Ik heb wel fans hoor

IMG_20150912_113946
Op het briefje staat: voor Laura, xx je fan

Soms is het leven kut. Je huis is een zooi, je kat wil niet geaaid worden (tsss) en je hebt alles van je favoriete serie al gezien.

Maar dan krijg je opeens een pakketje. Of nou ja, opeens, het zat al in de lijn der verwachtingen aangezien je het adres van je huis kantoor hebt gegeven aan haar. Het is een redelijk zwaar pakketje. Wat zou erin zitten? Was het een kitten of soms Joseph Gordon Levitt? Nee, nog beter.

Duizenden zakjes met chocoladekruidnoten!

Ja, ik weet wel dat jullie denken dat ik van alles hier loop te verzinnen. Dat ik een klein meisje ben en dan ook nog al die ongeloofwaardige verhalen over random mensen die me op random plaatsen herkennen. Geloof je het zelf, Laura? Nou, ja, dus.

Jullie als onbekende burgers weten dat niet, maar als famous persoon hoor je op gratis spullen te azen, onder het mom van ‘dan plaats ik een review op mijn blog’ of ‘ik wijd er wel een tweetje aan’. Waarom zelf betalen als je het ook kunt krijgen, is het motto van menig blogger. Daarom vroeg ik ook op Twitter waarom niemand me VERDOMME NOG AAN TOE nog chocoladekruidnoten had gegeven. Het was al 10 september, dat kon toch niet?

Dat vond Anieke gelukkig ook. Eindelijk kon mijn honger gestild worden en was mijn ego even voldaan. Alleen, er is een probleem… Ze zijn al bijna op. Misschien moet ik toch maar eens een dealtje gaan leggen met een chocoladekruidnotenmerk.

De dag dat ik met Beyoncé vergeleken werd en terecht

‘Mag ik jou wat vragen?’
Ik zat in de trein, te twijfelen of ik tegen het meisje dat me nu aankeek moest zeggen dat ze mooie lipstick op had.
‘Ja hoor,’ zei ik, want ik ben een aardig persoon. En nu begon ze opeens tegen mij te praten.
‘Ben jij Laura?’
Mijn hart begon te bonken. Na Ilse en Merel was het wéér zo ver.
‘Ja, ik wist het niet zeker of je van die blog was, want ik dacht dat je even groot was als ik. Maar je bent echt klein!’
Au. Steek in mijn hart. Maar dat mocht ik niet laten merken, want ik ben een ster en die hebben geen gevoelens.
‘Waar ken je mijn blog van?’
Ze had een keer op ‘laatst gezien whatsapp’ gezocht en kwam toen op mijn blog uit, want, duh. Dat beviel haar zo goed dat ze hem bleef bezoeken. Op de laatste paar maanden na (‘Ja, ik was druk.’ JA HOOR, SIAN, JA HOOR. Want zo heet ze dus. Zoals ze zelf zei: zoals kip siam, maar dan met de n van noodles). Ze was behoorlijk flabbergasted, misschien nog meer dan ik. Alhoewel ik steeds bleef zeggen dat dit ontzettend awkward was, waarop Sian zei dat het alleen awkward is als je het uitspreekt. Oeps.
Ondertussen bleef ze maar paniekerig om zich heen kijken, want, ja, mensen, Sian reisde zwart. Ze was haar studentenovchipkaart vergeten. Dit soort mensen lezen dus mijn blog. Het is een wonder dat ik zelf niet in een slecht mens ben veranderd.
‘Ik had dit gewoon niet verwacht,’ ging ze verder. ‘Dat ik een blogger zou tegenkomen. Het is net zoals met Beyoncé, weet je, die kom je ook niet zomaar tegen op straat.’

En toen, lieve lezers, toen hield ik even enorm veel van Sian. Oké, nog steeds. Maar ik ga wel even op zoek naar pruiken en bodyguards, want het is duidelijk dat ik niet meer anoniem over straat kan.

(‘Serieus Laura, ga je nu over elke keer dat je herkend wordt bloggen?’ JA, DAT GA IK DOEN, LAAT ME GEWOON. ‘Oké, dan doe ik alsof ik je niet herken als ik je tegenkom.’ OK. PRIMA.)

Still famous

Jullie weten natuurlijk dat ik famous ben. Helaas wil nog niet heel de wereld dat erkennen, maar Ilse was de eerste die er toch aan wilde en me als een fangirl besprong.  Maanden gingen er voorbij, toen ik weer een berichtje van haar kreeg: ze had me op Utrecht Centraal gezien en wilde even melden dat ik still famous was (duh). Daarna bleef het verdacht lang stil.

