Mijn eerste keer nablijven

Ik was, en ben nog steeds (al verschillen daar de meningen over) een heel lief en braaf meisje. Op de basisschool deed ik altijd netjes mijn huiswerk, stak mijn hand op als ik iets wilde vragen en haalde voldoendes. Maar één keer, tja, toen ging ik toch wel over de schreef.

Ik durf het bijna niet te zeggen. Het is te asociaal voor woorden. Ik snap nog steeds niet dat ik niet uit huis ben geplaatst en naar een jeugdinrichting ben gebracht.

Nou, goed dan. Ik las stiekem de Donald Duck onder tafel. Terwijl de pauze net was afgelopen en de juf al was begonnen met lesgeven.

Daar moet je uiteraard voor boeten. De broer van mijn beste vriendin had al gezegd wat voor vreselijk mens de juf wel niet was, dus ik zat te trillen als een rietje.
‘Nablijven!’ riep ze.
Ik viel bijna flauw van de angst. Nablijven, ik, het braafste meisje van de klas. Hoe kon ik nu ooit nog mijn ouders onder ogen komen?

Gelukkig zag de juf dat ik bijna doodging van angst en nou ja, dat zou niet zo’n goed teken zijn met haar functioneringsgesprek in het vooruitzicht, dus hoefde ik toch maar niet na te blijven.

Ik vond haar meteen een stuk aardiger.