Sommige dingen in je leven gebeuren in slowmotion

Ik liep de trap op naar mijn verdieping (de hoogste). In mijn hand bevond zich een tasje met daarin een kerstcadeautje. Een fotoboek van de vakantie in Engeland met als hoogtepunt de laatste foto: een foto waarop mijn ouders zich duidelijk verveelden en als tekst eronder ‘De vakantie was heel gezellig’. Ik luisterde naar ‘Everybody hurts’ van REM op mijn telefoon. Nou, ze hadden niet meer gelijk kunnen hebben.

Sommige dingen in je leven gebeuren in slowmotion. Dit ook.

Mijn telefoon viel uit mijn zak, die iets te klein voor dat ding is. De oordopjes maakten zich van hem los. Hij viel op één trede, stuiterde en begaf zich een weg tussen die treden naar beneden. Mijn mobiel sprong uit zijn hoesje, die op de eerste verdieping bleef liggen. De telefoon zelf ging echter helemaal naar beneden, langs alle tachtigduizend trappen, en viel uit elkaar op de harde grond.

Mijn schreeuw was ook in slowmotion: ‘Neeeeeeeeeeeee!’

Ik rende als een gek naar beneden, pakte eerst het hoesje en sloot daarna mijn lieve mobieltje in mijn armen. Het achterkantje klikte ik vast en ik deed hem aan.

Het waren de spannendste minuten van mijn leven.

Ik moest huilen van blijdschap toen bleek dat hij niet dood was. Ik kon nog gewoon whatsappen, meedoen aan Dionne’s Omnibloggersunited-challenge en bellen, ook wel handig.

En het is niet eens een Nokia 3310.

Hakkuhhhhhh

Tegenwoordig zie je meisjes van twaalf die colbertjes en hoge hakken dragen. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar toen ik twaalf was, droeg ik t-shirts in vrolijke kleurtjes (ik had nog net niet twee staarten in mijn haar) en zag ik er niet uit alsof ik eenentwintig was. Bij de gedachte aan hoge hakken alleen al was ik bang om te vallen.

Ja, ik was pas zeventien ofzo toen ik hakken begon te dragen (en dan niet dagelijks, maar eerder één keer in het halfjaar). Tegenwoordig lachen ze je uit als je op je veertiende de stilleto’s nog niet uit de kast hebt gehaald.

Het is zielig en grappig tegelijk. Zielig, want kindertjes moeten gewoon kindertjes zijn en kleding aantrekken die ze tien jaar later verafschuwen (‘Oh mijn god, droeg ik echt een t-shirt met Mickey Mouse erop?’). Kindertjes moeten hun gezicht niet dicht plamuren en geen seks te hebben in ruil voor een breezer (oh nee wacht, tegenwoordig drinken ze geen breezers meer, maar gaan ze gelijk over op de sterke drank).

Het is grappig, want: ze kunnen helemaal niet op hakken lopen. Ze wiebelen wat af. Heupenschuddend lopen ze het schoolplein op (‘Kijk eens hoe sexy ik ben.’), maar het is alsof ze op de rand van een klif staan: nog één stap en ze gaan vallen.

Drie keer raden wie ze niet gaat opvangen (‘Oh mijn god, Laura, dit raadsel is te moeilijk.’)