Je bent pas echt famous als er college over je blog wordt gegeven in het buitenland

college1

college2

 

college3

Dus jouw blog staat in een tijdschrift? Schattig. En wat aandoenlijk dat je bij De Wereld Draait Door mocht aanschuiven. Je moet toch ergens beginnen hè? Tja, je hebt famous en je hebt famous. Het is wel duidelijk welke ik ben ;)

Kijk, het zit zo. Na mijn eindexamenjaar deed ik een paar weken een Engelse taalcursus in Bournemouth. Niet, omdat mijn Engels zo slecht was, maar voor de leuk en het avontuur. Daar ontmoette ik verschillende mensen in de klas, waaronder Sophie uit Zwitserland. Je weet wel hoe dat gaat: je voegt elkaar toe op Facebook, maar daarna spreek je elkaar nooit meer.

Groot was mijn verbazing dan ook toen ze me een Facebookbericht stuurde en mijn mond viel al helemaal open, nadat ik had gelezen wat ze vertelde:

Hey Laura! My linguistics prof in Zurich showed your blog yesterday at the lecture! It was about the polite form of talking to family members. (…) He brought up your blog, showed a few slides with some of your texts. He said he recommended that blog to everyone, because it is very good. So you see, even in Switzerland, you are known!

Ten eerste: hoe ONTZETTEND AWESOME is het dat mijn blog wordt besproken op de universiteit. In Zwitserland. Ik bedoel, hoe is dat mogelijk? En oké, dan is het mogelijk, maar hoe toevallig is het dan dat een klasgenoot van die Engelse cursus dat college bijwoonde (en wist dat het mijn blog was)?

Eén woord: flabbergasted.

Uiteraard heb ik meteen naar de desbetreffende docent gemaild, want hier wilde ik wel meer van weten en ik wilde bovendien de sheets zien om te kijken wat er gezegd werd. En wat blijkt? In augustus komt hij naar Leiden, of all places.

Het lijkt me wel duidelijk: toeval bestaat niet en geen enkele Nederlandse blogger is zo famous als ik.

Veelvoorkomend fenomeen: scriptiestress

Er zijn vier reacties mogelijk op de vraag: ‘Hoe gaat het met je scriptie?’

1. De scriptieschrijver veegt alle borden van tafel, stampt op de grond en schreeuwt of je ver-dom-me NOOIT meer wil vragen.
2. Er verschijnen zweetdruppeltjes op het voorhoofd van de scriptieschrijver, zijn linkeroog knijpt hij steeds samen en daarna begint hij te hyperventileren.
3. De scriptieschrijver begint onbedaarlijk te huilen en snuit al je zakdoekjes vol (juist als je zelf verkouden bent natuurlijk).
4. Je krijgt als antwoord: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ en de scriptieschrijver staart apathisch voor zich uit of begint over iets anders.

Deze reactie komt nooit voor:
– ‘Goed!’

Ik heb wel eens papers geschreven (ja, echt waar). Dat zorgt voor stress, uitstelgedrag en depressieve gedachten. Maar daar ben je een week, misschien twee weken mee bezig. Daarna kun je weer je favoriete serie gaan downloaden volgen. Over een scriptie doe je maanden. Mijn vrienden en familieleden reageerden zoals bovenstaand op deze klus.

Als ik iedereen moet geloven, is een scriptie schrijven zoals het beklimmen van de Mount Everest, de laatste aflevering van Downton Abbey of het onvrijwillig lezen van Fifty Shades of Grey, maar dan tachtigduizend keer erger.

Helaas zit ik alweer in mijn derde jaar. Je weet dat betekent. Ik moet ook een scriptie gaan schrijven. U begrijpt: ik sta doodsangsten uit.

Vijf dingen die ze je niet vertellen wanneer je naar de universiteit gaat


De leukste faculteit van Leiden: geesteswetenschappen in het Lipsiusgebouw.

Ja ja, het studiejaar is weer begonnen. Ook dit jaar zijn er vele nieuwe studenten gestart. En weten jullie, lieve sjaars, feuten stomme woorden zijn dat eerstejaars: veel dingen worden je niet verteld, maar daar kom je vanzelf achter. Of nee, weet je wat, ik verklap alvast wat.

