You’ll never dance alone

https://www.instagram.com/p/BTexOEHhjJr/?taken-by=lauradenktwel

Oké, beeld je even in: een meisje van een jaar of zes, zich schuil houdend achter haar moeders benen wanneer onbekenden (en soms zelfs bekenden) tegen haar praten.

Flash forward, twintig jaar later. Het meisje wordt nu door kinderen ‘mevrouw’ genoemd, maar moet nog steeds haar ID laten zien als ze alcohol koopt. Vanavond gaat ze naar een Lindy Hop-workshop (swingdans uit de jaren twintig) met een vriendin, alleen is de vriendin ziek. Ze heeft twee opties: zielig thuis zitten op zaterdagavond of haar angst overwinnen en in haar eentje gaan. Het filmpje hierboven verraadt al waarvoor ze koos.

Je hebt het misschien al door, slimmerik die je er bent, maar ik ben dus dat meisje. Vroeger vond ik a-l-l-e-s eng. Vooral nieuwe dingen. Maar op een gegeven moment kwam ik erachter dat het juist heel goed is om enge dingen te doen, want dan zijn ze uiteindelijk niet meer eng en soms zelfs leuk.

Ik vond het bijvoorbeeld heel eng om nieuwe mensen te ontmoeten. Dus ging ik mensen interviewen voor mijn blog. Inmiddels heb ik via mijn blog al zoveel mensen ontmoet dat ik niet meer zenuwachtig ben als ik een nieuw persoon ontmoet.

Inmiddels stel ik mezelf regelmatig als doel om iets engs te doen. Toneelspelen bijvoorbeeld. Elke repetitie moet ik weer over een drempel, maar als ik het eenmaal gedaan heb, krijg ik er enorm veel energie van. Of ik ga in mijn eentje naar levend stratego. Of ik loop door de stad heen en roep keihard ’tantra seks’ op het Schouwburgplein (dat was tijdens het oefenen van het script voor Omdat het kan, waarvoor we al lopende door de drukke stad onze tekst moesten opzeggen).

Ik zal nooit een spontaan, extravert persoon worden die zonder knoop in de maag naar nieuwe dingen gaat. Maar als je kijkt naar wat voor stappen ik heb genomen sinds mijn kindertijd als verlegen, schuilende meisje ben ik heel trots op mezelf.

Dus ja: ik denk dat ik op Lindy Hop-les ga.

Het is stil aan deze kant

Je hebt van die mensen die heel graag hun eigen stem horen. Ik behoor niet tot die types. In groepen zeg ik alleen iets als ik denk dat het slim of grappig genoeg is (bijna nooit dus), want ik ga niet voor minder wanneer alle ogen op me gericht zijn en ik ongemakkelijk aan mijn mouw pluk. Of het moet een groep zijn waar ik me helemaal op mijn gemak voel (mijn vrienden), dan zijn alle remmen los.

Het probleem hiervan is alleen dat mensen het niet oké vinden. Op mijn zestiende streef ik nog een carrière in de journalistiek na en dat wist mijn collega bij de winkel waar ik toen werkte ook.
‘Waarom zeg je niks? Zeg eens wat meer!’ zei ze. ‘Je wil toch journalist worden? Dan moet je toch praten.’
Dankje. Je hebt een woordenstroom bij me losgemaakt door dit te zeggen, vanaf nu ben ik niet meer verlegen en introvert. Wat fijn dat je me verlost hebt van deze last.

Je zou denken dat het niet zo erg is als iemand niet zoveel praat. Lekker rustig. Maar op de een of andere manier maakt het iets los in mensen. Je bent gevaarlijk, want ze kunnen niets van je aflezen, weten niet wat je denkt. Wie denk je wel niet dat je bent, arrogant wijf. Is er iets mis met je ofzo? Of als ze iets goeds in zich hebben, vragen ze: ‘Gaat het wel goed met je? Je bent zo stil.’ (En, omdat ik nog blanker ben dan de gemiddelde Brit: ‘Ben je ziek? Je ziet zo wit.’) Of het ergste geval: ze vergeten dat je bestaat.

Inmiddels heb ik small talk helemaal onder de knie (‘Wat een weer hè. Ja, het is wel warm/koud/regenachtig.’) en ik zit ik niet meer in een hoekje angstig te kijken naar wat Andere Wezens schijnen te zijn. Toch zal ik nooit degene zijn met de grootste verhalen, de oooh’s en aaah’s, het gelach en alle ogen op me gericht. Bij een stage zei een vrouw die zelf ook niet al te luidruchtig was: ‘Ik zag het meteen toen je binnenkwam bij je sollicitatie. Dat je er een van ons was.’

Want dat is het mooie. Je bent nooit in je eentje. Er zijn er altijd meer.

Het bange aapje

IMG_20131214_114953

De basisschool bestond iets van tachtigduizend jaar. Dat moest gevierd worden, in een circustent. Elk jaar deed iets leuks. Wij, groep één, moesten als aapjes. Groep zes, de klas van mijn broer, gingen als indianen.

