De citatenoogst (6)

1. Ramses Shaffy & Liesbeth List – Gebabbel, gebabbel

Weet je,
als jij niet bestond,
zou ik je uitvinden.

Bij de laatste Flow Magazine zat net zoals vorig jaar de scheurkalender. Elke dag kun je hierop mooie citaten, tips en andere dingen lezen. Stiekem heb ik ze allemaal al gelezen (je bent nieuwsgierig of je bent het niet) en één van de teksten die me bijbleef was deze. Dit liedje van Ramses Shaffy en Liesbeth List doet me denken aan de vakanties waarbij we tijdens het rijden naar Ramses Shaffy luisterde. Shaffy Cantate is nog altijd een hit in huize Bosua.

2. John Green & David Levithan – Will Grayson, Will Grayson

When things break, it’s not the actual breaking that prevents them from getting back together again. It’s because a little piece gets lost – the two remaining ends couldn’t fit together even if they wanted to. The whole shape has changed. 

Door studiegenoot Jozefien heb ik nu bijna alle John Green-boeken gelezen. Hoewel ‘The fault in our stars’ natuurlijk favoriet blijft, vond ik deze ook leuk. Er zitten sterke citaten in, zoals die hierboven staat. Leuk is het niet, maar het beschrijft zo’n proces goed.

3. Annie M.G. Schmidt – De grote mensenwereld

Dit is het land, waar grote mensen wonen.
Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen,
en altijd is er weer wat anders loos.

En in dit land zijn alle avonturen
hetzelfde, van een man en van een vrouw.
En achter elke muur zijn and’re muren
en nooit een eenhoorn of een bietebauw.

En alle dingen hebben hier twee kanten
en alle teddyberen zijn hier dood.
En boze stukken staan in boze kranten
en dat doen boze mannen voor hun brood.

Een bos is hier alleen maar een boel bomen
en de soldaten zijn niet meer van tin.
Dit is het land waar grote mensen wonen.
Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.

Dit doet me denken aan het gevoel dat wij ‘grote mensen’ (en nu niet zeggen dat ik klein ben) allemaal wel eens hebben: waren we nog maar klein.

4. Alain de Botton – Proeven van liefde

Charme ontdekken op onwaarschijnlijke plaatsen is weigeren je door het voor de hand liggende te laten betoveren. Ik kan iedereen dit boek aanraden. Het is een romanachtig boek in de zin dat het een verhaal volgt, maar het is wel in fragmenten geschreven. In die fragmenten wordt er op filosofische wijze ingegaan op liefde. Het leest niet zo lekker weg als een ‘normale’ roman, maar het zet je zeker aan het denken. Net zoals bovenstaand citaat uit het boek.

5. Toon Hermans – Lente me

Ik wil in je ogen weer de bloem zien van de appelboom
En je zomers wil ik voelen op mijn wang
Ik wil de bladeren zien vallen op mijn stille droom
En de lichtjes van de kerst weer zien bewegen op het behang

Toon Hermans was een held op het gebied van liefdesliedjes. De mooiste vind ik deze, maar hij heeft ook een aantal liefdesgedichten geschreven. Lang leve de liefde!

De citatenoogst (5)

De afgelopen tijd en ook daarvoor en ook daarvoor etc. heb ik boeken gelezen (‘Dat meen je niet.’ Ja echt waar). En in die boeken staan dingen (‘Nu ga je te ver.’) en sommige citaten wil ik met jullie delen.

1. Connie Palmen – I.M.

Heel mooi boek over een liefde die ik niet goed kan begrijpen, maar daarom des te interessanter is.

Schrijvers, acteurs, entertainers, dansers, dichters en hoeren, ze begeven zich allemaal op het immense podium waar de wet van het alsof regeert. Ze doen dit omdat alleen het alsof hun de mogelijkheid biedt om de waarheid te zeggen. Op het podium van de fictie is de onthulling van de waarheid niet bedreigend of teleurstellend, want fictie maakt de schrijver en de speler onaantastbaar, juist omdat ze de pretentie van de waarheid hebben laten varen. 

Veel stukken gaan ook over het schrijven zelf, waaronder deze. Ik had hier nooit over nagedacht, maar het is wel zo. Je kan als schrijver doen alsof en dat is het fijne eraan.

