Mijn laatste en tevens beste bachelorpresentatie ever

421px-Cavia

Bron

17 mei 2013. De dag dat ik mijn laatste bachelorcollege en tevens presentatie had samen met Jozefien. Dat konden we natuurlijk niet zomaar aan ons voorbij laten gaan.

Het was voor het vak postmodernisme en we moesten de teksten van Thomas Docherty en Jane Flax toepassen op de serie/het toneelstuk Angels in America (AANRADER!). Eén van de kenmerken van postmodernisme, een literaire stroming, is ontologische twijfel. Dat is de twijfel over in welke wereld je bent. Denk bijvoorbeeld aan de film Pan’s Labyrinth (ook een aanrader!). En met die ontologische twijfel gingen wij wat dingen doen.

We stonden voor de klas en ik begon met praten: ‘Leuk dat jullie naar onze spreekbeurt willen luisteren. Ik wilde het eerst over cavia’s doen, maar Laura houdt meer van giraffes. Ik haat echter giraffes, dus hebben we toch maar besloten om het over Angels in America en postmodernisme te doen.’
We gingen door met de rest van de presentatie, er verscheen bovenstaand plaatje van een cavia op één van de dia’s, en op een gegeven moment liep Jozefien weg, terwijl ik aan het presenteren was. Mensen keken om: wat gaat zij nou weer doen? Ik deed alsof het de normaalste zaak van de wereld was en keek ook niet op toen vervolgens Jozefiens broer binnenkwam en verder ging met de presentatie. Toen hij klaar was met zijn stukje, liep hij de deur uit en kwam Jozefien weer binnen.
De algehele stemming bij het publiek: wat de f.

Naast dat het heel leuk was om te doen, vond de docent het gelukkig ook goed en grappig. En ik heb besloten: in het vervolg ga ik meer van dit soort dingen in presentaties doen.

Zwaai, zwaai, zwaai

Afgelopen donderdag sprak ik af met Sandra, die ook in Leiden studeert. Na twee koppen thee (allebei) en twee stukjes BonbonBloc (alleen ik, oeps) besloten we station Leiden Centraal onveilig te maken.

We hebben geen prullenbak kapot geschopt of ovchipkaarten gestolen en door midden geknipt, nee, dit was een graadje erger: we gingen mensen uitzwaaien.

Ik had het idee gekregen door blijbedrijf.nl, alleen was het op die website een grootschalige actie met papiertjes voor mensen die uitgezwaaid wilden worden en minstens tien mensen en dergelijke. Het kan echter veel simpeler.

Ik zal jullie even uitleggen hoe je deze zwaai-actie het beste uit kunt voeren (overigens ook een goed idee als je aan het wachten bent op je trein en je verveelt): kies allereerst een trein uit. Het liefst een spoor met twee treinen die vlak na elkaar kunnen (hoe meer, hoe beter!). Kies een slachtoffer uit die onderin zit (is makkelijker dan boven). Probeer alvast een beetje oogcontact te maken. Dit klinkt makkelijker dan het is, want er zijn veel mensen in de trein die de krant lezen of met hun mobieltje spelen.
Ga dicht bij de trein staan, dus over de witte tegels voor slechtzienden, maar ook weer niet zo dichtbij dat je met je neus tegen het glas staat (bovendien is dat vies). Zodra de trein begint te rijden, begin je fanatiek te zwaaien (je arm in een boog-beweging van links naar rechts en weer terug bewegen) met een big smile op je gezicht. Probeer zo lang mogelijk mee te rennen met de trein. En gefeliciteerd: u heeft weer iemands dag gemaakt!

In de praktijk gaat het wat anders. Ons eerste slachtoffer was een chagrijnig kijkend meisje. Eerlijk gezegd dacht ik dat ze ons debiel zou vinden, maar nee, toen we zwaaiden, moest ze lachen! Helaas zwaaide ze niet terug.
Het tweede slachtoffer was een vrouw van middelbare leeftijd die wel terug zwaaide.
Daarna zochten we een leuke jongen uit (slim he van ons!) en zwaaiden we erop los. De jongen moest lachen, zwaaide terug en, jawel, knipoogde naar ons! Ook onze dag was weer gemaakt ;)
Zo hebben we naar ongeveer acht mensen gezwaaid, van wie er drie terug zwaaiden. Dat vind ik op zich wel een goede score. We moesten ook wel lachen om de laatste vrouw naar wie we zwaaiden. Dat was een oud vrouwtje. ‘Oh leuk.’ denk je dan. ‘Zo’n lief, oud vrouwtje zwaait wel vriendelijk terug.’ Eh niet dus. Ze keek ons aan alsof we gek waren en deed toen alsof ze het niet zag.

Daarna gingen we wat eten waar we in gesprek kwamen met een andere Leidse studente. Die vroeg hoe we elkaar hadden leren kennen (via onze blogs dus) en vroeg ook onze url. Uiteraard heb ik die van mij gegeven: yessss, nog een bezoeker erbij! (‘Ooooh, dus zó kom jij aan die bezoekers, Laura!’).

Toen nam ik de trein naar huis en zwaaide Sandra me uit. Drie keer raden wat ik deed. Terug zwaaien natuurlijk!