Papa, ik lijk steeds meer op jou

https://www.instagram.com/p/28BI-gqOKn/?taken-by=lauradenktwel

Mijn vader zag er wel minder eng uit met snor dan ik.

Tientallen lichtjaren geleden besloot mijn vader om een snor te laten staan. Ik weet niet waarom hij dat heeft besloten. Misschien was dat toen in de mode, net zoals de knotjes die mannen nu dragen. De snor was bruin tijdens de bruiloft met mijn moeder, maar vergrijsde algauw (ik weet niet of het een kwam door het ander). Mijn moeder had hem nog nooit zonder snor gezien, zelfs niet na meer dan 25 jaar samenzijn. Ken je iemand dan wel echt, vroegen wij als kinderen ons af op een gegeven moment. Wie was onze vader nou werkelijk, onder die borstelige snor?

Het moment van de waarheid was gekomen.

De eerste dag van de vakantie schoor hij hem af. Dan kon hij hem altijd nog weer aan laten groeien. De schok was groter dan gedacht. Wie was deze man met dat blotebillengezicht? Hij leek zo… kaal, hoewel hij nog genoeg haar bovenop zijn hoofd had. Het was net alsof onze moeder hem had ingeruild voor een jonger en gladder exemplaar. Elke keer als ze naast hem wakker werd, schrok ze van deze onbekende. Maar toegegeven, het had ook wat. Ze schelen zeven jaar en met dat grijze haar leek het leeftijdsverschil tussen hen toch wel minstens vijftig jaar. Op een gegeven moment glimlachte ze zelfs als ze hem zag. Sterker nog: ze voelde vlinders in haar buik.

De snor is nooit meer teruggekomen. Af en toe verschijnt de baard, iets met te lui om te scheren, maar die bonjourt mijn moeder gauw weg met de woorden ‘Vieze zwerver!’. Deze nieuwe man voelt inmiddels net zo vertrouwd als de vader 1.0. Helaas hebben mijn broer en broertje er niks van geleerd.

Zijn papa en mama tegenwoordig nog helden?

‘Hoe lang bestaat de aarde, papa?’
Ongeduldig kijkt het jongetje in de trein zijn vader aan.
‘Hmm, ik denk 65 miljoen.’
Het jongetje is er niet mee eens.
‘Neeeee, ik denk 100 miljoen miljard.’
‘Zal ik het opzoeken?’
De vader typt geconcentreerd iets in op zijn smartphone. Het blijkt zo’n 4,6 miljard te zijn. En ja hoor, daar komt de volgende vraag al.
‘Waarom zijn dinosauriërs uitgestorven?’
‘Papa moet even mailen, schatje.’
‘Alweer?’
‘Ja, mensen willen antwoord hebben.’
Het jongetje klimt op de stoelen, kijkt uit het raam, sjort aan zijn vaders arm. Nog meer vragen.
‘Wanneer beginnen de landen? Wanneer bestonden huizen? Wanneer waren er dinosauriërs?’
‘Dat weet ik niet, schatje. Ik zal het even opzoeken. Maar eerst even deze mensen antwoorden.’
Dit gebeurde tijdens een treinreis het afgelopen weekend. Uiteindelijk stapten ze uit, de vader driftig typend en zijn zoon nog steeds sjorrend aan zijn arm.

Vroeger was de moeder of vader een soort alwetende instantie. Je vuurde er allerlei vragen op af en steeds wisten ze een antwoord (of het klopte, maakte niet uit). Maar tegenwoordig weet papa of mama het niet, maar de telefoon of de computer wel. Voordat je een antwoord krijgt, gaan zij het eerst even opzoeken. Jammer.

Papa en mama weten niet meer alles. En dat doet toch een beetje afbreuk aan het idee van ouders als helden.

(Later kom je er natuurlijk sowieso achter dat ze niet alles weten, maar ik zou deze fantasie graag zo lang mogelijk in stand willen houden)

Wat je zegt, ben je zelf

Dat mijn moeder gek was, wisten we al. Maar mijn vader kan er ook wat van. Ik denk dat ze daarom met elkaar getrouwd zijn. Gelukkig ben ik zelf wel heel normaal gebleven. Dit zijn de dingen die mijn vader zegt of doet:

Hij begint uit het niets ‘Buona sera senorita’ te zingen of ‘Cantare pepe oelala.’

Jij zegt iets randoms als: ‘Ja, dat is toch Pietje die dat doet?’
Vati: ‘Nee, zijn broer, Gerrit.’

Jij zegt iets randoms als: ‘Ja, hij heet Erik.’
Vati: ‘Erik Engerd.’

Jij doet iets vervelends.
Vati: ‘Wil je een klap op je kanis?’ (dat zei zijn opa altijd, agressieve familie heb ik)

Jij doet iets geks.
Vati: ‘Halve zool.’

Jij doet iets geks.
Vati: ‘Eppo.’ (niet te vergelijken met ‘epo’).

Jij doet iets geks.
Vati: ‘Je bent helemaal sufgepikt door de vlooien.’

Het enige wat ik daarover te zeggen heb, is: wat je zegt, ben je zelf.

Het enige wat klopte, was de datum


Marjan van den Bergs column over mij, die in de Margriet is verschenen (hoogtepuntje!)

Ik was een jaar of elf en zat op pianoles. De muziekvereniging had een boekje dat eens in de zoveel tijd uit kwam. Eén keer per (half?)jaar was er een voorspeelavond. Over één zo’n voorspeelavond schreef mijn vader een stukje, voor het boekje van de muziekvereniging.

Ik weet niet waar het boekje is, dus ik kan het jullie niet laten lezen, maar dit kwam er in voor: het feit dat het vrijdag de dertiende was, mijn moeder die tegen mijn vader schreeuwde omdat hij te laat was en ik die moest huilen, omdat ik het van de stress allemaal niet aan kon.