2. Toine Hermans – Op zee

Dit is echt een geweldig boek. Het is heel simpel geschreven, maar toch zit er een diepere laag achter. Bovendien wordt het boek ondersteund door hele mooie tekeningen. Een aanrader!

Maria is een stevig kind. Ik heb haar niet vaak angstig gezien. In elk geval kent ze geen volwassen angst, die kan knellen om je hoofd. Kinderangst is anders. Die is eenvoudig te verjagen. Als een lamp die je aan- en uitknipt; je zingt een liedje of verzint een verhaal, dan moet ze lachen en slaapt ze in.
Echt bang word je later pas. 

Dit zette me aan het denken over hoe ik vroeger was. Inderdaad kun je als kind wel bang zijn, maar als volwassene is bang zijn heel anders, meer realistisch. Het gaat niet zomaar weg.

3. John Green – The fault in our stars

Ik was natuurlijk de laatste persoon op aarde die een boek van John Green las, maar ik heb het gedaan. En ik heb er absoluut geen spijt van. Ik wil meer lezen!

AUTHOR’S NOTE

This is not so much an author’s note as an author’s reminder of what was printed in small type a few pages ago: This book is a work of fiction. I made it up.
        Neither novels or their readers benefit from attempts to divine whether any facts hide inside a story. Such efforts attack the very idea that made-up stories can matter, which is sort of the foundational assumption of our species.
        I appreciate your cooperation in this matter. 

Dit staat in het begin van het boek en daar ben ik heel blij mee. Het heeft iets te maken met mijn scriptie en ik ga dit waarschijnlijk ook als motto gebruiken. Maar daar horen jullie wel meer over als hij af is!

4. Tessa de Loo – Verraad me niet

Ik las dit boek en dacht in eerste instantie dat ik een kinderboek/young adult-boek aan het lezen was. De taal is eenvoudig en het verhaal ook. Wat het echter leuk voor mij maakte, waren de filosofisch-achtige gedachten die erbij zaten. Deze komen overigens van een jongen van dertien.

Maar was het niet beter het wel te weten? Dat was de grote vraag die zich aan hem opdrong. Was het beter een waarheid te kennen die je ongelukkig maakte, dan tevreden te leven in bedrieglijke onwetendheid? Dit filosofische vraagstuk ging ver boven zijn macht en hij wierp zich van zijn ene zij op de andere zonder een antwoord te vinden.

Dat is een lastige. Zelf denk ik dat ik liever voor het eerste ga. Het is vreselijk om er later achter te komen dat iemand tegen je heeft gelogen.

Die vanzelfsprekendheid waarmee hij zich altijd aan de slaap had overgegeven, was spoorloos verdwenen. Er stond nu een wachter aan de poort van slaapstad, die streng selecteerde wie naar binnen mocht en wie niet. Meestal waren het vooral oude en zieke mensen die niet toegelaten werden, maar sinds kort wist Michiel dat er een derde categorie was, die van de tobbers. 

En deze, omdat hij zo herkenbaar is. Piekeren is niet fijn.

Stuk voor stuk aanraders, dus hoppa, lezen jij!

De citatenoogst (4)

httpv://www.youtube.com/watch?v=62STakFAYBw

1. Jan Rot – Ik hou van jou!

Oké, de still van dit youtubefilmpje had wellicht charmanter gekund, maar het gaat om de inhoud. Dit is een hartstikke lief liedje over de zin ‘Ik hou van jou’ en wat zo ontzettend waar is, is dit zinnetje:

‘Ik hou van jou is een cliché tot iemand het tegen je zegt.’

Geef het maar toe, het is waar!

2. Cees Buddingh – Eight days a week

Wat ook ontzettend lief is, is onderstaand gedichtje (en mensen met een goede muzieksmaak snappen de intertekstuele verwijzing van de titel!). Het doet me denken aan elkaar net zolang uitzwaaien totdat de ander uit beeld is (en dan toch nog even doorzwaaien voor de zekerheid).

als mijn vrouw met de bus naar de stad gaat
hoop ik altijd dat ze halte ziekenhuis instapt:
dan kan ik haar net zo lang nakijken
als wanneer ze halte vogelplein neemt
en zie ik haar bovendien nog een keer
voorbijkomen in de bus

3. J.K. Rowling – Harvard speech

De schrijfster van de Harry Potterboeken (voor het geval jullie dat nog niet wisten, schaam jeeeee), J.K. Rowling, gaf een speech op Harvard. Deze boodschap vond ik erg sterk:

”It is impossible to live without failing at something, unless you live so cautiously that you might as well not have lived at all – in which case, you fail by default.’

