Vanaf heden word ik graag aangesproken met Bachelor of Arts

Terwijl jullie zopen en kropen in Salou of musea bezochten in Frankrijk zat ik te zwoegen op mijn scriptie. Ja, dat vervloekte s-woord, nu kan ik het eindelijk weer voluit zeggen. Over de inhoud zal ik het een andere keer hebben.

Goed, die scriptie dus. Het zal je vast niet ontgaan zijn dat het weer in Nederland dikke prima was, dus daar zit je dan binnen een beetje voor je uit te staren en 9gag en vrouwensite’s en eigenlijk gewoon alles wat er op het internet is te vinden te bekijken, behalve dingen die met je scriptie te maken hebben. Elke week een gesprek, waarna je steeds moedelozer wordt van de aantekeningen en verbeteringen en fouten en je woordenaantal dat maar niet in de buurt van die 10.000 komt. Ondertussen krijg je steeds mailtjes van de Universiteit van Amsterdam met: ‘Waar blijft verdomme je gecertificeerde afstudeerverklaring nou?!?!?!’

Je krijgt te horen dat je 28 augustus je eindgesprek hebt en dat je die verdomde gecertificeerde afstudeerverklaring vóór 31 augustus in moet leveren bij de UvA en je denkt: wat als ik het niet haal? Dat ze bij dat eindgesprek zeggen: nou sorry hoor, maar dit slaat nergens op, doe nog maar een jaartje over. En dat je dan nog langer aan die stomme scriptie moet zitten waar je elk woord van kent en nog langer moet aanhoren ‘Hoe gaat het met je scriptie?’ en dat je bang bent dat je op een dag echt mensen in elkaar gaat slaan vanwege die vraag (je hebt al trillende handjes).

Dus dan heb je dat gesprek en dan blijkt het toch gewoon in orde te zijn en zelfs dat gecertificeerde afstudeerverklaring wordt gewoon geregeld en de volgende dag lever je die in in Amsterdam en dat accepteren ze gewoon en dan ben je opeens ingeschreven voor de master Algemene Cultuurwetenschappen.

En zo ben ik dus Bachelor of Arts geworden.

Ze zijn er weer!

Het is al bijna september. Voor jou betekent september misschien weer beginnen aan nieuw school/studiejaar of verder werken na een fijne vakantie, maar voor mij niet (oké ook wel, maar nou ja, he, je snapt me wel, straks). Bijna september betekent dat augustus bijna afgelopen is en augustus betekent: chocoladekruidnoten.
‘Uh Laura, Sinterklaas is pas eind november weer in het land hoor.’
‘Eh lezer, ik ben toevallig verslaafd aan chocoladekruidnoten, dus houd je mond AND GIVE IT TO ME.’
Ik wachtte en wachtte. Het werd 20 augustus, 21 augustus, zelfs 22 augustus, maar die krengen waren er nog niet. Totdat ik zaterdag aan het eind van de middag een berichtje op Twitter kreeg: ze waren er weer bij de Kruidvat!

Alleen ik was een weekendje weg naar Nijmegen met mijn vriendje. En we waren net teruggelopen van het centrum. En het was bijna vijf uur. Maar de dag erna zou het koopzondag zijn. Zou zijn ja.
Nu moet je weten dat Nijmegen drie Kruidvaten/Kruidvatten (???) heeft binnen een straal van 500 meter, maar denk maar niet dat die open waren. Het was namelijk geen koopzondag.

Mijn handen begonnen te trillen, maar toen dacht ik: ach joh Laura, morgen ben je weer in Oegstgeest en dan koop je ze daar. Nog één dag zonder kan toch wel, je bent immers drie maanden clean geweest.

Dus ik kwam bij de Kruidvat de volgende dag. Ik zag Kruidvatmensen de schappen vulden en dacht vol angst: wat als ze ze nog moeten pakken? Maar toen ik dichterbij de kassa ben, zag ik de dozen al staan. Ik kwam dichterbij en dichterbij en- het waren gewone kruidnoten.
‘Zijn er ook chocoladekruidnootjes?’ vroeg ik aan een Kruidvatjongen.
Hij keek me verstoord aan.
‘Nee.’
‘Weet je wanneer die wel komen?’
Nu keek hij me aan alsof ik gek was.
‘Nee.’
Ik dacht dat ik gek werd.