Het enige wat klopte, was de datum.

In plaats van trots te zijn op mijn vader schaamde ik me rot. Ik had helemaal niet gehuild! Wat moest iedereen wel niet denken? De pianojuf kon wel zeggen dat ze het een leuk stukje vond, maar er klopte helemaal niets van!

Toen ik de column van Marjan van den Berg over mij las en ik zag dat ze mij doodverlegen noemde, dacht ik: neeeeeee. Want ik was misschien timide (zoals ze dat met een mooi woord noemen), maar toch echt niet een stotterend muisje dat haar niet aan durfde te kijken en mijn vragen fluisterde.

Maar ja, toen ging ik nadenken. Mijn moeder denkt dat jullie haar inmiddels wel seniel vinden na mijn blogjes over haar (even voor de duidelijkheid: dat is ze niet). Maar dat is het hele punt van columns: je dikt hier en daar wat aan, anders is het niet leuk.

Soms krijg ik reacties waarin mensen me verwijten dat ik overdrijf en generaliseer. En ja mensen, dat doe ik, ik geef het toe! Ik strooi met vooroordelen en alles vergroot ik. Maar dat is wat naar mijn idee een column juist leuk maakt. Je weet dat het overdreven is, maar dat maakt het juist grappig. Als ik alles zou opschrijven zoals het was, dan val je halverwege in slaap. En ja, ik verzin wel eens dingen om het verhaal wat leuker te maken. Wat precies weet alleen ik, muwhahaha…

En de boodschap van vandaag is dus: geloof niet alles wat ik zeg en voel je vooral niet persoonlijk aangesproken!

Uitspraken van Lies


Bron
Eén van de vele e-cards die ik mijn moeder stuurde op haar verjaardag. Haar reactie? ‘Zeggen mensen dat ook tegen jou, tegen mij ook heel vaak maar dat heb ik je nooit verteld, want ik dacht dat je het niet zou geloven, maar ja nu mensen het ook tegen jou zeggen geloof je het natuurlijk wel, HA, HA.’

Ach ja, dat arme moedertje van mij. Soms wordt ze belachelijk gemaakt door mij. En dan zet ik ook nog haar rare uitspraken op het internet. Toch schijn ik nog steeds haar liefste dochter te zijn (dat ze er maar één heeft, doet er niet toe). Daar ga ik nu een einde aan maken door nog meer gekke uitspraken te delen.

‘Hallo kinderen van het hele land!’
Dit zegt ze tegen mijn broertje en mij. Wij zijn helemaal niet de kinderen van het hele land, alleen van haar en mijn vader. Volgens mij snapt ze het niet helemaal.

Over mijn blog: ‘Dat vraag ik me al de hele tijd af: wat betekent dubbele punt p?’
:p

Piano pele (spreek uit als peluh).
Mijn moeder zit op pianoles (ze praat meer dan dat ze piano speelt, maar goed). Ze gaat echter niet piano spelen, maar ‘piano peluh’. Ja, mijn moeder is een volwassen vrouw.

Zullen we of zallen we? Of: Nous allons.
Lies wil vertrekken.

Een mailtje naar aanleiding van dit blogje:
Ja hoor vind ik goed, zo langzamerhand zullen ze toch wel medelijden met je krijgen denk je niet met zo’ n seniele moeder, ha, ha, nee het is prima hoor, leuk stukje! xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Een mailtje naar aanleiding van dit blogje:

Je moet toch eens een horloge gaan dragen want wij doen nooit rond 19.00 u. koffie drinken, maar rond 20.00 u.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Uttenbol.
Meestal ik. Als ik iets stoms of doms doe. Gaat gepaard met het schudden van het hoofd.

‘Dat is een klein detail.’
Als het geen klein detail is.

En ik zal afsluiten met een uitspraak van mijn vader, die erg veel verstand heeft van de hedendaagse muziek.

Vati: ‘Die rapper heet toch Gert Pardoes?’
Bijna, pap, bijna.

Gelukkig zeg ik zelf wel hele normale dingen.

Gek mens met een gekke bril

Ik snuffelde rond in mijn vaders computerkamer. Computerkamer klinkt alsof het helemaal vol staat met computers, maar dat is niet waar (slechts eentje). Het staat eerder vol met wat mijn moeder troep noemt. Tussen de ’troep’ vond ik deze bril.

Hij staat me goed (maar wat niet he?). Ik heb zelfs mijn shirt ermee gematcht, want je moet alles kapot matchen. Maar ik ga vandaag geen style-advies geven (want dat doe ik al zo vaak op mijn blog, net zoals mijn Outfits Of The Day).

Ik vraag me af hoe mijn vader aan die bril komt. Hij komt uit de oertijd (grapjeeeeee), dus hij heeft de flowerpowerhippietijd nog meegemaakt. En dat is waar deze bril me aan doet denken. En dan natuurlijk vooral aan de typische bril van John Lennon, met dezelfde ronde glazen, alleen zijn deze blauw en net een tikje groter.

Misschien was mijn vader vroeger wel een spion en behoorde dit tot zijn vermommingsuitrusting. Of (wat minder spannend) misschien was mijn vader wel een flowerpowerhippie met lang haar en een kransje van madeliefjes, die alleen maar ‘Peace, love and understanding!’ kon roepen. Of hij heeft gewoon een slechte smaak en droeg deze bril zonder één of ander statement uit te dragen, behalve die slechte smaak dan.

Ik zou het natuurlijk aan hem kunnen vragen. Maar dat doet het mysterie teniet. Ik blijf wel gewoon gekke foto’s maken met die bril. Want dat is nog het leukste eraan.