Want het is ook zo. Je kunt niet leven zonder fouten te maken. En het is ook niet erg. Je leert ervan. Niet alles kan in één keer lukken.

4. Iljard Leonard Pfeiffer over de liefde.

In de nrc.next van 14 februari schrijft Iljard Leonard Pfeiffer dat hij vindt dat de liefde maar afgeschaft moet worden, want liefde is een ziekte. Het kost ons bakken met geld en levert alleen maar problemen op. Niet mee eens (oké, misschien een beetje), maar wel grappig. Is weer eens anders dan het ik heb geen valentijnsdag nodig om te laten zien dat ik van je houd-clichépraat.

”Het beruchte dagdromen , dat de overheid en de private sector miljarden per jaar kost, is in hoge mate aan de liefde gecorreleerd.

5. Annie M.G. Schmidt – Simpele zielen en nog wat.

Annie M.G. Schmidt is geweldig (duh). Ik kocht een boekje van haar (Simpele zielen en nog wat) met allemaal korte stukjes erin. Ze zijn in de jaren vijftig geschreven, maar eigenlijk tijdloos, want ik vond ze nog steeds erg grappig. Eén van die stukjes gaat over ouders en wat ze projecteren op hun kindertjes. De citaten die ik eruit heb gehaald, geven de strekking wel weer:

‘Kijk, ouders denken dat ze hun gezamenlijke nobele eigenschappen in hun kinderen uitgestort hebben, maar in werkelijkheid zit zo’n kind boordevol chromosomen van oud-tantes. […] In de nevel van het verleden doemen de schimmen op van mottige betovergrootvaders. Ze zijn allerminst dood; door een gat in het zwerk staan ze te loeren en te grijnzen, nu ze zien hoe hun verwerpelijke chromosomen alweer emplooi gevonden hebben in dit schuldeloze blote kind.
[…]
Nee, gelukkig krijgt iedere moeder gratis bij de baby een gebloemd gordijntje geleverd, dat ze zachtjes toe kan schuiven tussen hem en de toekomst.’

De citatenoogst (3)

Ik vond dat dit onderdeel (aangezien ik dit al voor de derde keer doe, vind ik het wel een onderdeel geworden) wel een naam moest komen en nou ja, die is er nu dus. Deel twee vind je hier. In ‘De citatenoogst’ plaats ik citaten uit boeken, films, muziek of die ‘gewoon’ door mensen zijn gezegd. En waarom? Omdat citaten zo mooi/inspirerend/grappig/interessant kunnen zijn.

1. Amélie.

Amélie is echt een geweldige film (kijken, kijken, kijken!) en zit ook vol met geweldige citaten. Waaronder deze dus. Een goede manier om iemand uit te schelden, vind ik!

‘You could never be a vegetable, because artichokes have hearts.’ 

2. Doe maar – Tijd genoeg.

Doe Maar vind ik sowieso een leuke band (‘Liefde is een vreemde ziekte.’, dat soort teksten), maar ze hebben ook liedjes die meer serieus zijn (maar alsnog niet superserieus). Uit het liedje ‘Tijd genoeg’ vond ik dit een mooi citaat:

‘Maar al zijn die dagen nog zo grauw
Ik weet het zeker als jij wou
Dan verfde jij de wolken blauw.’

Sowieso vind ik het concept van het liedje leuk, in de zin dat het ingaat tegen de algemene opinie. Mensen hebben altijd haast, druk, druk, druk. Je moet nog dit doen en dat doen, want zoveel tijd heb je niet. Maar dit liedje is daar een tegenhanger van en zegt dat je juist wel tijd genoeg hebt. Doe maar rustig aan. Het komt wel goed. En daar gaat het citaat ook over, het gaat om jouw perceptie over de dingen. De dagen zijn niet grauw als jíj de wolken blauw verft oftewel als jíj er niet negatief tegenover staat.

3. Martin Bril – Meisjes.
Dit is een columnbundel van Martin Bril die, u raadt het misschien al, over meisjes gaat. Onderstaand stukje komt uit de column die ‘Praktisch’ heet:

‘Er passeerde een jong gezin – vader, moeder, jongetje, meisje – dat één appel deelde, zo’n glimmende groene die vroeger verboden was omdat hij uit een dictatuur kwam. Nadat de moeder een hap had genomen, gaf ze de appel door aan haar dochter, die precies aan de andere kant van de appel haar beet plaatste en de vrucht toen snel doorgaf aan papa, die de twee beten verbond door een enorme hap te nemen.’

