De matrassenman

Verhuizen is niet makkelijk, zeker niet als je ouders’ huis zo’n zeventig kilometer van je nieuwe kamer is verwijderd. Want hoe doe je dat met meubels? En wat te denken van het matras?

Allereerst kwamen de mannen van de Ikea de meubels brengen. Ze zouden tussen negen en één uur komen. Toen ik dat hoorde, gooide ik er een aantal scheldwoorden uit, want: ‘Dan moet ik hartstikke vroeg weg en je zult zien dat ze pas om één uur komen.’ (het is namelijk twee uur reizen voor mij met het openbaar vervoer) Maar het wonder geschiedde: ze kwamen om negen uur. Ik heb de Ikea dus in mijn hart gesloten (ook al begint het wel te vervelen als je er in drie keer in een maand bent geweest).

Maar ja, wel leuk hoor, die meubels, bank, tafel, bed. Maar wat is een bed zonder matras? Daar heb je eigenlijk niks aan, ligt niet zo lekker, alleen een lattenbodem. Dus moest er een matras komen.

Een matras van 140 bij 200 centimeter vervoer je niet zomaar even. Gelukkig bestaat er zoiets als een matrassenman. Deze meneer komt in zijn vrachtwagen naar je toe en sleept je matras zelfs nog die tachtigduizend trappen op.

Een paar dagen geleden zou hij komen, de matrassenman. Tussen acht (!!!!!!) en twaalf uur. Mensen op Twitter hadden me al gewaarschuwd: ‘Die komt om half één.’ Oké oké, het was niet zo geweldig als met de Ikea, maar hij kwam. Om half tien. In de tussentijd vermaakte ik me met afwassen (van mijn nieuwe servies, niks laten vallen!), het kapot maken van het touwtje van de lamellen (ik word ook wel eens handige Harry genoemd) en creatieve foto’s van mijn lamp maken, zoals je hierboven ziet.

Ik rende naar beneden toen ik hoorde dat de matrassenman er was. Ik vloog bijna, zo hard rende ik. Ik kon zijn vrachtwagen al zien. Met één arm leunde hij op het halfopen raampje. Diezelfde arm was versierd met een tatoeage. Ik houd niet zo van tatoeages, maar bij hem maakte het me niet uit.

Want mijn god, wat was de matrassenman knap.

Hij bracht mijn matras naar boven, die tachtigduizend trappen op (oooh, hij is nog sterk ook!), legde het matras op de lattenbodem, nam het geld aan en… ging ervandoor.

Ik vertelde erover op Twitter en ik weet niet wat voor reputatie heb, maar iedereen vroeg gelijk of ik het matras samen met hem heb uitgeprobeerd.

Sorry, ik heb mijn reputatie geen eer aangedaan.

Nu maar hopen dat de postbode in Oegstgeest een knappe jongen is.

Ik En Anderen: Het toppunt van burgerlijkheid

Het toppunt van burgerlijkheid? Naar de Ikea gaan. Iedereen doet het. Het Ikea-uitje is nog net geen schoolreisje, maar het laat niet lang op zich wachten als vervanger van de dierentuintrip. Wat te doen bij de Ikea? Meubels kopen die niet ‘06498278293’ of iets dergelijks heten, maar ‘Billy’ of ‘Johan’ genoemd worden. Het zijn net kinderen. Over kinderen gesproken (die worden direct naar Småland gestuurd, om in real life te ontdekken hoeveel bacteriën er in een ballenbak zitten), vast onderdeel van het Ikea-uitje is de kinderafdeling bezoeken. Ook als je (nog) geen kinderen wilt. Waarom? Om bij elk knuffeltje en dingetje keihard ‘Awwwww!’ te gaan roepen. Een vrouwelijke oerreactie, gok ik. Baardrang heet dat.
Tussen de stelletjes door zie je af en toe een groepje mensen in Ikea-shirts, driftig schrijvend in hun schrift, terwijl ze achter het Ikea-opperhoofd aanlopen. Op de één of andere manier zijn het altijd Aziaten.
Het Ikea-uitje is niet compleet zonder voedsel te hebben genuttigd dat gemiddeld tien cent kost in het restaurant. Dat de Zweedse gehaktballetjes wel erg sterk doen denken aan een substantie die ik nu niet zal benoemen, maakt de gemiddelde Ikea-bezoeker niet uit.
Een studiegenootje dacht vroeger dat Ikea voor ‘Ik En Anderen’ stond. En eigenlijk klopt dat wel. Iedereen heeft wel een Billy in zijn huis staan. Iedereen steelt de kleine potloodjes. En daar is stiekem helemaal niks mis mee.