Wat is cultuur(wetenschap)?

Leuk hoor, zo’n master Algemene Cultuurwetenschappen, maar mensen snappen er geen drol van. Wat kan je daar mee? Hoe ga je ooit geld verdienen? Heb je maar twee dagen college, wat doe je dan de rest van de week? Wat leer je? Van dat laatste zal ik een voorbeeld geven.

Het belangrijkste, voordat je aan deze studie begint, is misschien wel begrijpen wat cultuur is. Nu is zo’n vaag concept nooit volledig te vatten, maar je kunt wel een poging doen. Aan de hand van inleiding van de tekst ‘Inventing popular culture’ van John Storey zal ik een uitleg geven.

Cultuur is een actief proces, het heeft met handelen te maken. Het staat niet vast. Het gaat om het maken van betekenissen en om die te communiceren. Cultuur zit niet in het object, maar in de ervaring betreffende dat object: hoe maken we het waardevol, wat doen we ermee? Door cultuur geven we betekenis aan onszelf en de wereld om ons heen.
Als voorbeeld kunnen we je tienerjaren gebruiken. In je tienerjaren probeer je jezelf te ‘vinden’, uit te vinden eigenlijk. Dit is een actief proces, want eerst ben je helemaal gek op de Spice Girls, maar als je wat ouder wordt, begin je de muziek van Rihanna leuk te vinden. Ja, zelfs door je muzieksmaak geef je betekenis aan jezelf en de wereld om je heen. Je bent een Rihanna-fan en geen Beyonce-fan, maar dat staat niet vast, dat zou over een paar jaar kunnen veranderen.

Goed, dan gaan we verder. Want cultuur is niet alleen maar leuk, het zorgt ook voor conflicten. Dat zie je bijvoorbeeld in de Nederlandse maatschappij: de christelijke cultuur botst met de islamitische cultuur. Betekenis is namelijk niet iets wat vaststaat, het verandert steeds, het bestaat altijd in haar context. Representatie is belangrijk bij betekenis, want door middel van representatie kun je betekenis geven. Representatie laat de realiteit zien die het onderschrijft. Het gaat niet om waar of onwaar, maar wat telt als ‘waarheid’. ‘Waarheid’ is namelijk ook iets wat je in een context moet zien. Iets kan voor mij waar zijn, maar voor jou onwaar. Wat klopt dan? Geen van beiden, of juist allebei, omdat je het in de context moet zien. Er bestaat niet zoiets als dé waarheid, er zijn meerdere waarheden.

Maar we houden niet van de gedachte dat er meerdere waarheden zijn en ideologieën al helemaal niet. Want wat doet een ideologie? Zij wil, om de macht te behouden, de waarheid fixeren: datgene wat cultureel is, moet natuurlijk lijken. En deze strijd tussen cultuur en de macht is precies wat wij onderzoeken bij Algemene Cultuurwetenschappen (cultural studies in het Engels).

Ik ben heel volwassen

Een vriendin (Manon) en ik wilden weer eens cultureel doen, dus gingen we naar het Letterkundig Museum. We kwamen bij de balie aan, vroegen om een kaartje en kregen een… slurper.
‘Een slurper?’
‘Ja, voor het Kinderboekenmuseum.’
Ik was even in de war. Kijk, ik weet dat ik er eerder als 16 dan als 21 jaar uit zie, maar hoe jong dacht mevrouw de balie wel niet dat we waren? We lachten zo van hahadaargaanweechtnietnaartoe en stapten toen het Letterkundig Museum binnen.

We bekeken heeeeeel veel schilderijen van schrijvers en zagen toen een trap.
‘Ja, die vrouw zei dat we naar beneden moesten gaan voor uitleg over die slurper.’
‘Ja ja, dat zei ze.’

‘Gaan dan?’
‘Alleen even kijken dan.’

We keken.
‘Volgens mij is dit een spelletje.’ zei Manon.
‘Ik denk het ook.’ antwoordde ik.
Ze aarzelde even, voordat ze verder durfde te spreken.
‘Proberen?’
‘Alleen even proberen dan.’

We maakten een toverdrank. Luisterden naar een verhaal over meester Jaap. Verzonnen ons eigen verhaal. Gingen naar het datecafé (zie foto hierboven) om te testen wat voor persoon we in de liefde waren (allebei romantisch) en waar we werden gekoppeld aan een personage (Jonas uit de hoe overleef ik-serie, die homo is, dus ik vond het niet zo’n goede koppelpoging). Soms kwamen we een paar kinderen tegen, maar dan deden we net alsof we onze eigen kinderen net kwijt waren geraakt (‘Diederiiiiik, waar ben je nou? Kom eens naar mama!’), want we waren daar natuurlijk niet voor onszelf.

Daarna gingen we nog even terug naar het Letterkundig museum om te doen alsof we wel echt heus serieus volwassen waren, maar: stiekem vonden we het Kinderboekenmuseum leuker.

(en daar is heel erg stiekem helemaal niets mis mee)

Wereldliteratuur: mijn tips

In het eerste en tweede jaar van Literatuurwetenschap in Leiden heb je een vak dat wereldliteratuur heet. Het is één van mijn lievelingsvakken, want je moet namelijk elke week een boek lezen! Elke docent heeft één of meerdere boeken uitgekozen en gaat specifiek over dat boek een college geven. Wat ik vooral leuk vind, is dat je zo boeken leert kennen die je normaal nooit zou lezen. Het college kunnen jullie niet meer bijwonen, want dat is afgelopen, maar ik kan natuurlijk wel vertellen welke boeken ik het leukst vond. Dus als je nog boeken zoekt, hieronder mijn tips.