Ik vond het eigenlijk wel iets symbolisch hebben. Ze zijn allemaal met elkaar verbonden, de ouders en het kind, en dat door de metafoor (hoewel het wel echt gebeurd is) van het eten van een appel.

4. Toon Tellegen – Waarom schrijf ik. 

Toon Tellegen vind ik geweldig, maar dat weet je misschien wel. De mooiste regel uit dit gedicht vind ik deze:

‘Ik schrijf omdat ik wil schrijven
dat ik gelukkig ben.’

Maar eigenlijk is het hele gedicht gewoon geweldig. Aangezien ik het niet zomaar op mijn blog kan zetten, verwijs ik jullie door naar deze website, waar hij volledig op staat (even scrollen en dan staat hij rechts).

5. Haruki Murakami – 1q84, boek 1.

Geweldige boekenreeks. Ga het lezen en laat je niet tegenhouden door de dikte van het boek (hoewel die eigenlijk niet zo superduperdik is, het kan veeeeeeeeeeeel dikker). Staan ook mooie citaten in, waaronder deze:

“Dan’ is terra incognita, voor iedereen. Er bestaan geen kaarten van. Wat je om de volgende hoek te wachten staat, kom je alleen aan de weet door die hoek om te slaan’. 

Precies. Je weet niet wat er gaat gebeuren. Dus laat je ook niet tegenhouden, omdat je denkt dat je het wel weet. Doe het gewoon. Sla die hoek om!

You know you’ve read a good book when you turn the last page and feel a little as if you have lost a friend

Al eerder heb ik het over mooie citaten gehad en vanwege het enthousiasme zal ik daar weer verder mee gaan! Deze keer enkel citaten uit boeken.

1. James Joyce – Dubliners.
Dit is een verhalenbundel die zich afspeelt in Dublin (‘Goh, dat meen je niet.’). Het citaat komt uit het verhaal ‘Een ontmoeting’ en gaat zo:

 ‘Maar echte avonturen, overwoog ik, overkomen mensen die thuis blijven zitten niet: die moeten elders worden gezocht.’ 

En zo is het maar net. Dus ga erop uit, mensen!

2. Joris Luyendijk – Het zijn net mensen
Geweldig boek, echt een aanrader. Het zet je aan het nadenken over journalistiek bedrijven in een dictatuur, vooral onderstaand citaat:

‘Toen ik als correspondent naar Cairo kwam, zag ik de journalistieke methodes als een soort gereedschapsset die je overal ter wereld tevoorschijn kon halen. Maar dictaturen en democratieën bleken niet twee auto’s van verschillende merken te zijn. Als een democratie een auto is, dan is een dictatuur een koe of een paard. Wie dan aankomt met een schroevendraaier of een soldeerbout, staat machteloos.’

3. Arthur Japin – Een schitterend gebrek.
Ja ja, ook al eerder over gehad, heeeeeel mooi boek. Dit citaat viel me op:

‘(…) wij zijn ongelukkig omdat wij denken dat we lief moeten hebben. Om gered te worden moeten wij iets eenvoudigs doen dat ons desalniettemin het zwaarst van alles valt: wegschenken waarnaar wij juist het meest verlangen.’ 

En zo is het eigenlijk ook. Een goede om over na te denken.

4. Martin Bril – Grote kleine dingen (en andersom).  
Ik ben van plan om meer columnbundels te lezen (wie heeft tips?), omdat die leuk zijn natuurlijk, maar ook om ervan te leren. Deze van Martin Bril is erg goed! Onderstaand citaat uit de column ‘Een kwartier met God’ (ik heb het boek nog niet uit, maar ik vind het to nu toe één van zijn beste) zette me aan het denken:

‘Ik brandde een kaarsje voor iemand die ik kende, of kende ik hem niet meer nu hij dood was?’ 