1. Het huiswerk op de middelbare school is niets vergeleken met wat je nu moet doen.
De middelbare school. Repetitie hier, repetitie daar. Een beetje oefeningen maken. Een paar sommetjes doen. Maar dan kom je op de universiteit. Het ligt natuurlijk aan je studie, maar plotseling moet je veel artikelen lezen en papers schrijven. Nee, dat zijn geen Jip en Janneke-artikelen, maar heuse wetenschappelijke artikelen met termen als focalisatie en polyfonie. Het is zelfs, ja echt, de bedoeling dat je die artikelen snapt. Dat is wel even wat anders dan de tekstjes die je voor Nederlands moest lezen.

2. Niet iedereen zit bij het corps.
Er zijn veel studentenverenigingen. Je hebt het corps, waar de balletjes zitten (zeg maar Jort Kelder, maar dan nog balleriger). Die houden lijstjes bij met wie ze allemaal hebben gehad (if you know what I mean), beulen sjaars/feuten (ja, want zo noemen zij dat wel) af en houden ontgroeningen. Maar er zijn ook studentenverenigingen zonder ontgroeningen. ‘Wat, kun je daar gewoon lid van worden en dat was het dan? Niet in een hoekje staan en de hele tijd ‘komkommer’ zeggen? Geen luiers dragen? Geen fles mayonaise leeg eten?’ Nee, niets van dat alles. Heus, geloof me maar!

3. Het is een zooitje.
Zoals bij elke grote organisatie is het ook bij de universiteit een zooitje. Het inschrijven voor de vakken, boeken die niet in de universiteitsbibliotheek staan, roosters die elkaar overlappen. Wat dat betreft geen verbetering met de middelbare school.

4. Het wordt steeds duurder.
Denk je aan het begin van je studie dat je je geen zorgen hoeft te maken over het geld, moet je nu opeens een langstudeerboete betalen als je te lang gestudeerd hebt (‘Uuuh politici, hoe lang hebben jullie ook alweer gestudeerd?’). En er komt misschien/waarschijnlijk een leenstelsel in plaats van studiefinanciëring. Dat is je dank dat je zo slim bent.

5. Het gaat veel sneller voorbij dan je denkt.
Ik zit verdomme alweer in mijn derde jaar. Ik moet een scriptie gaan schrijven, een SCRIPTIE! Echt, voor je het weet, is het voorbij en dat is niet leuk. Daarom heb ik bedacht dat we het om moeten gooien. Vier jaar basisschool, zes jaar middelbare school en acht jaar studeren. Kun je nog een tweede studie doen ook. Goed geregeld toch?

Maar vooral: geniet ervan. Want het is zo weer voorbij!

Het Leids kwartiertje

Voor de mensen die het niet snappen.

Vroeger, op de middelbare school, stond er op het rooster: wiskunde begint om vijf over tien. En dan begon het ook echt om vijf over tien. Maar zo niet op de universiteit Leiden.

Op mijn rooster nu staat bijvoorbeeld: het college begint om drie uur. Maar niets blijkt minder waar te zijn. Waarom zou je je aan het rooster houden?? Wij beginnen gewoon een kwartier later. En dit, lieve mensen, wordt ook wel het Leids kwartiertje genoemd.

Een college duurt meestal twee uur, of nou ja, volgens het rooster dan. Maar met het Leids kwartiertje en een kwartiertje pauze komt dat meestal neer op anderhalf uur. Kijk, daar houden we van.

Nu schijnt het dat niet alle studies hieraan doen, het zou zelfs best kunnen dat het alleen voorbestemd is aan de faculteit geesteswetenschappen of misschien wel alleen aan de studie Literatuurwetenschap (nóg een reden om deze studie te kiezen).

En dan zijn er van die docenten, die willen dan opeens om elf uur beginnen in plaats van kwart over elf. Kijk, daar kan ik nog mee leven. Maar docenten die geen pauze houden? Daar word ik heel agressief van.

Hoe zit het bij jullie, mede-studenten? Hebben jullie ook een academisch kwartiertje?  En voor de werklui: houden jullie wel eens zo’n kwartiertje, gewoon, omdat het kan?

De nadelen van twee dagen college in de week

Keer op keer zijn mensen verbaasd en jaloers wanneer ik het vertel.
‘Ik? Oh, ik heb maar twee dagen college in de week. Ja, twee dagen. Acht uur in totaal.’
Hun mond valt open en ze kunnen het simpelweg niet geloven.
‘Twee dagen? Maar- is dat überhaupt mogelijk?’
Ja, mensen, dat is mogelijk. Wil jij het ook? Ga dan Literatuurwetenschap in Leiden studeren.

