Waarom Oud en Nieuw nergens op slaat

Gisteren/vandaag (ligt eraan wanneer je dit leest) werd iedereen hysterisch: ‘Oh mijn god, het is 12:12 uur op 12-12-12!’
Mensen trouwen, in december(!!!), vanwege die datum. Mensen twitteren zich rot vanwege die datum. Niemand kan het boeien als het 11:08 op 14-11-10 is, maar dit is werkelijk waar enorm noemenswaardig.

Oud en Nieuw. Ook zoiets. Misschien herken je het gevoel wel dat ik als kind had. Oeeeh, nog maar een uur. Dit is de laatste keer in 1997 dat ik een appelflap eet. Dit is de laatste keer in 1997 dat ik mijn broertje knijp (nee grapje, zou ik nooooooit doen). De spanning in je lijf, terwijl je meetelde: tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één… GELUKKIG NIEUWJAAR!

Oud en Nieuw is stom. Je moet iedereen zoenen, inclusief buren die je niet zo leuk vindt die dingen als snorren, een stinkadem of paarse lippenstift hebben. Het houdt niet op bij de buren, want ook de dagen erna wens je iedereen gelukkig nieuwjaar (kijken wat er gebeurt als je iemand een keer een ongelukkig nieuwjaar wenst). Er zijn oliebollen. Oliebollen zijn ontzettend smerig. Het is eigenlijk een bolletje vet met een paar rozijntjes erdoorheen. En dan vuurwerk. Vuurwerk is gevaarlijk. Het maakt lawaai. En zo mooi is het nou ook weer niet.

Maar het stomste van Oud en Nieuw is natuurlijk dat het nergens op slaat. Het wordt straks 2013. Dus? Wat zegt dat nou? Wij hebben afgesproken dat we nu in jaar 2012 zit, dat een jaar 365 dagen heeft (tenzij het een schrikkeljaar is), dat een dag 24 uur heeft, dat ik op een bepaalde dag ben geboren die we voor het gemak maar 24 juli 1991 noemen en dat dat mij 21 jaar maakt.
Kortom: het is helemaal niet bijzonder dat het op een gegeven moment het jaar 2000 werd. Het is een menselijk bedenksel, het betekent niets. Straks is het van 2012 opeens 2013 geworden. De enige betekenis dat dat heeft, is dat je een nieuwe scheurkalender op moet hangen in de wc.

En toch vieren we het. Omdat je om 12 uur ’s nachts mooi wel je vriend(in) in het openbaar op zijn/haar mond mag pakken (niet dat je dat niet al sowieso deed). En vanwege de sterretjes natuurlijk.

Het magische tijdstip van 23:45 uur

Op een dag besloot Laura weer te beginnen met bloggen. Na een paar maanden bedenktijd en proefblogjes schrijven die echter nooit op het wereldwijde web zouden verschijnen, kwam www.lauradenkt.nl (ja, inderdaad, dat is de site waar je nu op zit, wat een toeval!) online. Denk je misschien dat het grootste probleem van een beginnende ex-blogger (ik heb van mijn 12e tot mijn 16e ook een blog gehad) is: waar ga ik het over hebben? Of misschien wel: hoe vaak blog ik? Maar nee, mijn grootste dilemma was: hoe laat zal ik mijn blogjes online laten komen? Want het belangrijkste van de drie R’s is toch wel regelmaat.

Je hebt mensen die om 7:00 uur hun blogjes plaatsen of desnoods 18:00 uur. Maar waarom normaal doen als je ook raar kunt doen? Dus besloot ik om mijn blogjes standaard te laten verschijnen om 23:45 uur, een kwartier voordat er officieel weer een nieuwe dag begint.

Afgelopen borrel bij mijn studententoneelvereniging (KOM IN MEI NAAR DE VOORSTELLING) vroeg er iemand: ‘Laura, hoe kan jij nou blogs online plaatsen als jij hier bent?’
Het antwoord?
‘Magie.’
(de tovenaar die WordPress heet, geeft mij de mogelijkheid om blogjes in te plannen)

Ik zit dus niet elke avond met dichtvallende ogen te wachten tot het 23:45 uur is en ik eindelijk die verdomde blog online kan zetten.

Wat is er nou zo leuk aan dit tijdstip?
– Het is een reminder voor mensen op Twitter dat ze eens naar bed moeten gaan (die verzin ik niet zelf, dat is daadwerkelijk gezegd).
– Mensen die altijd laat naar bed gaan, hebben nog wat te doen op de late avond.
– Anderen lezen mijn blogs bij het ontbijt (wat ik echt een geweldig compliment vind trouwens :D).
– Als ik wakker word, kijk ik altijd uit naar de reacties die ik nog moet lezen.

Het is dus zowel voor de laatopblijvers als de vroegopstaanders een ideaal tijdstip! Oftewel: wederom een voorbeeld van wat voor genie ik ben.

(helaas gaat het ook wel eens mis en word ik wakker met allemaal OHMIJNGODERISGEENNIEUWEBLOGONLINELAURA-tweets, maar daar hebben we het maar niet over)

Jong duurt langer dan je denkt

Laatst las ik het boek ‘Jong duurt langer dan je denkt’ van Rando Kim, professor consumentenwetenschap in Korea. Het is een boek voor rusteloze twintigers, die het allemaal niet weten. En Kim geeft ons advies.

Toegegeven: ik was al een beetje sceptisch. Zou dit niet zo’n verschrikkelijk happydepeppydoehetzelfboek zijn met ‘wijze’ adviezen die nergens op sloegen? Ik had er niet al teveel vertrouwen in.