Hmm ja, hoe zit dat eigenlijk? En als een vriend van je dood gaat, is het dan niet meer je vriend? (Ja, hij was het wel, maar is hij het nog steeds?)  Als je opa dood gaat, heb je dan nog wel een opa? Eigenlijk zeg ik altijd ‘Ik heb geen opa’s meer.’, maar dat ze dood zijn, wil toch nog niet zeggen dat ze daarom mijn opa’s niet meer zijn? Lastig.

5. Dick Swaab – Wij zijn ons brein.
Dit is mijn koffieboek. Ja, ik lees meerdere boeken tegelijk en naast een treinboek (momenteel heb ik die niet, omdat het ov niet meer gratis is en ik dus niet meer zo vaak met de trein ga) en een thuisboek heb ik ook een boek om te lezen tijdens de koffie. Dat is deze dus.

‘Enige onzekerheid over het beloofde leven na de dood lijkt toch bij velen te leven. Dawkins vroeg zich terecht af: ‘Als men serieus in het leven na de dood gelooft, waarom reageert dan niet iedereen als de abt van Ampleforth, die, toen kardinaal Basil Hume hem vertelde dat hij stervende was, zei: “Man, gefeliciteerd! Dat is fantastisch nieuws. Ik wou dat ik met je mee kon.”’ 

Ik moet eerlijk bekennen dat ik het soms lastig vind om door dit boek heen te komen, niet alles interesseert mij evenveel. Maar het hoofdstuk over religie wel. Ik geloof zelf niet en ik heb ook niets tegen mensen die wel geloven, maar ik moet bekennen dat hij hier een punt heeft.

Rotterdam is er weer een stukje onveiliger op geworden

Robin vond het stoepkrijten zo leuk dat hij spontaan flauwviel. 


Geniet nooit met mate – Loesje.
Met je maten mag wel! – Robin.


Durf jij het?

Vrijdag de dertiende. Normaal is dat een voorbode voor ramp, onheil en tegenspoed, maar zo niet deze keer. Want Rosalie, Robin en ik gingen namelijk Rotterdam onveilig maken.

Nu zul je misschien zeggen: ‘Is Rotterdam niet onveilig genoeg dan?’ Wij vonden van niet. Daar moest wat aan gedaan worden. Dus gingen we stoepkrijten.

Eigenlijk zou iedere zichzelf respecterende volwassene (en kinderen vanzelfsprekend ook) stoepkrijt moeten bezitten. Zeg nou zelf, dat ziet er toch hartstikke leuk uit, vrolijke kleurtjes op grijze tegels? Rosalie en ik hadden een paar mooie citaten gezocht en die gebruikten we. Nu moet u wel weten, stoepkrijt is niet alleen maar pret:
1. Stoepkrijt gaat verrassend snel op.
2. Stoepkrijt kan deels wegwaaien.
3. Stoepkrijt blijft aan je handen zitten en en probeer dan maar eens niet aan je kleding te zitten.
4. Het kan regenen.
Maar, ondanks vrijdag de dertiende, regende het niet.

Het grappigste waren de reacties van de mensen. Vooral toen we bezig waren, bleven veel mensen kijken om te lezen wat er nou precies stond. Op een gegeven moment hadden we in een winkelstraat een tekst van de Beatles geschreven: ‘The sun is up, the sky is blue. It’s beautiful and so are you.’
Eén meneer bleef heel lang kijken.
‘Vindt u het leuk?’ vroeg ik.
‘Nee, nee, helemaal niet.’ zei hij hoofdschuddend en keek naar de lucht. ‘De lucht is helemaal niet blauw!’
Tja.
Gelukkig waren er ook mensen die er blij van werden. En daar gaat het om!

Van stoepkrijten krijg je honger. Dus gingen we naar de Eazie om te genieten van gewokt eten en een artikel uit de Cosmogirl (Namelijk de horoscoop van Robin, die vertelde dat hij wat vaker mascara op moest doen. Daar ben ik het overigens helemaal mee eens.).
Dachten we.
Want Rosalie moest naar gitaarles en we hadden het eten nog niet half op of we moesten al naar de trein rennen.

Toen Robin en ik terugkwamen, was het eten al foetsie. Heeft vrijdag de dertiende toch nog zijn reputatie eer aangedaan…

Vandaag ga ik iets vertellen over mooie citaten

Soms lees je iets en dan denk je: zo mooooooooi. Eigenlijk te mooi om niet te delen. Dus dat is wat ik vandaag ga doen. Ik zal mijn favoriete citaten noemen en (heel belangrijk) waarom ik ze zo mooi of goed vind.