Maar hoewel het erg fijn kan zijn om maar twee dagen college te hebben (vooral als je er twee uur over doet om naar Leiden te komen), zijn er ook nadelen.
‘Niet!’
Oh jawel.

Twee dagen college betekent namelijk niet dat je niets hoeft te doen. Elke week moet ik een boek lezen en een film kijken (oké, er zijn ergere dingen in de wereld, maar het zijn helaas niet altijd de leukste boeken en films) en vooral veel, heel veel artikelen lezen. En nee, die zijn niet in Jip en Janneke-taal geschreven. Of in het Nederlands, op een paar uitzonderingen na. (‘In welke taal dan wel?’ ‘In het Perzisch. Wat denk je zelf?’) We hebben weinig opdrachten, maar je moet wel veel begrijpen en veel lezen. En dus: zelf-discipline hebben. Anders gaat het je niet lukken.

Dan nog iets: op vrijdag rond een uur of vijf is iedereen in extase. Het is weekend! Maar mijn weekend begint al om donderdag drie uur (vorig jaar zelfs op woensdagmiddag) en duurt tot en met maandag. Bovendien heb ik op woensdag vrij. Waarschijnlijk vinden jullie dat ik niet moet zeuren, maar: ik mis het weekendgevoel. Ik heb meer vrij dan college. En het ritme is moeilijk te vinden (tenzij je die zelf creëert, wat ik wel probeer, maar dat is nog best lastig).

Dus ja, ik moet heel blij zijn met twee dagen college, later zou ik willen dat ik terug kon et cetera, maar bedenk wel, lieve mensen: het is niet alleen maar leuk.

(haha oké, zo erg is het niet)

De telman

Mag ik uw cv even zien?

Er doet zich een raar fenomeen voor op de faculteit Geesteswetenschappen van de universiteit Leiden.

Het gebeurt tijdens colleges. Net als je je ogen dicht voelt vallen door het eentonige gepraat van de docent vliegt de deur met een klap open. Meteen is iedereen weer wakker. Een man stapt het lokaal binnen met zijn hand nog op de deurklink. Met twee vingers wijst hij naar ons en je ziet zijn lippen bewegen. Daarna knikt hij naar de docent en gaat weer weg.

Het is de telman.

Hij komt vaker niet dan wel, maar als hij komt, dan doet hij het goed. Binnen een minuut weet hij hoeveel mensen zich in het lokaal bevinden. De vraag is natuurlijk: waarom doet deze man dat? Misschien vanwege veiligheidsredenen, maar hij komt niet altijd, dus dan zou hij zijn werk toch niet zo goed doen.

Ik stel me zo voor hoe dat op verjaardagen gaat.
‘En wat doe jij voor werk?’
‘Ik tel.’

De telman. Fascinerend zo’n beroep. Ik ben benieuwd hoeveel hij ervoor betaald krijgt.

Doet dit fenomeen zich alleen in Leiden voor of ook op andere universiteiten/scholen?

Laura’s brieven: TU Delft, Bolletje en Moleskine

Wederom komt er een nieuw projectje op Laura denkt, namelijk: Laura’s brieven. De afgelopen weken heb ik enorm veel brieven (zesentwintig om precies te zijn) geschreven naar verschillende bedrijven. Daar stonden vragen in en soms ook suggesties (niet allemaal even serieus). Waarom? Omdat brieven schrijven leuk is. Omdat het kan en omdat ik benieuwd ben wie er (überhaupt) terugschrijven en wat dan precies! (Nogmaals: let niet op mijn handschrift, daar gaat het niet om!)

TU Delft

Klik op de foto om het te vergroten.

Ons kleine landje heeft toch maar een hoop universiteiten (gelukkig maar), waaronder de TU Delft. Ik was wel nieuwsgierig naar de verhoudingen tussen meisjes en jongens.

En ik heb antwoord gekregen! Op een originele manier, namelijk in tabellen. Wel moest ik even opzoeken wat de afkortingen betekenden. De minste meisjes zitten bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). De meeste (maar ook nog niet heel veel natuurlijk) zitten bij de faculteit Bouwkunde. Interessant om te weten!

Bolletje

Eén van de beste slogans? ‘Ik wil Bolletje!’ Alleen daarom verdiende Bolletje al een brief.

En jawel, ik kreeg antwoord.