Mijn voorgevoel is deels uitgekomen. Ik was het af en toe absoluut niet eens met de schrijver (maar dan zou je ook kunnen zeggen: ‘Jaaaa, maar Laura, die man is oud en wijs en jij bent jong en wat minder wijs, dus wie zou er nou eerder gelijk hebben?’), maar er stonden soms wel bruikbare dingen tussen.

Wat ik een interessante theorie vond, was die van de klok. Ik heb wel eens gezegd dat 21 bijna 30 is en dertig bijna 40 en 40 bijna 80 (oftewel: ik ben superduperoud), maar zo schijnen meerdere mensen erover te denken. Je hebt het gevoel dat je tussen je twintigste en dertigste van alles moet bereiken (volwassen worden, studie afmaken, baan zoeken, liefde, huis kopen, trouwen, kinderen). Daar ben je zo op gefocust dat je helemaal niet denkt aan wat erna komt. Het is niet alsof op je dertigste verjaardag, wanneer je dat allemaal misschien bereikt hebt, het leven afgelopen is. Of zoals Rando Kim het zegt: ‘Veel jongeren schrikken zich dood van de snelheid waarmee de tijd voorbijvliegt en velen van hen zijn bij lange na nog geen dertig.’

Ik vrees dat ik dat ook vaak heb.

Maar Kim biedt een ander inzicht. Stel je voor, zegt hij, dat je leven vierentwintig uur duurt. Hoe laat zou het nu dan zijn?
‘Als de levensverwachting van een gemiddelde persoon ongeveer tachtig jaar is, hoe laat is het dan op de levensklok van een vierentwintigjarige? Dan is het 7.12 ’s morgens (…) Als docent die veel jongeren volwassen heeft zien worden, vind ik dat tijdstip, twaalf over zeven ’s morgens, van groot betekenis. Iemand van vierentwintig – die de reis van zijn puberteit heeft volbracht en nu over een drempel moet waarna hij (of zij) als volwassene deelneemt aan de maatschappij – staat bijna precies op die tijd van de dag waarop de meeste mensen zich gereedmaken om aan het werk te gaan en het huis uit te gaan.’
Hoe raar is dat?
‘Goed, maar hoe zit het met iemand van zestig die met pensioen gaat of al is? Voor hem of haar is het zes uur ’s avonds, het tijdstip waarop de meeste mensen ophouden met werken, weggaan van kantoor en naar huis gaan om de avond met hun gezin door te brengen.’
Mooie symboliek vind ik het wel. Het zet mij in ieder geval aan het denken. Natuurlijk, niet iedereen wordt tachtig. Maar het heeft geen zin om te stressen. Tijd genoeg, zoals Doe Maar zingt.

Verder heb ik weinig uit het boek kunnen halen. Het was me iets te belerend  en het is jammer, maar logisch, dat het vooral op jongvolwassenen uit Korea was gericht. Aanraden zou ik het boek dus niet, maar het heeft in ieder geval tot bovenstaand inzicht geleid. En nog een ander mooi citaat: ‘Het is erger om niets te doen dan om dingen verkeerd te doen.’

Hoe laat is het bij jou?

Waar ik in hemelsnaam de tijd en inspiratie vandaan haal


De notitieboekjes voor mijn blog. Mijn redders in nood.

Bij het blogje van een paar dagen geleden over mijn schrijfactiviteiten kwam één reactie vaak naar voren: Laura, waar haal je in hemelsnaam de tijd en inspiratie vandaan?

Dat zal ik jullie uiteraard vertellen.

Dagelijks verschijnt er een blogje en daarnaast schrijf ik dus ook drie a vijf stukjes voor andere websites. Dat laatste doe ik nog niet zo lang, maar ik denk dat het net zoals met mijn blog is: het is niet makkelijk in het begin, maar het moet een ritme worden. Als iets in je systeem zit, dan zul je het moetenmoetenmoetengevoel minder hebben (althans, dat heb ik) en gaat het steeds beter. Inspiratie is niet iets waar je passief mee om moet gaan, dat wil zeggen (iets wat veel mensen denken en ik snap het hoor, daar niet van): zitten en wachten tot er iets komt. Je moet er iets actiefs van maken. Hoe doe je dat? Maak een wandeling of doe een huishoudelijk klusje, want daar hoef je niet bij na te denken en dan komen juist de ideeën. Lees boeken of andere blogs. En vooral: schrijf je ideeën meteen op! Je hoeft er niet gelijk een blogje over te schrijven, maar dan kun je het later nog gebruiken.

Dan de tijd. Waar haal ik de tijd vandaan? Allereerst heb ik nu bijna vakantie, maar voorheen had ik maar twee dagen college in de week. Dat betekende niet dat ik de rest van de week niets hoefde te doen, maar wel dat ik mijn eigen tijd in kon delen. En het ligt er maar net aan waar je prioriteiten liggen. De één besteedt veel tijd aan televisiekijken (iets wat ik zelf weinig doe), de ander schrijft. Maar wat vooral belangrijk is natuurlijk is dat je er tijd voor vrijmaakt. Een bepaald tijdstip of een bepaalde dag ervoor uitzoeken kan handig zijn (bijvoorbeeld de luie pyjamazondag, ideaal!).

En het allerbelangrijkste natuurlijk: ik doe het, omdat ik het leuk vind en omdat ik het wil. Als dat niet het geval is, dan wordt het al heel moeilijk natuurlijk haha.

En hoe zit het dan met jullie? Waar halen jullie de tijd en inspiratie vandaan om te bloggen/schrijven/creatief bezig te zijn?