Hakkuhhhhhh

Tegenwoordig zie je meisjes van twaalf die colbertjes en hoge hakken dragen. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar toen ik twaalf was, droeg ik t-shirts in vrolijke kleurtjes (ik had nog net niet twee staarten in mijn haar) en zag ik er niet uit alsof ik eenentwintig was. Bij de gedachte aan hoge hakken alleen al was ik bang om te vallen.

Ja, ik was pas zeventien ofzo toen ik hakken begon te dragen (en dan niet dagelijks, maar eerder één keer in het halfjaar). Tegenwoordig lachen ze je uit als je op je veertiende de stilleto’s nog niet uit de kast hebt gehaald.

Het is zielig en grappig tegelijk. Zielig, want kindertjes moeten gewoon kindertjes zijn en kleding aantrekken die ze tien jaar later verafschuwen (‘Oh mijn god, droeg ik echt een t-shirt met Mickey Mouse erop?’). Kindertjes moeten hun gezicht niet dicht plamuren en geen seks te hebben in ruil voor een breezer (oh nee wacht, tegenwoordig drinken ze geen breezers meer, maar gaan ze gelijk over op de sterke drank).

Het is grappig, want: ze kunnen helemaal niet op hakken lopen. Ze wiebelen wat af. Heupenschuddend lopen ze het schoolplein op (‘Kijk eens hoe sexy ik ben.’), maar het is alsof ze op de rand van een klif staan: nog één stap en ze gaan vallen.

Drie keer raden wie ze niet gaat opvangen (‘Oh mijn god, Laura, dit raadsel is te moeilijk.’)