Wereldliteratuur: mijn tips

In het eerste en tweede jaar van Literatuurwetenschap in Leiden heb je een vak dat wereldliteratuur heet. Het is één van mijn lievelingsvakken, want je moet namelijk elke week een boek lezen! Elke docent heeft één of meerdere boeken uitgekozen en gaat specifiek over dat boek een college geven. Wat ik vooral leuk vind, is dat je zo boeken leert kennen die je normaal nooit zou lezen. Het college kunnen jullie niet meer bijwonen, want dat is afgelopen, maar ik kan natuurlijk wel vertellen welke boeken ik het leukst vond. Dus als je nog boeken zoekt, hieronder mijn tips.

Harriet Beecher-Stowe – Uncle Tom’s cabin.
Het verhaal: Dit speelt zich af in Kentucky, Amerika ten tijde van de slavernij. Verschillende personages worden gevolgd, waaronder ome Tom, die verkocht wordt door zijn vriendelijke eigenaar vanwege financiële problemen.
Waarom lezen: Dit is zo’n klassieker die iedereen wel kent, maar niemand gelezen heeft. Maar dat moet je dus wel doen! Zelf weet ik niet zoveel over slavernij, maar dit boek geeft er een inzicht in. Wat ook interessant is om te weten, is dat het geschreven is naar aanleiding van een wet in Amerika in de noordelijke staten. Die maakte het strafbaar voor blanke mensen om hulp te bieden aan gevluchte slaven.
Waar op te letten: de representatie van de slaven (wordt het stereotype van zwarten ontkracht of bevestigd?)

Ingrid Jonker – Ik herhaal je.
De gedichten: dit is een gedichtenbundel van misschien wel de bekendste Zuid-Afrikaanse dichteres (de film Black Butterflies met Carice Houten gaat over haar leven). Ingrid Jonker komt als kind uit een gebroken gezin (haar vader verliet haar moeder) en heeft daar veel moeite mee gehad. Haar leven was zwaar en dat wordt vooral duidelijk door het einde ervan: Ingrid komt in psychiatrische klinieken terecht en pleegt uiteindelijk op 31jarige leeftijd zelfmoord. De gedichten in deze bundel gaan onder andere over mannen en haar jeugd. Het bekendste gedicht is misschien wel ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga)’. In 1994 droeg Nelson Mandela dit gedicht voor bij de opening van de eerste democratische vergadering.
Waarom lezen: omdat het geweldige gedichten zijn! Bijvoorbeeld deze regel uit het gedicht ‘Herfsoggend’ (herfstochtend): Oggendstrale verwarm die kamer soos
goue eekhorinkies op soek na verborge geheime
(Ochtendstralen verwarmen de kamer als
gouden eekhoorntjes op zoek naar verborgen geheimen)
.
Nog niet overtuigd? Lees ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga)’ en ‘Ik herhaal je’.
Waar op te letten: bij ‘Die kind’ op de herhaling en groei. Bij ‘Ik herhaal je’ de rol van de herhaling, aanwezigheid en afwezigheid. Maar er zijn natuurlijk nog meer dingen, maar die mag je zelf uitzoeken haha.

Charlotte Mutsaers – Rachels rokje.
Het verhaal: dit is een postmodernistisch boek, dus moeilijk samen te vatten. Maar zoals een eerstejaars tijdens het college zei: meisje wordt verliefd op leraar (en nog veel meer).
Waarom lezen: ooooh, deze stijl is zo geweldig he. Helaas heb ik hem van de bieb geleend, dus ik kan niet citeren, maar echt. Sowieso het feit dat het boek niet opgedeeld is in hoofdstukken, maar in plooien (zoals van een rokje). Ook wordt er veel met taal en betekenis gespeeld, wat heel interessant is. De stijl en humor is heel apart, het valt niet uit te leggen, maar voordat je hem koopt, lees er dan een stukje in, want niet iedereen kan het waarderen.
Waar op te letten: taalspel, er worden nieuwe associaties bedacht bij woorden. Ook ideologie speelt een belangrijke rol en politiek.

Arundhati Roy – The god of small things.
Het verhaal: dit speelt zich af in India en gaat over een familie die te maken heeft met een vervelend geheim. Meerdere personages worden gevolgd, waaronder de tweeling Rahel en Esthappen.
Waarom lezen: weer zo’n geweldig boek! Je leert over een andere cultuur, maar dat is niet alles. Ik vind de stijl ook heel leuk (grappig op een pijnlijke manier) en het is zelfs een beetje spannend, omdat je nog niet weet wat het geheim is. Ga het lezen, alsjeblieft!
Waar op te letten: trauma, de wet (het kastenstelsel in India is opgeheven, maar bestaat officieus nog wel) en de invloed van (de)kolonialisme.

Marjane Satrapi – Persepolis.
Het verhaal: gebaseerd op het leven van Marjane Satrapi, die opgroeit in Iran na de Islamitische revolutie. Op een gegeven moment emigreert ze naar het westen, maar uiteindelijk keert ze toch weer terug naar Iran.
Waarom lezen: het is een graphic novel (een roman in stripvorm, simpel gezegd)! Dat is weer wat anders dan een boek met letters. Ook hier is weer het interessante dat je leert over een andere cultuur.
Waar op te letten: het verschil tussen het kinderlijke van de tekenstijl en het complexe verhaal.

Ornela Vorpsi – Het land waar je nooit sterft.
Het verhaal: het speelt zich af in Albanië, een land waar weinig over bekend is. Vroeger was Albanië een communistische staat, maar tegenwoordig is het een democratie. Het is vanuit het perspectief van een meisje geschreven.
Waarom lezen: oké, het wordt een beetje saai, maar juist: weer omdat het een andere cultuur is. En zeker Albanië, een land waar ik eigenlijk helemaal niets over wist. Verder is de manier van schrijven prettig en voor sommigen een voordeel: het is niet zo’n dik boek (hooguit 150 pagina’s en dat nog niet eens).
Waar op te letten: de invloed dat het communisme had op mensen.

Dit is ongeveer de helft van de boeken die we moesten lezen, maar wel die ik het leukste vond. Hopelijk hebben jullie wat aan mijn tips! Helaas was dit het laatste jaar dat ik dit vak had :(

Oh en als jullie één van de boeken gelezen hebben of willen lezen en college-aantekeningen erover willen hebben, roept u maar! (of mailen, dat is misschien handiger)