Flirt erop los met tante Laura

Ach ja, die jongens. Ze zijn lief hoor, maar flirten? Daar zijn ze niet altijd de beste in.
‘Maar Laura, ik ben een jongen en ik vind een meisje leuk en wat moet ik doen?’
Lieve jongen, tante Laura helpt je met haar adviezen. Overigens komen deze tips ook voor in ‘Flirt erop los met tante Laura’, binnenkort verkrijgbaar in alle boekenwinkels voor maar liefs vijftig euro! (een koopje, al zeg ik het zelf)

1. Kijk haar in de ogen.
Dus niet zo’n dertig centimeter daaronder, hoe laag het truitje ook mag zijn. En ook al doe je het stiekem: we hebben je door.

2. Duik niet meteen bovenop een meisje.
Dat wordt niet gewaardeerd. ‘Maar-‘ Nee, echt niet. Sowieso is het eerst handig om het één en ander van elkaar te weten, bijvoorbeeld haar naam.

3. Schep niet op over je Mercedes (vooral niet als het in werkelijkheid een Ford Ka is).
Ten eerste zijn wij niet geïnteresseerd in auto’s (ik althans niet) en ten tweede houden we niet van opscheppers.

4. Sms/mail/bel eens uit jezelf.
Kijk, je hebt twee handen gekregen (dat hoop ik althans). En je hebt waarschijnlijk ook een mobieltje/computer. Daar kun je hele leuke dingen mee doen, bijvoorbeeld een smsje sturen naar je crush (bij gebrek aan een beter woord) met de vraag of ze wil afspreken. Oh en nog een tip: sms/mail eens terug!

5. Heb lef.
En dan de laatste van slechts vijf gouden tips (in mijn boek staan er welgeteld vijftig, dus dat is één euro voor elke tip, zoals ik al zei: een koopje!). Er gebeurt hoogstwaarschijnlijk niets als jij niets doet. Dus stap op haar af, in godsnaam! Ja, je kan een blauwtje lopen, maar het zou ook zomaar goed kunnen gaan.

En ik heb jullie nog wat leuks te vertellen! Omdat ik dus dit geweldige boek heb geschreven, kom ik binnenkort in de Oprah Winfreyshow. Speciaal voor mij maakt ze nog één aflevering. Is het geen schat?

Ik ben een romanticus

Ik ben heel veel. Een meisje. Een liefhebber van de kleur blauw. Een blogger. En een romanticus (romantica?).

Geen rozenblaadjes en kaarsjes, want dat is voor de fantasielozen (maar lieve jongens die dit doen, maakt niet uit, het gaat om het idee enzo, het is al heel wat dat jullie überhaupt iets doen). Nee, wanneer ik in een relatie ben, schrijf ik lieve briefjes en doe ze in een glazen pot. Ik plak boeken vol met herinneringen. Of ik verzin van die grappige, kleffe koosnaampjes, die niemand mag horen, behalve hij.

En niet alleen dat. Mijn hoofd zijn vol met romantiek. Vele scenario’s zijn al gepasseerd in mijn gedachten. Romantische films en boeken zijn er niets bij (en altijd geldt: still a better lovestory than Twilight). Ik zwijmel me suf. Je zou er bijna moe van worden.

Ik zal jullie een voorbeeld geven die ik zelf wel goed bedacht vind, al zeg ik het zelf. Misschien kunnen jullie het je nog herinneren, maar ooit was het winter en lag er sneeuw. Heel veel sneeuw. En tja, dan loop je het risico om te vallen. Het verhaal gaat als volgt:

