Waarom ik een falende #fitgirllaura ben

– Ik houd niet van havermout, dadels en alleen van banaan an sich, niet in combinatie met iets anders.
– Ik plaats geen foto’s van mijn buik op Instagram. Niet eens selfies in de sportschool. Laat staan van de dingen die ik eet.
– Oh ja, over die buik: het lijkt eerder dat ik meedoe aan de zwangerebloggerstrend dan de fitgirltrend.
– Ik heb nog nooit meegedaan aan een hardloopwedstrijd, ook niet die ene waarbij je bespoten wordt met verf, want hoe ga je dat in godsnaam van je kleding en haar krijgen?
– Ik heb geen lichtblond haar.
– Ik draag niet van die Nikes die op hardloopschoenen lijken, maar die mensen gewoon recreatief dragen. Of überhaupt Nikes. Of überhaupt sneakers.
– Ik heb geen suikervrije week gedaan. Niet eens een dag. Ik haal met moeite een suikervrij uur.
– Ik ben te lui voor smoothies en sapjes.
– Bovendien vind ik detoxen onzin.
– Ik heb geen recept voor banaaneipannenkoekjes op mijn blog gezet (veel te moeilijk joh).
– Mijn blog heet niet www.fitgirllaura.nl of www.laurafitgirlt.nl of www.lauragirltfit.nl
– Ik sport niet samen met andere bloggers.
– Chocolade (echte chocolade, niet dat vieze raw spul) is mijn grootste liefde (sorry, Jeroen, jij bent ook wel oké).

Mijn ervaring met pilates

Afgelopen maandag had ik college in Amsterdam. Ik snelde me na dat drie uur durende college naar de tram, naar de trein en daarna naar mijn fiets. Eenmaal thuis kleedde ik me om en ging hardlopen. Nadat Evy had gezegd dat ze fier op me was, stouwde ik wat eten naar binnen, zag dat ik als een gek moest fietsen en fietste dus als een gek: naar pilates.

Ach ja, pilates, dacht ik. Even lekker ontspannen na een drukke dag. Daar had ik dat harde fietsen wel voor over. Ik zag de blauwe matjes al liggen. Heerlijk.

We begonnen met een beetje warm maken. Nu had ik het al warm genoeg, maar ach, dat was niet erg. Maar daarna begonnen we met de benen. Mijn benen brandden als een gek. Ik had namelijk amper een uur eerder hardgelopen. Bij elke oefening werd het gevoel dat mijn benen eraf zouden vallen groter. Ik hoorde ze schreeuwen: ‘Doe ons dit niet aan, Laura, alsjeblieft! Hardlopen is al erg genoeg!’ Maar ja, ik was er nu toch al.

Mijn buikspieren waren al een tijdje niet gebruikt, maar ook die werden aan het werk gezet. Dat vonden ze niet zo leuk. Ik kon bijna de lerares niet horen door al die stemmen uit mijn buik en benen.

Gelukkig sloten we af met tien minuten liggen, terwijl er zweverige muziek werd gedraaid. Ik dacht aan de lerares die betaald werd om onder andere tien minuten lang naar mensen te kijken die op matjes liggen, aan wat ik morgen zou eten, aan al die teksten die ik nog moest lezen en samenvatten.

Nee, ontspannen kan ik het niet noemen. ‘Je kunt beter naar yoga gaan,’ zei een meisje tegen me. Vooruit, ik zal het een keer doen. Maar niet meer na het hardlopen.

Dit ga je niet geloven, maar het is echt waar

Ik ga een bekentenis doen en die is eigenlijk heel erg. Oké. Adem in, adem uit. Ik kan dit. Ik heb wel vaker gekke dingen gezegd. Oké, hier komt hij dan:

Ik doe aan hardlopen.

Ja, ik. Laura de sporthater die ging skeeleren, nou vooruit, skeeleren, dat kan nog, maar hardlopen? Ik die blogs over hardlopen verafschuwde (en ongeveer elke blog gaat erover, kun je nagaan), die haar vriendje gek aankijkt als hij weer eens aan hardloopwedstrijden van tien kilometer meedoet, ik die een intense, intense haat had aan de piepjestest, de veldloop en rennen voor de trein. Ja, ik.

Hoe komt dat dan opeens? Nou, ik was al gaan skeeleren met het idee van: een beetje beweging kan een mens geen kwaad. En zeker mij niet, want ik ben eigenlijk een man van zestig die driehonderd kilo weegt ik heb een slechte conditie. Maar het allerbeste wat je kan doen om je conditie te verbeteren (en het makkelijkste, want weinig voor nodig), is hardlopen. Dus ik downloadde de podcast van Evy (ja ja, die ken je vast wel) en ging aan de slag.

Ik vertelde het mijn vriendje, mijn moeder, een paar vriendinnen. Maar jullie, mijn besties, nog niet. Waarom niet? Ik wilde het niet na één les zeggen en dat ik vervolgens misschien wel zou opgeven. Maar nu, na net les 11 te hebben voltooid, durf ik er vooruit te komen. Dan gaan we nu door naar het vragenuurtje.

Is het leuk? Leuk, leuk, nah. Het hardlopen an sich niet, maar wat wel leuk is: heel veel poesjes tegenkomen, sowieso buiten zijn, bij mensen naar binnen kijken, merken dat je conditie verbetert, Oegstgeest ontdekken, meer chocolade kunnen eten.
Heb je wel goede schoenen van 250 euro? Nee, want ik doe het nog maar net, dus daar ga ik mijn geld niet aan uitgeven.
Heb je wel goede sportkleding of loop je in je relaxbroek? Ja en natuurlijk loop ik niet in mijn relaxbroek, want hardlopen is niet relax.
Ben je al flauwgevallen? Nee.
Wat is het ergste? De pijn/kramp in mijn zij en in mijn kuiten.
Haat je Evy al? Nog niet. Ze is nog steeds erg fier op mij.
Ga je nu de marathon van New York lopen? Hahahahaha.
Je gaat er toch niet elke week over bloggen? Ik was het niet van plan, alleen als ik er iets origineels van kan maken, maar dat is moeilijk met tienduizenden hardloopblogs.
Ik heb het gevoel dat je bent veranderd… Ach, houd je mond joh.

Dus kom maar op met de jebenthypocriet-reacties! (je mag me uiteraard ook gewoon aanmoedigen en complimenteren)

Negentienapriltweeduizendzeven

Negentienapriltweeduizendzeven, de dag dat ik scoorde bij voetbal én hockey. Dat is zo spraakmakend dat ik het opgeschreven heb, nadat het gebeurde (zie hierboven voor het bewijs).

U moet namelijk weten: gym was niet mijn beste vak. Ik denk dat ik zelfs nog beter was in wiskunde en dat wil heel wat zeggen. Sterker nog: misschien was ik wel beter in natuurkunde (‘Nee Laura, nu ga je te ver.’).

Conditie? Die van een bejaarde slak. Basketbal? Te klein (‘Je moet op de rechterbovenhoek richten van dat zwarte vierkantje.’ ‘Maakt niet uit, het lukt toch niet.’) Voetbal? Bang voor de bal en de benen van anderen (‘TACKLEEEEEEEEE!’). Turnen?

Waar ieder ander huilend in elkaar stortte wanneer hij of zij hoorde dat we moesten turnen voor cijfer, haalde ik opgelucht adem dat we de piepjestest niet hadden. Ik ben geen slangenmens, maar thank God dat ik de handstand kon (of kan, maar ik heb geen zin om dat nu uit te vinden).

En nu? Ik geniet. Nooit meer de coopertest. Geen sportdagen. Lang leve de universiteit.