1. Baz Luhrmann – Everybody’s free to wear sunscreen.
‘Uh oké, mooi hoor?’ Nee, het gaat niet om die zin, maar dat is de titel van een liedje van Baz Luhrmann (lees hier de tekst). Wat de achtergrond er precies van is, is onduidelijk. Zo wordt er beweerd dat het de speech van Kurt Vonnegut was bij een diploma-uitreiking, maar dat blijkt niet waar te zijn. Het is een speech aan een klas uit 1999 en bestaat uit goede adviezen en gedachten, zoals: you are not as fat as you imagine, do one thing everyday that scares you en mijn favoriet: know that worrying is as effective as trying to solve an algebra equation by chewing bubble gum.

2. Ingrid Jonker – Herfsoggend.
Ik kan jullie sowieso aanraden om de dichtbundel ‘Ik herhaal je’ van de Zuid-Afrikaanse Ingrid Jonker te lezen. Eén van de mooiste dichtsregels die ik tot nu toe heb gelezen komt uit uit het gedicht ‘Herfsoggend’.

Oggendstrale verwarm die kamer soos
goue eekhorinkies op soek na verborge geheime

(Ochtendstralen verwarmen de kamer als
gouden eekhoorntjes op zoek naar verborgen geheimen)

Daar hoef ik niets aan uit te leggen toch? Echt heel mooi.

3. Jacques Brel – Ne me quitte pas.
Eén van de bekendste liedjes van Jacques Brel. Erg mooi (ik houd sowieso van Franse liedjes, dus wie tips heeft, kom maar op!), maar het onderwerp is niet zo leuk (ne me quitte pas betekent verlaat me niet). Het taalgebruik is heel mooi, voor zover ik dat kan zien bij de Nederlandse vertaling. De mooiste regel vind ik dit:

Je t’inventerai
des mots insensés
que tu comprendras
(ik vind voor jou een onzintaal uit die jij zult begrijpen)

Het is lief (en zielig tegelijkertijd, als je denkt aan het ‘ne me quitte pas’). Liefde als iets van zijn tweeën en mots insensés versterken dat (mots betekent eigenlijk woorden, dus vandaar dat ik hier het meervoud gebruik, maar de vertaler heeft er taal van gemaakt).

4. Jonathan Safran Foer – Extremely Loud and Incredibly Close.
Een geweldig boek vind ik dat, bij herlezing nog beter. Er zitten ook veel grappige dingen in, zoals dit. Het is een gesprek tussen Oskar (een negenjarig jongetje) en zijn vader (de vader begint het gesprek):

‘Which would mean?’
‘Which would mean I moved a grain of sand?’
‘Which would mean you changed the Sahara.’
‘So?’
‘So? So the Sahara is a vast desert. And it has existed for millions of years. And you changed it!’
‘That’s true, I changed the Sahara!’
‘Which means?’
‘What? Tell me.’
‘Well, I’m not talking about painting the Mona Lisa or curing cancer. I’m just talking about moving that one grain of sand one millimeter.’
‘Yeah?’
‘If you hadn’t done it, human history would have been one way…’
‘Uh-huh?’
‘But you did it, so…?’
‘I changed the course of human history!’
‘That’s right.’
‘I changed the universe!’
‘You did.’
‘I’m God!’
‘You’re an atheist.’
‘I don’t exist!’

Het is mooi en grappig tegelijk. Waarom is het mooi? Omdat het laat zien dat je een verandering kunt maken, hoe klein ook. Een zandkorrel verplaatsen in de Sahara klinkt misschien niet heel spectaculair, maar denk er maar eens over na. Je zorgt constant voor verandering in de wereld.

5. Alice in Wonderland (de tekenfilm).
Alice in Wonderland is sowieso al geniaal he. Zowel het boek als de tekenfilm (de verfilming van Tim Burton vond ik niet zo). Als je hem nog niet gelezen heb, alsjeblieft, ga dat doen! Hieronder een stukje dat in de tekenfilm voorkomt, ik weet eigenlijk niet of dit ook in het boek is. Het is wanneer Alice door een deur in Wonderland probeert te komen.

Doorknob: ‘Sorry, you’re much too big. Simply impassible.’
Alice in Wonderland: ‘You mean impossible?’
Doorknob: ‘No, impassable. Nothing’s impossible!’

Dat je het maar even weet!