken. In de bus, op straat, in een winkel.
En dan heb je een ander soort mensen: ik ben chagrijnig, als je me aanspreekt, krijg je een klap voor je kop-mensen. Dan denk je wel tien keer na, voordat je vraagt waar het station is.

Ikzelf heb een jemagmeaansprekenmaaralleenalsikineengoedebuibenhoofd. Tenminste, dat denk ik, want ik heb niet altijd en overal gesprekken, maar wel soms. Nee, diepgaand zijn dat soort gesprekken meestal niet (en daarom vind ik het ook niet erg dat ik ze niet al te vaak heb).

Bijvoorbeeld, je staat op de bus te wachten. Opeens begint het keihard te regenen. Een oud vrouwtje (als je vriendelijk naar ze glimlacht, zien ze dat meestal als een uitnodiging voor een gesprek) begint tegen je te praten:
‘Goh, wat een regen he?’
Je glimlacht en knikt.
‘Raar weer hoor. Vanmiddag was het nog zo mooi weer. Ik heb zelfs in de tuin gezeten.’
Het is een valkuil en je tuimelt er zo in.
‘Ja, morgen geven ze nog meer regen op!’ voeg je toe aan het gesprek.
En voor je het weet, ben je een kwartier over het weer aan het praten.

Nu is het natuurlijk niet erg om over het weer te praten, maar erg origineel is het niet. Het lijkt me wel grappig om een keer een heftige discussie over politiek of de zin des levens te hebben met onbekende medereizigers.
Dat brengt me op iets anders, wat ook grappig is en iets wat mijn oude filosofieleraar altijd doet. Want eens in de zoveel tijd komen ze weer: de Jehova’s getuigen. Dat ze het zijn, moeten ze zelf weten, maar val mij er niet mee lastig. Maar goed, de volgende keer dat je open doet en er staat een Jehova’s getuige voor je deur, ga dan de discussie aan. Dan gaan ze vanzelf wel weg ;)

Onder welke categorie hoofden val jij? ;)

Jongens in de trein: een raar gespreksonderwerp

Ik zat in de trein. Dat gebeurt wel vaker het afgelopen jaar. Eén plaats verderop zaten drie jongens. Nu zou je natuurlijk verwachten dat ze het over stoere mannenzaken hadden, zoals de laatste Audi of die linksback van Ajax. Nee hoor, zo niet deze mensen van het andere geslacht. Ik kon mijn oren niet geloven.
Ze hadden het over het haar van Emma Watson.
Voor de mensen die geen idee hebben wie Emma Watson is, laat staan wat voor kapsel ze heeft: ze speelde Hermione Granger (Hermelien Griffel) in Harry Potter en heeft na de laatste opnames rigoureus haar lange haren afgeknipt. Ja, ze lijkt nu op een negenjarig jongetje (nee, ik moet toegeven dat het haar wel staat, maar toch).
Natuurlijk is dit een erg belangrijk onderwerp. Voor meisjes. Maar toch niet voor serieuze jongemannen zoals die daar zaten? Ik had het mis.
‘Ja, het gaat wel.’ vond de één.
‘Ik snap het wel.’ zei de ander. ‘Ze mocht al die jaren niets aan haar haar veranderen.’
‘Maar langer haar is mooier.’
Daar waren ze het allemaal over eens.
Het gesprek ging nog verder over de kapsels van Zac Efron en Justin Bieber. Ik begon bijna te denken dat ze alle drie kappers waren, totdat ze het over hun tentamens hadden en uitstapten bij Delft.

Ik keek ze na en vroeg me af wat er toch gaande is in de wereld. Worden de rollen omgedraaid? Horen vrouwen nu op te scheppen over met wie ze het allemaal gedaan hebben? Moet ik spierballen gaan kweken in de sportschool? (alsjeblieft niet, doe me dat niet aan)
Gelukkig stapte er bij Delft twee bebaarde mannen in die op luide toon de laatste wedstrijd van Feyenoord analyseerden.
Ik haalde opgelucht adem.