‘Het is echt koud.’ mopper ik zomaar wat voor me uit en ik wrijf mijn handen tegen elkaar aan. En dan is het ook nog zo druk op het station. Wat een rotdag. Ik probeer me een weg te banen door de mensen, maar dan schuiven mijn voeten opeens over de sneeuw en begin ik te vallen (in slowmotion, net zoals in de film).
‘Ik ga mijn arm breken.’ is het eerste wat ik denk, tijdens die twintig seconden dat ik val. ‘Of mijn tas gaat open en al mijn spullen liggen op de grond en iedereen stapt erop en dan zijn al mijn papieren gescheurd en besmeurd of kwijt.’
Maar dan gebeurt het. Want voordat mijn hoofd de grond kan raken, voel ik al een paar sterke en gespierde armen om me heen (om maar even de chicklit-taal te gebruiken).
Ik word opgevangen door een jongen. Een leuke jongen.
Hij lacht, met van die pretlichtjes in zijn ogen weet je wel en zegt: ‘Gaat het een beetje?’
Ik stamel (zulk soort jongens zorgen ervoor dat je in de war raakt): ‘Ja, ja, het gaat wel. Dankjewel.’
Hij lacht weer. Je valt bijna flauw (‘Oh mijn god Laura, niet overdrijven.’ ‘Nou en, het is toch niet echt gebeurd en het is míjn verhaal.’).
‘Zullen we anders een kop warme chocolademelk met slagroom drinken, zodat je van de schrik kunt bekomen?’ stelt hij voor.
Ja ja, it is meant to be, dat snap je wel.
Dus ik ga met die jongen warme chocolademelk mét slagroom drinken en hij blijkt natuurlijk geweldig te zijn. We houden van dezelfde muziek, hij maakt me aan het lachen, houdt de deur voor me open en hij is ook nog slim, zo’n soort jongen.
En als we de Starbucks (we zijn op het station he) uit lopen, de kou in, verwarmt hij mijn handen met de zijne.

Zucht.

Helaas (of nou ja, zo helaas is dat nou ook weer niet, want ik houd niet van de winter) is het nu lente en ik denk dat de kans heeeeel klein is dat er nu sneeuw komt en dat ik dan bijna val, maar opgevangen word door een leuke jongen die warme chocolademelk met slagroom met me gaat drinken en mijn handen verwarmt.
Maar gelukkig bestaat er nog iets als struikelen over stenen en terrasjes in de zon.

Ik voel alweer een nieuw verhaal opkomen.

Jongens in de trein: een raar gespreksonderwerp

Ik zat in de trein. Dat gebeurt wel vaker het afgelopen jaar. Eén plaats verderop zaten drie jongens. Nu zou je natuurlijk verwachten dat ze het over stoere mannenzaken hadden, zoals de laatste Audi of die linksback van Ajax. Nee hoor, zo niet deze mensen van het andere geslacht. Ik kon mijn oren niet geloven.
Ze hadden het over het haar van Emma Watson.
Voor de mensen die geen idee hebben wie Emma Watson is, laat staan wat voor kapsel ze heeft: ze speelde Hermione Granger (Hermelien Griffel) in Harry Potter en heeft na de laatste opnames rigoureus haar lange haren afgeknipt. Ja, ze lijkt nu op een negenjarig jongetje (nee, ik moet toegeven dat het haar wel staat, maar toch).
Natuurlijk is dit een erg belangrijk onderwerp. Voor meisjes. Maar toch niet voor serieuze jongemannen zoals die daar zaten? Ik had het mis.
‘Ja, het gaat wel.’ vond de één.
‘Ik snap het wel.’ zei de ander. ‘Ze mocht al die jaren niets aan haar haar veranderen.’
‘Maar langer haar is mooier.’
Daar waren ze het allemaal over eens.
Het gesprek ging nog verder over de kapsels van Zac Efron en Justin Bieber. Ik begon bijna te denken dat ze alle drie kappers waren, totdat ze het over hun tentamens hadden en uitstapten bij Delft.

Ik keek ze na en vroeg me af wat er toch gaande is in de wereld. Worden de rollen omgedraaid? Horen vrouwen nu op te scheppen over met wie ze het allemaal gedaan hebben? Moet ik spierballen gaan kweken in de sportschool? (alsjeblieft niet, doe me dat niet aan)
Gelukkig stapte er bij Delft twee bebaarde mannen in die op luide toon de laatste wedstrijd van Feyenoord analyseerden.
Ik haalde opgelucht adem.