Zo dichtbij en toch zo ver weg. Zo voelde het. Huilend kocht ik dan maar een chocoladereep, maar het voelde niet hetzelfde. Tot ik opeens bedacht dat ik de dag erna een afspraak in Leiden had. En dat Leiden (op zijn minst) twee Kruidvaten/Kruidvatten (???) heeft.

Ik kon bijna niet slapen van de spanning, maar uiteindelijk brak de ochtend toch aan. Zo snel als ik kon, fietste ik naar de Kruidvat bij het station. Ik parkeerde mijn fiets en kon ze al bijna ruiken… Jaaaaaa, ze hadden chocoladekruidnoten!

De caissière keek me raar aan en de rest van de wereld ook (ik zei tegen mijn moeder dat ze er weer waren en ze antwoordde: ‘Lekker tot december in de winkel laten liggen, het is nog veel te vroeg.’), maar ik was weer even het gelukkigste meisje op de wereld. En dat zal ik blijven tot en met december.

(ik heb wel gelijk even een abonnement op het universitair sportcentrum genomen in Leiden, zodat ik de calorieën er meteen vanaf kan sporten)

Wat ik wél leuk vind aan honden

Dionne wilde een blogonderwerp. Lief als ik ben, gaf ik die: wat ze wél leuk vindt van katten. Dionne is namelijk een hondenmens (ja echt waar, ik kan het ook niet geloven), maar ze heeft ook een kat in huis en dat vindt ze niet altijd even makkelijk. Goed, ze ging de uitdaging aan, maar dan moest ik ook een blog schrijven, als kattenmens, over wat er wél leuk is aan honden. Oei.

– Kleine hondjes kunnen best schattig zijn. Dan heb ik het niet over chihuahua’s, maar iets groter. Puppy’s zijn ook heel schattig. Grote honden die tegen je aan springen daarentegen.
– Honden zorgen ervoor dat je aan je beweging komt.
– Als je de hond uitlaat, komt je naast aan je beweging ook weer aan je sociale contacten wat waarschijnlijk alleen maar bestaat uit hondenpraat, maar goed.
– Ze zijn heel enthousiast als hun baasje thuiskomt.
– Ze zijn sowieso te heel enthousiast, willen altijd wel spelen, geven veel aandacht.
– Honden worden soms ingezet door de politie en je hebt natuurlijk ook blindengeleidehonden.
– Het is handig voor als er inbrekers zijn tenzij je een hond hebt dat alleen kwispelt bij inbrekers.

En dat was het wel. Want katten zijn natuurlijk veel leuker. Overigens staat de vacature vriendschap-met-Laura-als-je-een-kat-hebt nog steeds open, want mijn vrienden willen geen kat nemen voor mij (superflauw).

Dingen die mensen tegen me zeggen tijdens het skeeleren

Hoewel mensen me meestal aanstaren, zit er toch een aantal bij dat tegen me praat als ik skeeler. In het verleden had ik liever dat ze me gewoon negeerden, want ik zag er enorm sexy belachelijk uit, maar sinds ik een nieuwe skeeleroutfit heb (nee, er komt geen outfit of the day) en jongens weer naar me glimlachen, kan ik het wel hebben. Hier een selectie:

Willekeurige oude man: ‘Kijk je wel uit?’
Andere willekeurige oude man: ‘Niet vallen hè?’ (Nou vooruit dan maar, omdat u het zegt)
Honden: ‘Waf waf!’ (Dat is Honds voor: ‘Ga weg, naar kattenmens!)
Willekeurige vrouw toen ik met mijn skeelers aan de hand liep, omdat er raar geplaatste klinkers waren waar ik over zou vallen als ik dan zou skeeleren: ‘Heb je panne? Want ik heb een telefoon, dan kun je even een belletje doen.’
Willekeurige oude man: ‘Leuk hoor, skeeleren. Doe je ook aan schaatsen? Nou, dan wil ik je sterkte wensen!’
Shetlander: ‘Waarom maak je een foto van me, raar mens?’
Voorbijfietsende mannen en vrouwen kijken met een blik van: ‘Wat ben jij nou aan het doen?’
Wielrenners denken: ‘Haha, ik ga lekker sneller!’
Willekeurige oude vrouw: ‘Kun je niet beter op de stoep skeeleren?’ (Antwoord in mijn hoofd: NEE, HOUD JE MOND JOH.)
Oma met twee kleinkinderen aan de hand: ‘Wat zijn dat voor dingen? Skeelers? Nou, je bent in ieder geval goed ingepakt, jou kan van alles overkomen!’ (liever niet)
Bord met Oegstgeest erop: ‘Kappen met die foto’s.’
Katten: ‘Wat ben jij voor raar figuur?’
Hangjongeren: ‘Hahahaha.’
Niet zo willekeurige vriendin: ‘Wat zie je er leuk uit.’ (sarcastisch)

Oftewel: mocht je me tegen komen in Oegstgeest of omgeving, zeg dan alsjeblieft iets liefs tegen me.