Harriet Beecher-Stowe – Uncle Tom’s cabin.
Het verhaal: Dit speelt zich af in Kentucky, Amerika ten tijde van de slavernij. Verschillende personages worden gevolgd, waaronder ome Tom, die verkocht wordt door zijn vriendelijke eigenaar vanwege financiële problemen.
Waarom lezen: Dit is zo’n klassieker die iedereen wel kent, maar niemand gelezen heeft. Maar dat moet je dus wel doen! Zelf weet ik niet zoveel over slavernij, maar dit boek geeft er een inzicht in. Wat ook interessant is om te weten, is dat het geschreven is naar aanleiding van een wet in Amerika in de noordelijke staten. Die maakte het strafbaar voor blanke mensen om hulp te bieden aan gevluchte slaven.
Waar op te letten: de representatie van de slaven (wordt het stereotype van zwarten ontkracht of bevestigd?)

Ingrid Jonker – Ik herhaal je.
De gedichten: dit is een gedichtenbundel van misschien wel de bekendste Zuid-Afrikaanse dichteres (de film Black Butterflies met Carice Houten gaat over haar leven). Ingrid Jonker komt als kind uit een gebroken gezin (haar vader verliet haar moeder) en heeft daar veel moeite mee gehad. Haar leven was zwaar en dat wordt vooral duidelijk door het einde ervan: Ingrid komt in psychiatrische klinieken terecht en pleegt uiteindelijk op 31jarige leeftijd zelfmoord. De gedichten in deze bundel gaan onder andere over mannen en haar jeugd. Het bekendste gedicht is misschien wel ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga)’. In 1994 droeg Nelson Mandela dit gedicht voor bij de opening van de eerste democratische vergadering.
Waarom lezen: omdat het geweldige gedichten zijn! Bijvoorbeeld deze regel uit het gedicht ‘Herfsoggend’ (herfstochtend): Oggendstrale verwarm die kamer soos
goue eekhorinkies op soek na verborge geheime
(Ochtendstralen verwarmen de kamer als
gouden eekhoorntjes op zoek naar verborgen geheimen)
.
Nog niet overtuigd? Lees ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga)’ en ‘Ik herhaal je’.
Waar op te letten: bij ‘Die kind’ op de herhaling en groei. Bij ‘Ik herhaal je’ de rol van de herhaling, aanwezigheid en afwezigheid. Maar er zijn natuurlijk nog meer dingen, maar die mag je zelf uitzoeken haha.

Charlotte Mutsaers – Rachels rokje.
Het verhaal: dit is een postmodernistisch boek, dus moeilijk samen te vatten. Maar zoals een eerstejaars tijdens het college zei: meisje wordt verliefd op leraar (en nog veel meer).
Waarom lezen: ooooh, deze stijl is zo geweldig he. Helaas heb ik hem van de bieb geleend, dus ik kan niet citeren, maar echt. Sowieso het feit dat het boek niet opgedeeld is in hoofdstukken, maar in plooien (zoals van een rokje). Ook wordt er veel met taal en betekenis gespeeld, wat heel interessant is. De stijl en humor is heel apart, het valt niet uit te leggen, maar voordat je hem koopt, lees er dan een stukje in, want niet iedereen kan het waarderen.
Waar op te letten: taalspel, er worden nieuwe associaties bedacht bij woorden. Ook ideologie speelt een belangrijke rol en politiek.

Arundhati Roy – The god of small things.
Het verhaal: dit speelt zich af in India en gaat over een familie die te maken heeft met een vervelend geheim. Meerdere personages worden gevolgd, waaronder de tweeling Rahel en Esthappen.
Waarom lezen: weer zo’n geweldig boek! Je leert over een andere cultuur, maar dat is niet alles. Ik vind de stijl ook heel leuk (grappig op een pijnlijke manier) en het is zelfs een beetje spannend, omdat je nog niet weet wat het geheim is. Ga het lezen, alsjeblieft!
Waar op te letten: trauma, de wet (het kastenstelsel in India is opgeheven, maar bestaat officieus nog wel) en de invloed van (de)kolonialisme.

Marjane Satrapi – Persepolis.
Het verhaal: gebaseerd op het leven van Marjane Satrapi, die opgroeit in Iran na de Islamitische revolutie. Op een gegeven moment emigreert ze naar het westen, maar uiteindelijk keert ze toch weer terug naar Iran.
Waarom lezen: het is een graphic novel (een roman in stripvorm, simpel gezegd)! Dat is weer wat anders dan een boek met letters. Ook hier is weer het interessante dat je leert over een andere cultuur.
Waar op te letten: het verschil tussen het kinderlijke van de tekenstijl en het complexe verhaal.

Ornela Vorpsi – Het land waar je nooit sterft.
Het verhaal: het speelt zich af in Albanië, een land waar weinig over bekend is. Vroeger was Albanië een communistische staat, maar tegenwoordig is het een democratie. Het is vanuit het perspectief van een meisje geschreven.
Waarom lezen: oké, het wordt een beetje saai, maar juist: weer omdat het een andere cultuur is. En zeker Albanië, een land waar ik eigenlijk helemaal niets over wist. Verder is de manier van schrijven prettig en voor sommigen een voordeel: het is niet zo’n dik boek (hooguit 150 pagina’s en dat nog niet eens).
Waar op te letten: de invloed dat het communisme had op mensen.

Dit is ongeveer de helft van de boeken die we moesten lezen, maar wel die ik het leukste vond. Hopelijk hebben jullie wat aan mijn tips! Helaas was dit het laatste jaar dat ik dit vak had :(

Oh en als jullie één van de boeken gelezen hebben of willen lezen en college-aantekeningen erover willen hebben, roept u maar! (of mailen, dat is misschien handiger)