Scheer je weg

Ik voer een strijd met mijn broer en broertje. Nee, niet om mijn ouders’ liefde, want die heb ik al in the pocket. Het gaat om hun baarden.

Ja, mijn broer(tje)s zijn vieze hipsters. Niet als in hippe hipsters, maar meer zo van: ik ben te lui om me te scheren en nu lijk ik op een zwerver-hipster. Je snapt wel dat elke keer als ik ze zie, ik mijn handen vol afgrijzen voor mijn mond houd en gil: ‘GA JE SCHEREN!!!!!!!’

Nu heb ik wel een beetje verstand van mannen (ik heb langer met dan zonder ze geleefd in één huis), dus ik wist wel dat ze niet zouden luisteren. Maar ik ben ook een eigenwijze drol, dus blijf ik het zeggen.
‘Ja, maar baarden zijn mooi, Laura blablabla.’ zeg je nu tegen me.
Sommige baarden zijn inderdaad oké. Als je donker haar hebt bijvoorbeeld. Of baardpotentie. Dat hebben mijn broer en broertje dus niet. Zij hebben alleen zwerverpotentie.

Elk bezoek weer zeg ik het dus weer.
‘Je moet je scheren!’
En wat zeggen zij dan altijd?
‘En jij moet je wegscheren!’
Verdomme.

Scheer je weg!

Ik schijn een semi-hipster te zijn. Ik houd van bloemetjes, hipstermuziek, hipsterkleuren. Maar let wel, semi dus. Want, en dit schijnt een schande te zijn: ik houd niet van baarden.

Regelmatig zeg ik tegen mijn vriend/broer/broertje dat ze hun baard moeten scheren (waarop mijn broer en broertje antwoorden: ‘En jij moet je wegscheren!’). Ik kan het gewoon niet aan.

Misschien komt het door een jeugdtrauma. Mijn vader had namelijk een snor en die prikte. Baarden prikken nog erger. Bovendien zien ze er vaak (toegegeven, niet altijd) gewoon slecht uit. Alsof je een zwerver bent. Etensresten blijven plakken. Hele volksstammen blijven erin achter.

Dus bijna elke dag wrijf ik even met mijn hand over de kin van mijn vriend. Hij begrijpt het meteen, maar is laks. Toen ik vorig jaar tien dagen op vakantie was, heeft hij zich de hele tijd niet geschoren. Op een gegeven moment ben ik gestopt met skypen.

Thank God wonen we nu samen.

De baard van Nico II

Hoe krijg je binnen een dag meer dan 2500 bezoekers op je weblog?

Je schrijft over je ontmoeting met de baard van Nico Dijkshoorn en twittert dat naar hem. Hij stuurt een tweet terug:

@lauradenkt Tsja, de baard… Vrijheidssymbool van de man die er eindelijk niet representatief meer uit hoeft te zien. Goed geschreven!!

En hij retweet je.  Gevolg: meer dan 2500 bezoekers, mensen die je retweeten en followen en een big smile op je gezicht voor de rest van de dag.

Ik wil iedereen die het gelezen heeft heel erg bedanken, ik had het echt niet verwacht. Morgen komt er weer een nieuw stukje online!

De baard van Nico

Het vriendje en ik liepen door Rotterdam. Dat doen we wel vaker, daar is niets geks aan. We liepen een boekenwinkel in, Van Gennep om precies te zijn. Ook dat is niet gek, want daar studeer je literatuurwetenschap voor. We zeiden gedag tegen de eigenaresse en stonden nog wat te praten, totdat: The Voice. Te herkennen uit duizenden. Het een beetje nasale stemgeluid van Nico Dijkshoorn klonk in onze oren. We haastten ons de trap op en hoorden een aantal verhaaltjes aan die te maken hadden met gehaktballetjes van de Ikea en draadjesvlees (had Nico Dijkshoorn honger?). Daarna ontstond een rij voor het signeren. Wij haastten ons naar beneden om een boek van Nico te kopen (nee, we zijn echt je grootste fans, maar we waren vergeten dat je een nieuw boek had geschreven, ja, echt!) en toen weer naar boven om in de rij te staan. Door de lange mensen (of ik ben gewoon klein) kon ik hem niet zien, maar af en toe hoorde ik The Voice wel. Minuten gingen voorbij. De mensen voor mij gaven hem een groen t-shirt met ‘Ich liebe Rotterdam’ erop. Ze vroegen wat hij ging doen.
‘Naar huis, naar mijn vrouw,’ zei Nico.
Wij waren aan de beurt.
Ik ging zitten, gaf hem een hand en toen viel het me op: de baard van Nico. Nu moet je weten, dat is niet zomaar een baardje van drie dagen. Nee, deze baard heeft weken kweken gekost. Deze baard heeft waarschijnlijk Valentijnsdag meegemaakt, misschien zelfs nog de sneeuw in Nederland. Dit was duidelijk een serieuze baard.
Ik heb niets tegen baarden, laat dat even duidelijk zijn. Maar terwijl Nico een Klaasje opschreef in mijn pasgekochte boek, kon ik alleen maar naar dat grijze bedeksel rond zijn kin kijken.

Tekst in boek: Laura, zo jong en dan al precies de goede boeken kopen. Jaloers, ik.
Klaas reed in sloten. Bleef hij liggen, in wielerkleding tot wij hem vonden. En dan maar schelden. Uniek in die tijd!

Ik dacht aan zijn vrouw, die hij straks zou zien. Hij zou haar een kus op de mond geven. Ik hoor haar zuchten.
‘Wanneer ga je je weer scheren, schat?’
Ik heb niets tegen baarden. Maar baarden prikken. Ze zorgen voor rode uitslag rond de mond bij het kussen. Baarden zijn als de doornen van een roos. Ze beletten je om de roos te plukken.
Zoenen is fijn, het is goed voor je relatie. In baarden blijven restjes Zweedse gehaktballen en draadjesvlees hangen. Beste Nico, doe je vrouw een plezier. Alsjeblieft.

Ik liep de boekenwinkel uit en gaf het baardloze vriendje een zoen.
‘Stond hem wel goed hè, die baard?’ zei hij.
Kleine Dingen kwam hard aan. Toch handig dat ik dat boek van Nico Dijkshoorn heb gekocht.