Mijn huisvlinder

Het was een warme dag. Ik had alles open: het raam, het balkondeur, de bovenste knoop van mijn broek grapje ik droeg een jurkje. Het voelde alsof ik in de sauna was beland. Zwoegend op het één of ander kijken op buzzfeed of iets dergelijks zat ik achter mijn computer. En toen zag ik hem: mijn metgezel.

Ik kijk niet vaak naar mijn plafond (hij is niet zo mooi gewit), maar toen ik dat op een zeldzaam moment wel deed, zag ik daar een vlinder zitten. Een echte, heuse vlinder. Vroeger, ja, vroeger jongens en meisjes, werd de wereld overspoeld door vlinders. Je kon de deur niet uit of er vloog er al eentje tegen je aan. Nu niet meer. Er zijn er steeds minder beweren vlinderexperts. Ik had het zelf ook opgemerkt, slim dat ik ben. Of misschien speel ik gewoon nu minder buiten (maar ik schommel nog steeds!).

Goed, die vlinder dus. Het was zo’n bruin/rode vlinder. Ik geef zelf de voorkeur aan een witte, maar je moet het doen met wat je hebt. Ik ging even onder de koude douche staan (ja, het was zo warm dat ik VRIJWILLIG onder een koude douche ging staan) en hoppa, weg was hij. Hij zat in het hoekje boven mijn bed.
’s Avonds, het koelde af tot een graad of dertig, zat hij er nog. Dikke prima natuurlijk, morgen zou hij wel weer uitvliegen door de geopende ramen.

Niet dus.

Hij heeft minimaal anderhalve week daar gezeten. Ik werd er een beetje bang van: wat als hij dood zou gaan (zo voedzaam is mijn behang niet) en dan op mijn gezicht zou vallen, terwijl ik sliep? Ik word niet graag wakker door een vlinderlijkje. Mijn vriendje kon het niet aanzien en heeft hem weggejaagd (‘NIET DOODMAKEN, NIET DOODMAKEN!’ riep ik, want ik was toch wel aan hem gehecht geraakt).

Ik miste hem wel, moet ik zeggen. Maar toen ik net weer even naar het hoekje van het plafond boven mijn bed keek, zag ik er weer één. Hij was bruinrood en levend als altijd. Er is geen ontkomen aan: ik zal mijn nieuwe huisdier toch moeten omarmen.

Stiekem vloog deze de hele tijd tegen de deur aan, omdat hij eruit wilde en heb ik hem dus laten ontsnappen, maar dat is niet leuk voor het verhaal. Ik heb wel nog een dode libelle bij de balkondeur liggen, maar dat telt niet.

Zotte en zalige zoektermen (16)

laua denk

Bijna.

laura dnkt

Kom op, ik weet dat je het kan!

laura denkt

Goed zo.

juf laura facebook

www.facebook.com/juflauraheeftgeenfacebookwantzemoetproefwerkennakijken

denkt een jongen wel aan je

Nee, jongens kunnen niet denken.

juf laura winkels

Juf Laura gaat nooit naar winkels, daar heeft ze het te druk voor. Ze moet proefwerken nakijken.

wat kan ik met literatuurwetenschap

Bij de McDonald’s werken.

hoe heten leggings waar je kont er mooi in zit

Die bestaan niet.

waarom draagt maxima een linkerhandschoen

Omdat hij niet om haar rechterhand past.

wat heb je nodig voor de winter

Een enkeltje naar een warm land.

hoe noem je iemand uit oegstgeest

Een leuk persoon.

hoe stoppen met zoenen

In zijn/haar gezicht spugen of tong bijten, dan houden ze wel op.

Liefdeslessen van tante Laura: hoe vraag ik mijn vriendin ten huwelijk?