Ik begon te twijfelen, weet je. Nog nooit heb ik een aanbieding van televisie, radio of krant gehad. Mijn brievenbus lag vol facturen, geen liefdesbrieven. Ik moet zelfs tot mijn schaamte bekennen dat er niet eens een Facebookpagina is opgericht door mijn fanclub. Ja, het is echt waar: ik was een mislukte laifstail-, bjoetie- en fesjunblawger.

Dat is ook waarom ik op die bewuste avond met mijn studiegenoten bij een café in Utrecht zat. Om mijn verdriet weg te drinken. Om op te houden met bestaan. Eén van die vrienden heette ook Laura en we hadden het erover of ik nou Dé Laura was of zij en wie dan Andere Laura was. De tranen zaten me hoog, totdat opeens een hoog gegil klonk.
‘Jij bent Dé Laura!’
Verbaasd keek ik op, met het snot verspreid over mijn gezicht. Voor me stond een meisje. Vast een vriendin van één van mijn studiegenoten, die haar net had ingefluisterd dat ze dit moest zeggen, zodat ik weer wat meer zelfvertrouwen kreeg.
‘Laura van Lauradenkt!’ riep ze toen.
Huh, maar hoe wist ze dat? Zou dit, was dit dan echt, maar dat kon toch niet?

Jawel, het was waar. Dit was een fan.

‘Ik lees haar blog!’ riep ze tegen haar collega’s die dachten: oké dan. Ondertussen had ik geen idee wie zij was, zoals het hoort als je fans hebt.
‘Ik ben Merel,’ zei ze. ‘Ik schreef voor Nadelunch.com.’
Dat deed wel een belletje rinkelen. Ze had zelfs sushi gegeten met de helft van mijn blogdinnies (denk dat ze een meet and greet met ze had gewonnen ofzo). Mijn gezicht begon te gloeien van trots. Eín-de-lijk werd ik erkend. Voortaan hoefde ik niet meer in de schaduw te leven, kon ik geld vragen om tandpasta te promoten op Twitter (#spon) en kon ik een chauffeur nemen.
‘Eh,’ zei Merel toen. ‘Dit is wel awkward zeg.’
En poef. Daar ging mijn droom.

Hand in hand, de kameraden

Dit is een foto van één van de weinige keren dat ik ziek ben geweest in mijn leven (de laatste keer dat ik griep had, was op de basisschool). Tenminste, dat neem ik aan, want je gaat niet zomaar met je dekbed op de bank liggen met een Feyenoordpet op, toch?

Goed, die Feyenoordpet, daar ga ik het over hebben. Vind ervan wat je wil, maar bij mij thuis zijn ze voor Feyenoord. Dat gebeurt nogal snel als je ouders uit Rotterdam komen en je er vlakbij woont (‘Ja, maar dan kun je ook nog voor Sparta of Excelsior zijn.’ ‘Nou en.’).
Nu moeten jullie weten dat mijn gezin uit de volgende mensen bestaat: vader, moeder, broer, broertje en ik. Mijn broer en broertje houden van voetbal en Feyenoord, dus dat zou genoeg moeten zijn voor mijn vader, toch?
Nee, want in de tijd dat ik ziek op de bank lag, was mijn broertje nog niet groot genoeg om naar de Kuip (het stadion) te gaan. En ik wel.

Dus daar ging ik, hand in hand met mijn vader en mijn broer naast me. De enige keer dat ik me kan herinneren (maar er moeten meerdere keren geweest zijn) was met de open dag voor Feyenoordfans (voor kinderen vooral). De auto werd bij ikweetnietwaar geparkeerd en zo liepen we naar het stadion toe. Ik denk dat dat nog het leukste gedeelte was. Al die fans die gezamenlijk die route liepen, Feyenoord-liedjes zingen. Ik kan me nog het benzinestation herinneren met ballonnen waar we langs liepen en we moesten onder een tunneltje door.

Helaas gebeurde er iets wat veel kindertjes overkomt: ik viel. Resultaat: een schaafwond op mijn knie. Gelukkig was er ehbo en kreeg ik een pleister. Ik overleefde het ternauwernood.

Sindsdien ben ik waarschijnlijk niet meer in de Kuip geweest. De enige Feyenoord-speler wiens naam ik weet, is Guidetti. Maar wanneer iemand me vraagt voor welke club ik ben, is dit nog steeds mijn antwoord: Feyenoord.
(oké, dat is omdat ik anders een klap voor mijn kop krijg, maar toch)

En, zijn jullie ook geïndoctrineerd?