Fictief interview: Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden a.ka. Heer Voldemort

We spraken af in café ‘De Lekke Ketel’ op de Wegisweg. Hij had een Annie-pruik op en blauwe oogschaduw, dus niemand herkende hem. Ik bestelde pompoensap en hij nam boterbier.
‘Eigenlijk is het niet mogelijk dat wij hier zitten, omdat je dood gaat in deel zeven.’ begon ik.
Hij werd nog bleker dan hij al was.
‘Waarom verklap je dat? Ik heb deel zeven nog niet gelezen!’
Ik vloekte binnensmonds. Had ik kunnen weten. Hij is nooit een snelle lezer geweest.
‘Heb je eigenlijk nog wel eens contact met J.K. Rowling?’
Hij schudde droevig zijn hoofd.
‘Nee, ze belt me nooit terug. Ik heb speciaal voor haar zo’n Dreuzel-tefeloon aangeschaft. Ik miste haar wel, maar nu ik hoor dat ze me dood laat gaan, kan ze de pot op!’
Zijn glas boterbier kwam met een klap op tafel. Ik zag het verdriet in zijn ogen staan. Een traan gleed over zijn witte wang. Het is niet makkelijk om Voldemort te zijn. Dat is duidelijk.
Hij vertelde over J.K. Rowling die jaren geleden opeens voor zijn deur stond. Ze wilde een boek over hem schrijven, zei ze, omdat ze hem bewonderde. Ze noemde hem krachtig en gaf hem af en toe een flirterige knipoog. Maar hij kwam erachter dat het boek helemaal niet over hem ging, maar over Harry Potter. Die narcist. Voldemort had maar een schamele bijrol gekregen.
‘Ik had gehoopt dat mijn rol in de film groter zou zijn, maar ik kreeg maar twintig regels tekst in de eerste film. Daarna hebben ze me geditcht, omdat ik de x-factor niet zou hebben.’
‘Misschien kun je een andere carriere overwegen?’ probeerde ik voorzichtig.
‘Nee, ik ben de beste!’ snauwde hij. ‘Die Ralph Fiennes kan er echt niets van.’
Vluchtig bedacht ik een ander onderwerp. Een onderwerp dat me altijd gefascineerd heeft.
‘Je hebt wel iets weg van Michael Jackson he?’
‘Hoezo, omdat ik ook dood ben?’
‘Nee, omdat jullie allebei geen neus hebben. Hoe komt dat eigenlijk?’
Ik heb nog nooit iemand zo boos gezien. Hij gooide zijn boterbier over me heen en wilde me bestormen.
Gelukkig kon ik nog net ‘De Lekke Ketel’ uitrennen en verdwijnselen. Maar de vraag over zijn neus blijft voor altijd onbeantwoord.