Allereerst: gefeliciteerd! Wat ontzettend fijn dat je je wil verbinden aan een – in principe levenslang, maar in de realiteit zo’n twee jaar durend – huwelijk. Bereid je maar voor op jaren vol liefde, spetterende seks en leuke kinderen. Oh en vergeet de bruiloft zelf niet. Ja, het kost een godsvermogen, maar daar krijg je een onvergetelijke dag voor terug, waar maar een beetje planning en geld aan vooraf gaat.

Goed, allereerst moet je natuurlijk een ring hebben. Er zijn eigenlijk twee opties. Of je koopt een goedkoop dingetje bij de Lucardi (liefde gaat niet om geld toch?) of een enorme joekel van een diamant (zodat ze ziet dat je écht van haar houdt) die zo groot is dat ze haar hand niet meer omhoog kan houden.

Dan: waar ga je haar ten huwelijk vragen? Ook hier zijn twee opties, om het eenvoudig te houden. Je kunt haar ten huwelijk vragen, terwijl ze op de bank naar Grey’s Anatomy kijkt (‘Nu even niet, Gerrit-Jan.’), want daar zitten jullie immers elke dag op. Meer ‘jullie’ kan het niet worden. Of je neemt haar mee naar Parijs, boekt een shabby motelletje en vraagt op de Eiffeltoren of ze met je wil trouwen. Origineler kan niet.

Maar wat moet je in hemelsnaam tegen haar zeggen? No worries, tante Laura heeft overal een antwoord op. Er zijn, geloof het of niet, weer twee mogelijkheden. De eerste: ‘Nou eh, zullen we dan maar trouwen ofzo. Als het echt moet.’ En de tweede: ‘Ooooh knuffiewuffie, jij bent mijn alles. Wij zijn ntb, ik wil je nooit meer kwijt. Wat moet ik toch zonder jou? Jij bent het deken bij mijn kussen. Je bent de melk in mijn koffie. Jij bent de afval in mijn vuilniszak. Wil je met me trouwen, snoepiewoepie?’

Alle opties die ik heb gegeven, zorgen gegarandeerd voor succes. Maar niet vergeten om tante Laura uit te nodigen voor je bruiloft hè?

Elektra is gek (en ik ook wel)

1186132_275797192552454_1493646220_n
Gemaakt door Finn Kortman. Dit was overigens één van de zeldzame momenten waarbij Klarissa soort van moest lachen.

Lang geleden vertelde ik dat ik op een studententoneelvereniging zat en drie voorstellingen had. Dat was in mei. Het toneelstuk (Elektra is gek geheten) was een moderne versie van de Griekse tragedie en ik speelde Klytaimnestra (Klarissa geheten in het stuk) die eigenaresse was van een kroeg (zoals ik al zei, het was een moderne versie) en iemand die in die kroeg zat, Manuela geheten.

Klarissa was een uitdagende rol voor mij, aangezien het een arrogante bitch was. Goed, ik kan ook wel eens een arrogante bitch zijn, maar meestal ben ik een schattig meisje (ik eis geen tegenspraak). Ik heb een hekel aan arrogante bitches en ik ben eerder onzeker dan arrogant.
‘Waarom heb jij dan de rol gekregen, Laura?’
Nou, we gingen een keer improviseren en ik speelde een sergeant over twee soldaten. Die twee soldaten waren, natuurlijk, groter dan ik. Maar kennelijk straalde ik toch macht uit. En dus kreeg ik die rol.
Het mooiste was nog wel dat ik een mooie, rode jurk en rode, hoge hakken aan mocht waar ik echt wel goed op kon lopen en die heerlijk zaten. Ik had bovendien een spetterende opkomst op ‘She’s a lady’ van Tom Jones.

Ik heb geleerd dat je zo een arrogante bitch speelt: kaarsrecht staan, je kin hoog de lucht in, zodat je op iedereen neerkijkt, de mond is één strakke lijn, je kijkt onbelangrijke mensen niet aan en je snauwt heel veel.

Naast die uitdaging had je natuurlijk sowieso het spelen van die voorstellingen. De laatste keer dat ik toneel had gespeeld, was met de groep acht-musical en dat was bepaald geen hoogstandje (Spooky heette het, misschien hebben jullie die ook wel gedaan). Er zouden nu, drie avonden lang, meer dan zeventig mensen in de zaal zitten.
Nu moet je weten: ik was al zenuwachtig om voor vijftien mensen (zo groot is mijn studiejaar) een presentatie te geven. Laat staan om een arrogante bitch te spelen voor meer.