Wat ik toch wel erg jammer vind, is dat mevrouw Bosma genoemd wordt. Ik weet niet wie mevrouw Bosma is, maar ik ben het in ieder geval niet! (maar ik heb even gekeken naar hoe ik het geschreven en nou ja, oké, je zou er een ‘m’ uit kunnen halen, maar toch!) Maar goed, dat maakt niet uit, ik heb antwoord gekregen en daar gaat het om!

En ik heb dus een kopie van ‘Honderd-uit over beschuit’ gekregen. En bah, wat een vieze suggesties. Ik zal er een aantal noemen:

– Beschuit met plakjes banaan, ham en kaas erop.
– Beschuit met boter, stukjes gaar kippenvlees, plakjes banaan en en beetje citroensap (ze houden wel erg van banaan, geloof ik). In een handomdraai een exotisch hapje.
– Beschuit met een laagje kwark, twee rolletjes salami en en schijfje augurk.
– Dek de beschuit af met geslagen room of slagroom met partjes mandarijn. Een tijdloze delicatesse. (dit heb ik niet verzonnen, dit staat er letterlijk zo)

Ik blijf bij mijn beschuit met aardbei.

Moleskine

Ik houd van Moleskine. Zelf gebruik ik hun notitieboekje (zo’n rode) om ideeën voor mijn blog in te schrijven. En moeten jullie kijken wat ik nou toch eens gekregen heb.

Het is de Daily Diary/Planner van 2011. Nou zou je stom kunnen doen en zeggen: ‘Ja, dat is van 2011, heb je niks aan blabla.’ Dat klopt, maar ten eerste: het is nog geen 2012. En ten tweede: ik kan het ook gewoon als notitieboek gebruiken. Supercool dus! En ook een pluspunt: een handgeschreven antwoord. Dus Moleskine, heeeeeeel erg bedankt! :D

Tien wonderbaarlijke weetjes over studeren, studenten en Literatuurwetenschap

Studenten zijn een apart soort. Beetje studeren, beetje lanterfanten, veel feesten. Werken? Wat is dat? Ja, de weetjes die ik ga presenteren, zullen zelfs voor de echte studenten nog opzienbarend zijn (*ahum*). En er staan ook nog enkele bij over Literatuurwetenschap. Gewoon, omdat het kan.

1.  Het stopwoord van elke student? ‘Zeg maar.’ Ik geef het toe, ik ben ook schuldig. Uiteraard wel met de Leidse R. (Als je er over nadenkt, slaat het echt NERGENS op. Zeg maar. Zeg maar wat?)

2. Niet iedereen in Leiden is een kakker. Zeker bij de faculteit Geesteswetenschappen (de leukste faculteit vanzelfsprekend) zijn ze een zeldzaam doch nog niet door het WNF beschermd soort.

3. Het is bij Literatuurwetenschap mogelijk om je paper te schrijven over disneyfilms of over Grenzeloos Verliefd. Sterker nog, dat laatste ga ik doen! Wel op een wetenschappelijke (voor zover ik wetenschappelijk ben) manier natuurlijk. Jawel, ik zal de dappere zijn die deze taak op zich neemt. Wens me succes.

4. Niet alle studenten gaan elke week met tien verschillende mensen naar bed. Nee, echt niet. Ik weet dat dit als erg shocking wordt ervaren, maar je moet me geloven.

5. Zelfs studenten worden op een gegeven moment volwassen. Krijgen een baan, huisje, boompje, beestje etc. Ja, echt!

6. Adten is het in één keer leegdrinken van je glas bier (of één of ander raar gekleurd mixdrankje met een aparte naam, waarvan je niet eens wil weten wat erin zit). Studenten doen niets anders, die adten nog hun glas melk bij het ontbijt.

7. Niet elke student heet Floris-Jan en niet elke studente heet Annefleur.

8. In Leiden kun je de meest aparte studies doen. Talen en culturen van Mesopotamië en Anatolië, Godgeleerdheid of natuurlijk… Film- en Literatuurwetenschap.

9. Bij Literatuurwetenschap noem je de docenten bij hun voornaam (behalve ik dan, want ik vind het zo raar, terwijl dat dus niet zo is, maar toch). Je zit met maximaal twintig mensen in college (mijn middelbare schoolklas was nog groter). Iedereen is een beetje gek en bijna niemand weet wat ze ‘later’ willen doen.

10. Er zijn ook studentenverenigingen die niet aan ontgroeningen doen. Ze zijn schaars, maar ze bestaan.

Aanvullingen zijn altijd welkom!