Ik weet nog hoe ik me voelde. Stom, kriebelend apenpak. Ik stond compleet voor lul (ik had toen alleen nog niet de juiste bewoordingen daarvoor). Bovendien was ik een enorm verlegen meisje: bij het idee dat ik iemand moest aankijken, brak het zweet me al uit, laat staan de hele school. Helaas heb je als vierjarige niet zoveel te zeggen.

Als aapjes moesten we allerlei capriolen uithalen. Van de glijbaan af. Koprollen maken. Bij het oefenen ging het nog wel. Maar toen kwam de show. For real. In de circustent stond de hele school en de daarbij behorende ouders: toch wel zo’n tachtigduizend mensen bij elkaar. De glijbaan stond klaar. De mat ook. Ik voelde een duwtje in mijn rug en keek zo pal in het felle licht. Ik werd opzij geduwd door een klasgenootje die op de glijbaan wilde. Als van steen stond ik erbij en keek erna (‘Huh, maar je was toch een aap, geen beer?’). Het geklap gonste in mijn oren, ik voelde weer een hand op mijn rug en het was voorbij.

Het was voorbij. Thank God. Maar daar had ik toen nog niet de bewoordingen voor.

(Kun je je voorstellen dat dat kind vorig jaar een bitch heeft gespeeld, gespeeld ja, in een toneelstuk, voor mensen, vrijwillig?)

‘Wat ben je stil.’

Waarschijnlijk (denk ik?) kom ik niet zo over op mijn blog, maar ik ben een zogenoemd introvert type. Ik zal niet zo snel een kamer vol mensen binnen stappen en luid en enthousiast: ‘Goeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeedemiddag!’ roepen. Het middelpunt van de aandacht zijn, vind ik verschrikkelijk. Al die mensen die naar je kijken (daarom houd ik ook niet van presentaties).

Als je introvert bent, ben je niet automatisch verlegen, maar ik was dat vroeger wel. Interview ik nu met gemak mensen die ik niet ken, vroeger zou ik dat absoluut niet durven! Waarin verlegenheid verschilt van introversie, is dat je aan verlegenheid wat kunt doen. Aan introversie misschien ook, maar dan tot op een bepaalde hoogte. Je zal nooit extravert worden. Terwijl ik denk dat verlegenheid wel te overwinnen valt.

Zowel extraversie als introversie hebben hun goede en slechte kanten. Dit is wat ik irritant vind wat mensen zeggen tegen introverte mensen:
‘Wat ben je verlegen! Waarom praat je niet wat meer? Waarom ben je zo stil? Heb je het niet naar je zin? Gaat het wel goed?’
Dat je rustig bent, maakt je nog niet verlegen. Het wil ook niet zeggen dat je het niet naar je zin hebt. Maar dat snapt blijkbaar niet iedereen.

In een groep kun je meteen de extraverte en introverte mensen eruit pakken. De extraverte mensen hebben meestal het hoogste woord, zijn de gangmakers. De introverte mensen zijn stiller en zullen pas iets zeggen als ze er goed over nagedacht hebben (dat ik heb ik tenminste). Daarom hebben introverte mensen liever een één-op-één-gesprek en werkt dat ook beter voor hen.

Dan nu de boodschap van dit blogje, misschien enigszins cliché (‘Oh jee, daar heb je die zogenaamde ‘wijze’ Laura weer.’): introvert of extravert, je bent goed zoals je bent!

Naar welke kant neig jij meer?

Karakter: nature of nurture

Stel, je bent verlegen. Deze verlegenheid is één van je karaktereigenschappen. In hoeverre is dit dan aangeboren (nature) of aangeleerd (nurture)?

Sommige mensen zijn heel spontaan, maken graag een praatje met onbekenden en vinden het niet erg om alleen naar een feestje te gaan. Maar jij niet. Bij het idee dat je morgen iemand gaat ontmoeten die je nog niet kent, krijg je al kriebels. Laat staan dat je een presentatie voor een grote groep mensen durft te geven…

Maar kun je er wat aan doen? Ben je gedoemd voor de rest van je leven verlegen te zijn of kun je het nog beïnvloeden? Ik denk zelf dat je het kunt rekken tot een bepaalde hoogte (en dat je dat ook moet proberen!) Als je verlegen bent, zal je waarschijnlijk nooit zo spontaan worden als die ene vriendin, maar door jezelf te trainen, kun je wel minder verlegen worden. Bijvoorbeeld door tóch een keer met die internetvriendin af te spreken of eens een keer niet onder die presentatie uit proberen te komen.

Ik moet toegeven dat dit voorbeeld van mezelf komt. Ik was vroeger heel verlegen, maar door dingen te doen die ik eng vond, is het al een stuk minder geworden. Alleen naar een feestje gaan durf ik nog niet, maar wie weet in de toekomst…

Wat denk jij: is je karakter nature, nurture of een beetje van allebei?