Hoewel ik de eerste avond wel zenuwachtig was (dat kwam ook, omdat wij een halfuur lang in een hokje moesten wachten naast het podium, terwijl we het publiek hoorden binnenkomen), werd het eigenlijk steeds minder. En toen ik een paar weken geleden hoorde dat ik bij de EL CID (introductieweek in Leiden) voor 200 mensen moest optreden, ben ik eigenlijk geen moment zenuwachtig geweest.

Hoewel ik niet verder ga met toneel (ik vond het wel leuk, maar heb geen tijd enzo) heb ik er dus toch iets van geleerd. Allereerst om iets zelfverzekerder te zijn en ik heb nu minder moeite met tachtigduizend mensen die je aanstaren. Oké, tachtigduizend mensen misschien wel, maar een stuk of honderd heb ik geen problemen meer mee. En dat is een kleine overwinning voor iemand die vroeger verlegen was!

Terug naar Oegstgeest: wat ik allemaal zie tijdens het skeeleren

Tijdens het skeeleren vallen me veel dingen op. Hier een selectie!

20130719_101202

Dit is één van de twee kastelen in Oegstgeest. Het is een beetje moeilijk te zien, maar de deur stond open. Dus ben ik naar binnen geskeelerd. Ik zag namelijk dat het kasteel te koop stond en ik wilde even zeggen dat ik het ging kopen. Binnenkort een nieuwe welcome in my crib-tour dus!

20130719_094652

Dit zijn nou bomen. Ja, die heb je ook in Oegstgeest!

20130711_103948

Soms kom ik ook poesjes tegen. Ik zeg ze altijd vriendelijk gedag, maar ze zeggen nooit wat terug…

20130801_105323

De schrik van de skeeleraar: bruggen.

20130711_104318

Een reiger die niet snapt dat hij met zijn kop ríchting het water moet zitten.

terugnaaroegstgeest

En op het laatst? Terug naar Oegstgeest natuurlijk!

Dus ik was op vakantie en hopelijk hebben jullie daar niets van gemerkt, want dat was mijn bedoeling in ieder geval

IMG-20130802-WA0002
Zo zag ik eruit op de heenweg. Snugger als altijd.

Net als vorig jaar een snel en handig verslag.

Plaats der bestemming: Engeland, wel te weten Portsmouth, Oxford en Guildford.
Gezelschap: vader, moeder, broertje.
Duur: heel duur. Oh nee, ik bedoel 9 dagen.
Hoeveelste jaar op een rij dat ik zeg dat ik niet meer met mijn ouders meega, maar het toch doe: 3 (kom op, het is Engeland!).

Stopwoord van de Engelsen: thank you.
Tweede stopwoord van de Engelsen: I’m sorry!
Beste uitspraak van een familielid: ‘Can that?’
Aantal keer mijn moeder van de dood gered, omdat ze niet uitkijkt bij het oversteken: 1.
Aantal keer aangereden door een fietser: 1.
Wiens schuld was het: de mijne.
Hoe reageerde de fietser: ‘WHAT THE FUCK?!’
Hoe reageerde ik: ‘Au.’ Snel doorlopen.

Modebeeld: naveltruitjes met als accessoire een blubberende buik.
Aantal keer verdwaald: niet te tellen.
Hoeveel Nederlanders gezien: een paar verdwaalde.
Aantal nieuwe jurkjes: 2.
Aantal shoplogs dat eraan zit te komen: 0.
Aantal keer dat mijn familie expres Volendamse liedjes afspeelde: 3. Grom. Ja, ook ‘Laura’ van Jan Smit.
Rare dingen die ik heb gedaan en sportgerelateerd zijn: twee korte sportbroekjes, een lange (in kindermaat, vanwege mijn korte beentjes, ja ja, kom maar op met die grapjes) sportbroek en een sporthempje gekocht en daarnaast ook nog naar de sportschool geweest. Mijn broertje en ik hebben zelfs een stukje hardgelopen van de sportschool naar het hotel, dat is ongekend. Maar ik beloof dat ik me vooralsnog zal richten op het skeeleren.
Gemiddelde temperatuur: 21 graden (geen grapje!)
De kleur die ik in die twee weken in de zon heb opgedaan van zalmroze tot 75% pure chocolade: pindakaasbruin. Ja, echt waar. oké nog net niet porselein, maar dat is heel bruin voor mijn doen.